maandag 16 juni 2025

Over films

Voorspelbare films - open eindes
     Ik heb op zich niets tegen films die voorspelbaar zijn, noch tegen films met open eindes. Maar de combinatie is saai. Begin Again (2013) is zo’n film. Keira Knightley is een beginnende singer-songwriter. Er zijn enkele nevenintriges. De toon maakt duidelijk dat de meeste ervan zullen eindigen met een open einde – en dat happy of sad endings onbevredigend zouden zijn. Er valt op de film niet veel aan te merken. Saai is hij wel. Met een voorspelbaar open einde is de inzet te laag. 

Roemeense film
      In zijn recensie van de Roemeense film The New Year That Never Came (DS 6/5), vermeldt Johan Faes één keer het ‘absurdisme’ van het verhaal. Toen ik de film zelf zag, was het vooral dat aspect, de heerlijke zwarte, maar menselijke, humor die naadloos bij de absurde situaties aansloot, die ik in mijn eigen beschouwingen benadrukte*. Faes prijst – terecht – andere eigenschappen: de claustrofobie, de paranoïa, de intimiteit, en de eindscène waarin de archiefbeelden harmonieuzer dan meestal het geval is in de filmvertelling worden ingepast.
     Midden in zijn recensie schrijft Faes: ‘Hopelijk denken de Roemenen ook twee keer na in de volgende stemronde van de presidentsverkiezingen.’ Dat is een terechte verzuchting. Twee keer nadenken is altijd goed. 
     Ik heb de Roemeense verkiezingscampagne niet op de voet gevolgd, maar het ene resultaat had mij een lichte onrust kunnen bezorgen en het andere een zekere opluchting. Het is uiteindelijk de lichte opluchting geworden. Maar ook het andere resultaat zou geloof ik de Ceausescu-toestanden niet terug hebben gebracht. 

President-hooligan
     De nieuwe Poolse president Karol Nawrocki zou in zijn jonge jaren als hooligan deelgenomen hebben aan fist fights. Je moet daarbij niet denken aan wat de Brugge-supporters laatst in Sint-Jans-Molenbeek en Jette uitgevreten hebben. Het is geloof ik meer iets als de toestanden in de bekende film Fight Club (1999) of in de minder bekende Netflix-film Furioza (2021). Die laatste gaat helemaal over het Poolse hooligan milieu. Ik ken die zaken alleen van de films, maar het schijnt bij ons ook te bestaan. Een al heel lang overleden vriend van mij was bij zo’n fist fights betrokken: supporters van de ene ploeg die  in een verlaten bos afspreken om met die van een andere ploeg op de vuist te gaan. 

 Pride and Prejudice: de kostuums
     Ik herinner mij mijn enthousiasme toen de BBC-serie Pride and Prejudice werd uitgezonden. Dat was in 1995, het begin van een Austen-revival. Ik kende toen iemand die mijn enthousiasme voor Austen deelde, maar niet voor de serie. De verfilming van 1940 met Laurence Oliver en Greer Garson vond ze beter. Ik zweeg, want ik kende die niet.
      Gisteren echter heb ik de film op Youtube teruggevonden en ik kan nu mijn dertigjarig stilzwijgen eindelijk verbreken: die film is niet beter. Het eerste kwartier loop je verloren tussen de verschillende personages. Leerlingen van mij die een boek van Austen moesten presenteren weten dat de plot zich niet makkelijk laat vertellen. De film worstelt daar ook mee tijdens de expositie. Erger zijn de kostuums. In plaats van de elegante regency kleren van 1810 heeft men de gruwelijke antebellummode van Gone With the Wind gekopieerd, wellicht om een graantje mee te pikken van het succes van die film.
     Maar Olivier is goed in zijn rol. Zijn Darcy is nogal verlegen, vergeleken met die van Colin Firth en Matthew Macfadyen. Er zijn in de film heel wat scènes toegevoegd. Zo is er een waarin Darcy aan Elisabeth wil uitleggen hoe ze een boog moet vasthouden. Het is een duidelijk geval van mansplaining, en de personages gaan er correct mee om. Elisabeth protesteert niet, maar laat zien hoe handig ze is in het boogschieten en Darcy verontschuldigt zich voor zijn faux pas


De rijken en hun huizen
      Sommige televisie-series gaan over heel rijke mensen die in heel grote huizen wonen: Sirens, Reservatet, Your Friends and Neighbors, The Undoing … Fijn voor die mensen, denk je dan, maar hebben die nu echt zo’n groot huis nodig?  En bestaan die grote huizen echt? Welk percentage vertegenwoordigen zij van de huizenmarkt? Wonen de ‘rijkste 1 procent’ allemaal in zo’n huis?
     Ik heb een verre neef in de VS die in een groot huis woont. In zijn straat staan nog veel grotere huizen, groter dan de huizen die rond het meer van Keerbergen staan. Hoe zijn de eigenaars van die huizen aan al dat geld gekomen? Een van die huizen, vertelde mijn neef, werd bewoond door een legerkolonel. Zij vrouw was een succesvolle psychiater. Een Belgische legerkolonel die getrouwd is met een psychiater kan zich geloof ik zo’n huis niet veroorloven. 

Slechte casting
      Bij het scrollen door mijn mails verschijnen altijd enkele berichten van QuoraDaar zijn prachtige vragen bij zoals: ‘What’s the worst casting decision you’ve ever seen for a movie or TV-show?’ Dat is voor mij echte clickbait. Ik weet uit ervaring dat daar leuke commentaren bij zullen zijn. Alleen al de manier waarop die mensen zich voorstellen: ‘Movie Buff’, ‘I love old movies and I’ve seen a bunch of them’, ‘Well over 13.000 movies by now (updated april 28)’. Of wat dacht je ‘Atheist, advocate of science, socialism, and the humanities’. Wat in elk geval opvalt is dat de helft van die bijdragen goed en geestig geschreven zijn. Misschien is het Amerikaanse onderwijs zo slecht niet als ik soms denk.
 
     Bij de slechte casting werd het vaakst John Wayne aangehaald in de rol van Djenzis Khan. Daar kan ik mij iets bij voorstellen. Velen halen de keuze aan van de zwarte actrice Jodie Turner-Smith om de rol van Anne Boleyn te spelen. Ik heb daar zelf een stukje over geschreven*. Men stoort er zich ook aan als acteurs niet beantwoorden aan de mensen die ze moeten uitbeelden. Joaquin Phoenix gelijkt onvoldoende op Johnny Cash, Tom Cruise is niet geloofwaardig om de reus Jack Reacher te spelen. Zelf vind ik zo’n niet voor de hand liggende keuze soms interessant. Van alle Batmans had ik Michael Keaton het liefst.
     Sommige kritiek slaat niet op de casting zelf, maar op het acteertalent. Men vindt Sofia Coppola een slechte Mary Corleone. Ik kan mij dat niet zo goed meer herinneren, maar ik denk veeleer dat Godfather III (1990) een slechte film is. Hetzelfde geldt voor Jason Roberts als Brutus. Natuurlijk was die niet om aan te zien, maar Charlton Heston als Marcus Antonius was amper beter. 
     Over zoiets kun je trouwens van mening verschillen. Ik zal niemand tegenspreken als die beweert dat Mel Gibson een rol als Hamlet niet aankon; zelf vond ik hem helemaal niet slecht. Iemand beweerde dat Josh Radnor als Ted in
 How I Met Your Mother veel slechter acteerde dan de rest van de  vriendengroep; zelf kan ik mij geen betere Ted voorstellen. Misschien is het zelfs zijn gebrek aan acteertalent die hem zo geschikt maakt voor de rol.
    En dan heb je nog de kritiek op acteurs die slecht zijn in het nabootsen van een streekgebonden uitspraak. Men is daar streng in, terwijl zo
n tongval vaak onwaarschijnlijk goed is nagebootst. Hoe doen die dialect coaches dat? Hoeveel lesuren hebben ze nodig om een acteur een tongval bij te brengen zoals je hoort in de buitenwijken van Boston? En voor de volgende film moet die acteur dan weer spreken zoals een inboorling van Louisiana. Hoe moeilijk moet dat niet zijn? Het is al zo moeilijk is om één variant van een vreemde taal min of meer geloofwaardig te beheersen. Misschien helpt het dat die acteurs die tongval niet moeten gebruiken om te spreken, maar alleen om een bestaande tekst te acteren. Hoe het ook zij, ik let na een paar minuten niet meer op de tongval van een acteur, behalve als hij heel slecht is, zoals die van Jan Decorte in Jeanne Dielman (1975) of als hij nadrukkelijk artificieel is, zoals die van Daniel Craig in Knives Out (2019).
     Zeer streng is men in de commentaren voor acteurs die geen goede zangstem hebben, en een rol krijgen die enig zingen noodzakelijk maakt. Dat is een oud probleem waar zelf ook films over zijn gemaakt, zoals Etoile sans lumière (1946) met Edith Piaf, en Singing in the Rain (1952). Maar als de acteurs helemáál niet kunnen zingen, vind ik het wel iets hebben, zoals toen met Lee Marvin in Paint Your Wagon (1969) en met Pierce Brosnan in Mama Mia (2008). Brosnan die zingt in Mama Mia vond ik het enige memorabele moment van de film. 

* Mijn stukje over de zwarte Anne Boleyn staat hier.


Zie mijn notitie over die Roemeense film hier. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten