Ik heb het enkele dagen uitgesteld, maar ben nu toch eens gaan kijken naar de lijst met meer dan 60 ondertekenaars van het Antwerpen-Kies-Links-manifest*. Dat manifest is een oproep om te stemmen voor PVDA, Vooruit of Groen, om op die manier een linkse coalitie aan de macht te brengen in Antwerpen.
Die ondertekenaars, zou je kunnen zeggen, zijn Antwerpenaars ‘die ertoe doen’**. Zelfs ik, die niemand ken, kan ongeveer 20 van die mensen thuisbrengen, al is het maar van naam of van gezicht. Er zijn acteurs en actrices bij, toneelmakers, schrijvers, dichters, hoogleraren, muzikanten, zangers en kunstenaars. Eén ondertekenaar is zesvoudig wereldkampioen panna. Er zijn drie syndicalisten bij, een journalist, een lerares, een ex-schepen, en iemand die zich ‘geëngageerde Antwerpenaar’ noemt. Er was één categorie waar ik van schrok: die van ‘postdoc onderzoeker’. Daar was er ook maar één van. Met de opiniepagina’s van De Standaard in het achterhoofd, zou ik gedacht hebben dat men, met een beetje moeite, alleen al van die soort wel 60 exemplaren had kunnen vinden.
Je kunt het manifest op veel manieren bekijken. Een ervan is uit te gaan van de politieke overtuiging van de ondertekenaars. Het is niet meer dan normaal dat iemand die sympathiseert met de PVDA, Vooruit of Groen oproept om voor die partij te stemmen. Ik wil ook best oproepen om voor N-VA te stemmen en desnoods een manifest van die strekking ondertekenen - Philippe Clerick, romanist-germanist, blogger - maar ik zou nooit een manifest ondertekenen dat oproept om voor N-VA óf Vlaams Belang te stemmen. Ik zou de indruk willen vermijden dat ik niet alleen een voorstander ben van een N-VA-VB-coalitie, maar ook nog eens van een permanent front met extremisten; en daar ben ik dus geen voorstander van, noch ter rechter- noch ter linkerzijde.
Over zo’n front ter linkerzijde heb ik in mijn communistische jaren heel wat uiteenzettingen en discussies bijgewoond. Het was het sluitstuk van onze strategie die bij elke deelname aan een actie- of stakingscomité opnieuw moest worden verfijnd. We kregen lessen over hoe de communistische beweging daar in het verleden of in andere landen mee was omgegaan. Het was allemaal ‘front’ wat de klok sloeg. Proletarisch Front, Rood Front, Vakbondsfront, Anti-Fascistisch Front, Democratisch Front, Nationaal Front, Volksfront, Eenheidsfront.
Wat ik uit die lessen onthouden heb, is dat zo’n front ‘heel breed’ moest zijn, en dat, ‘de leidende rol van de partij’ het belangrijkste was. In de Vietnamese oorlog, zo werd ons verteld, was er een ‘breed’ front van democratische en nationalistische mensen, het NBF, in de wandel Vietcong genoemd, waar ook de communisten aan deelnamen. Dat NBF moest dan voor de regering een nog breder front vormen met ‘neutrale krachten’ en met ‘leden van de bestaande administratie’. Je zou denken dat in dat grote geheel de communisten ondertussen nog slechts een minuscuul deeltje vormden, een derde van een derde, een bijna homeopatische verdunning. Of dat zo was weet ik niet, maar die communisten speelden in elk geval de ‘leidende rol’, en dat doen ze in Vietnam tot op de dag van vandaag.
In de West-Europese geschiedenis is het vooral de frontvorming tussen socialisten en communisten die een belangrijke kwestie is geweest. Op elk moment waren het de communisten die op zo’n front aandrongen, maar de tactiek kon verschillend zijn: eenheidscomités van basismilitanten, ondersteuning van socialistische regeringen ‘om ze beter te kunnen ontmaskeren***’, volksfrontretoriek, tot en met regeringscoalities. Er was in die tactische verschuivingen maar één onveranderlijk streven: de hierboven aangehaalde ‘leidende rol van de partij’****.
Aan socialistische zijde had je grof gezegd twee reacties op het huwelijksaanzoek van de donkerroden. Je had de ‘linkse’ socialisten die er om principiële redenen graag op ingingen. ’t Waren mensen die vonden dat de communisten eigenlijk gelijk hadden, en dat het egalitaire en etatistische ideaal ook het hunne was*****. Maar om een of andere reden werden ze liever geen lid van die partij. Ze vonden die partij te klein, of te dogmatisch, of te voortvarend, of te weinig realistisch, of te antidemocratisch, of te veeleisend. Hun eigen partij vonden ze dan weer te flexibel, te voorzichtig, te opportunistisch en te laks. Met een eenheidsfront konden de twee partijen elkaar positief beïnvloeden.
De tweede reactie was die van de ‘rechtse’ socialisten. Die waren in de meeste betekenissen niet ‘rechts’, maar ze werden door de communisten zo genoemd. Het waren sociaal-democraten die het kapitalisme niet wilden afschaffen, maar de opbrengsten ervan via belastingen en sociale zekerheid ‘eerlijk wilden verdelen’.
De ‘rechtse’ socialisten vertrouwden de communisten voor geen haar; ze hielden zoveel mogelijk de boot af bij voorstellen tot frontvorming. Als het niet anders kon, zeiden ze iets vriendelijks over de donkerroden, in de hoop van hun stemmen af te snoepen. ‘Je vangt geen vliegen met azijn,’ moeten ze gedacht hebben. En heel soms gingen ze een verregaande samenwerking aan, in de hoop van de broeders door die omarming dood te drukken. Het is Mitterrand indertijd gelukt met zijn ‘programme commun’. De communisten namen uiteindelijk deel aan zijn regering (1981-1984), werden tot aanhangwagentje gedegradeerd, en zijn daarna verkruimeld van grootste massa-partij van het land tot een minipartijtje op links. Dat komt ervan als je de ‘leidende rol van de partij’ verwaarloost.
Heeft het Antwerpse manifest nu ook maar iets te maken met de geschiedenis van communistisch-socialistische eenheidsfronten? De houding van Conner Rousseau doet in elk geval denken aan die van de ‘rechtse’ socialisten van het verleden. Hij wil liever geen samenwerking met de communisten van PVDA maar is bereid om sussend toe te geven dat hun programma ‘sympathieke voorstellen’ bevat. De manoeuvreerruimte echter om, naar het voorbeeld van Mitterrand, de communisten op te nemen in een coalitie om ze daar als kleine broertje langzaam te wurgen, wordt beperkt door de nieuwe regel dat de grootste partij - vermoedelijk de PVDA - de burgemeester levert.
** ‘Mensen die ertoe doen’ … ik leen de uitdrukking van Jeroen Olyslaegers. Zie mijn stukje hier.
*** Lenin vond dat de steun van communisten aan socialistische regeringen moest gelijken op de steun die ‘een koord biedt aan de gehangene.’
**** De manier waarop die leidende rol werd nagestreefd in de Spaanse Burgeroorlog wordt o.a. beschreven door George Orwell.
***** De PVDA noemt zich tot op vandaag marxistisch en de grondleggers van die leer hadden op zijn minst een dubieuze opvatting over de liberaal-democratische spelregels. Een lezer van mijn blogpost redeneerde daarop verder: ‘De conclusie is dan noodzakelijkerwijze dat personen die oproepen om op de PVDA te stemmen ofwel geen democraten zijn, ofwel de standpunten niet goed begrijpen, ofwel willen provoceren, ofwel denken dat het zo niet echt gemeend is.’ Voor 2008 was de PVDA openlijk tegen de liberale democratie. Ook binnen de partij waren er toen mensen die dachten ‘dat het zo niet echt gemeend was.’
In onze vrije democratie mag ieder manifesten uitvaardigen, ondertekenen en z'n politieke mening kenbaar maken.
BeantwoordenVerwijderenDat kenmerkt de vrije democratie en is in geen enkel ander politiek systeem het geval. In plaats van ingewikkelde definities te geven over democratie, laten we dit als een basiselement beschouwen.
In die context is PvdA geen democratische partij, het zijn communisten, aanhangers van het politieke marxisme, en verwijzen ook naar de basis gelegd door Friedrich Engels in hun geschriften (zie hun website). Beide heren zijn de auteurs van het communistisch manifest, de vernietiging van de liberale democratie. Als bijbemerking, zowel de communisten als fascisten waren sterke tegenstanders van de vrije democratie.
For all purposes and means, de PvdA is daarom geen democratische partij in de zin van onze 'westelijke' vrije democratie. Noot: westelijk is een wat misplaatste benaming, maar wordt nog vaak gebruikt. Suggestie voor een ander woord?
De conclusie is dan noodzakelijkerwijze dat personen die oproepen om op PvdA te stemmen ofwel geen democraten zijn ofwel de standpunten niet goed begrijpen, ofwel willen provoceren, ofwel denken dat het zo niet echt gemeend is.
Een gelijkaardige analyse kan gedaan worden van het Vlaams Belang. Hun migratiestandpunten zijn weliswaar redelijk krachtig, maar zijn ze anti-democratisch? Het is niet omdat je immigratie wil beperken, ofdat je aanpassing verlangt van immigranten , ofdat je meerder jaren inburgering vraagt, ofdat je statistieken bijhoudt die criminele activiteit van allochtonen en autochtonen onderscheidt, dat je daarom ondemocratisch bent. Misschien kom je hard en radicaal over, misschien onsympathiek, sommigen zullen zeggen politiek onaanvaardbaar, maar je beoogt geen afschaffiing van onze vrije democratie.
Akkoord op alle punten. Heel treffende formulering: 'personen die oproepen om op PVDA te stemmen zijn ofwel geen democraten, ofwel begrijpen ze de standpunten niet goed, ofwel willen ze provoceren, ofwel denken ze dat het zo niet echt gemeend is.' (Alhoewel de ondertekenaars van het manifest niet noodzakelijk allemaal op de PVDA zullen stemmen, maar aansturen op een coalitie en 'front' met de PVDA.
VerwijderenCorrectie: For all intents and purposes.
BeantwoordenVerwijderenBeste Philippe
BeantwoordenVerwijderenIndien ik deze tekst tegenkom op FB, geef ik je een hartje. Ik had hem zelf willen geschreven hebben, alhoewel mijn partijpolitieke invalshoek lichtjes anders is. Je verwijst terecht naar de Spaanse Burgeroolog. Je verwjst terecht naar de episode met het 'Proletarische Eenheidsfront' tijdens de jaren dertig. Het vervolg was het Russische akkoord met von Ribbentrop en de comunistische houding = de ontwapening van het antifascistisch verzet.