Liberalisme begrijpen
Tien dagen geleden overleed filosoof Alisdair MacIntyre. ‘Zodra ik het liberalisme had begrepen,’ schrijft MacIntyre, ‘wilde ik er niets mee te maken hebben. En dat was op mijn zeventiende.’ Bij mij is het omgekeerd gegaan: toen ik het liberalisme begrepen had, wilde ik wilde er alles mee te maken hebben. Maar toen was ik dubbel zo oud Als MacIntyre. Ik heb wat meer tijd nodig om iets te begrijpen.
Krantenkoppenpropaganda inzake Israël
Toen in Washington twee Israëlische diplomaten werden doodgeschoten door een Palestina-sympathisant, opende De Standaard met de kop Israël recupereert moord op diplomatenkoppel. Dat is een mogelijke kop voor een vervolgstuk de dag erna, op bladzijde 5. Maar op de frontpagina met het nieuws heet van de naald is zo’n invalshoek propagandistisch in plaats van journalistiek. Het doet mij denken aan een oud grapje. ‘Wat zou [vul hier de naam van een krant in] geschreven hebben toen bekend raakte dat Jezus over het water had gewandeld? Zogenaamde koning der Joden kan niet zwemmen?’
African American
De vragen op de site Quora zijn vaak geen vragen, maar propaganda. Zoals: ‘Waarom worden vaccins nog altijd aangeraden terwijl er al vele tientallen miljoenen aan overleden zijn?’ Uiteraard volgen dan agressieve antwoorden. Ik heb ooit eens een bescheiden vraag gesteld over corona – iets wat ik echt wou weten – en ik herinner mij nog enkele van de scheldwoorden die toen in de antwoorden voorkwamen.
Op Quora, heb ik de indruk, komen zowel de allerdomste als de allerslimste medemensen aan bod. Die allerslimsten geven dan uitleg over een moeilijk probleem in de kwantummechanica. De allerdomsten … Kijk, een vraag die ik onlangs voorbij zag komen was: ‘Cleopatra was African American. Why do people get angry about this?’
Melig badineren
Kranten of tijdschriften hebben vaak een rubriek met korte berichtjes die enigszins badinerend van toon zijn. De Standaard heeft ‘Kreten en gefluister’ en ‘De rode loper’. Hoewel ikzelf van de badinage ben, lees ik die berichtjes bijna nooit. Ik zou dat misschien beter doen. Het zou er mij aan herinneren dat badinage snel verglijdt in meligheid, en al zeker in korte commentaren. Ik lees in de krant dat N-VA volgens een recente peiling het thema internationale veiligheid kan ‘claimen’, onder andere omdat Theo Francken zich daarop ‘profileert’. De onderzoekers besluiten:
Als de internationale turbulentie blijft bestaan, zou dat N-VA op termijn een groot voordeel kunnen opleveren.
Mijn melige kant wil daar dan op voortborduren. ‘Moet ik nu als N-VA-sympathisant hopen op meer internationale turbulentie, of als bezorgde burger op minder?’ Toen mijn zoon nog thuis woonde, kon ik zo’n opmerking op hem uitproberen. ‘Niet grappig, papa!’ zou hij dan zeggen met een streng gezicht. Of nog erger: ‘Héél grappig, papa!’
(DS 24/5)
Twee democratieën en een mop
De Bart De Wever-doctrine houdt in dat België uit twee democratieën bestaat: een Vlaamse, met een rechtse onderstroom en een Franstalige met een linkse onderstroom. Het was een reden om het land te confederaliseren. Maar de laatste verkiezingen en recente opiniepeilingen hebben dat klare beeld vertroebeld omdat ook in Wallonië een sterker rechts blok zou zijn ontstaan met MR en Les engagés. De film BDW Politiek beest laat zien hoe De Wever daar tegenover Jambon een mopje over maakt. ‘We gaan dat zo uitleggen, Jan. Kijk naar de verkiezingen. In Wallonië is MR de grootste geworden, en dat is de partij van het harde, koude neoliberalisme. En in Vlaanderen zijn wij de grootste, een warme brede volkspartij. Voilà, twee democratieën.’
Niets te vertellen
Over schrijvende mensen hoor je soms de kritiek dat ze ‘niets te vertellen’ hebben. Of dat ze ‘niets meer te vertellen’ hebben. Je hoort dat zelfs over filmregisseurs of kunstschilders. Ik heb dat altijd een rare uitspraak gevonden. Ik loop niet hoog op met de columns van Marc Reynebeau, maar ik zal nooit schrijven dat hij ‘niets te vertellen’ heeft. Ik heb die reactie eigenlijk alleen bij de cursiefjes van Dalilla Hermans in De Standaard.
Kersenplukkerij
Ik las op FB ergens dat Maarten Boudry zich, wellicht in verband met Gaza, als een ‘kersenplukker’ gedroeg. Cherry picking is een praktijk die men moet vermijden in wetenschappelijk onderzoek. Daar moet je met brede data werken die systematisch werden verzameld, zonder data te bevoordelen of weg te moffelen. In journalistiek is de eis niet zo streng. Je selecteert data omdat je denkt dat ze nieuwswaarde hebben en je vermoedt dat ze representatief zijn. Maar op de sociale media zijn we allemaal kersenplukkers.
Pinksteren
Niet zo lang geleden vond er in een katholiek instituut een discussie plaats onder andere over dialoog en pluralisme binnen de kerk. Hoeveel ruimte was daarvoor? De discussie werd afgesloten toen een van de deelnemers zei: ‘Er is maar één Pinksteren.’ Een prachtige uitspraak, vooral als je, zoals ik, de theologische implicaties er niet van begrijpt.
Mary Poppins en het kapitalisme
Men vangt geen vliegen met azijn, is een adagium dat al te lang verwaarloosd werd door het linkse agit-prop theater. Daar komt verandering in. In De Standaard lees ik dat theatermaker Sara Vertongen in haar musical Kellyanne Conway het ‘progressief protest wil laten swingen. Met saai scanderen komen we er niet.’ Op de foto zie ik dat tijdens het stuk een portret geprojecteerd van Bart De Wever wordt geprojecteerd. Dat die maar op zijn tellen past.
Een zin van Vertongen viel mij op: ‘Je staat er niet bij stil dat Mary Poppins antikapitalistisch is.’ Antikapitalistisch, dat betwijfel ik. De boeken ken ik niet, maar de film heb ik tientallen keren gezien. In mijn revolutionaire periode schaamde ik mij daarvoor. Weliswaar wordt getoond hoe vader Banks zijn gezin emotioneel verwaarloost, hoe hij helemaal opgaat in zijn carrière als bankdirecteur, hoe hij investeren ophemelt en het geven van aalmoezen bespot, maar als hij later een evenwichtiger work-life balance terugvindt krijgt hij als directeur toch maar een mooie promotie. Alsof onder het kapitalisme uiteindelijke alles goed komt!
(DS 3/6)
Liberalisme en conservatisme
In een debat met Bart De Wever zei Boudry dat het conservatisme een lege doos was, waarop de premier antwoordde – ik parafraseer – dat het liberalisme zelf een lege doos was. De twee beweringen zijn juist. Het conservatisme vindt dat de evolutie niet te snel mag gaan, maar geeft geen antwoord op de vraag welke richting ze moet inslaan. Het liberalisme geeft de richting aan van de vrijheid, maar geeft geen antwoord op de vraag wat we met die vrijheid moeten doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten