donderdag 8 oktober 2015

Koopmansgeest

    Een van de leuke kanten van het Elizabethaans theater was dat het zo’n gezellige, kapitalistische kwestie was met aandeelhouders, creatieve geesten, commercie en concurrentie, nieuwe rijken, faillissementen en … koopmanstrucs.
    De toegang tot een toneelstuk van Shakespeare of Marlowe koste één penny. Dat was dan voor een staanplaats, en als ze Hamlet helemaal speelden – wat gelukkig zelden voorkwam – duurde die grap bijna vijf uur. Ook stond je in de regen als het regende. Als je niet nat wilde worden, betaalde je een extra penny voor een zitplaats onder een afdak. Een kussen voor op de harde bank kostte nog een penny. Een lekker pijpje tabak uit Virginia, drie extra pennies.
    Het is alsof je vandaag een vliegtuig kon opstappen voor één penny. Voor bagage betaal je een extra penny. Als je een plaats vooraan, achteraan of in het midden wil, betaal je nog een penny. Drankje kost een penny. Zwemvest, ook, net als Wifi. Voor een boterham met kaas betaal je drie pennies.
 (We gaan “pennies” toch niet “y’s’ schrijven, wel?)

Oorspronkelijk geplaatst op 20 maart 2015.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten