dinsdag 1 oktober 2024

Kris Kristofferson, Maggie Smith, Casper & Hobbes


Kris Kristofferson (1936-2024)
     Op de meeste portretten die je van Kris Kristofferson op het internet vindt, staat hij afgebeeld met een baard. Ik heb zelf ook een baard. Mijn vrouw wordt razend bij de gedachte aan hoe ik er zonder baard zou uitzien.
     Ik zag Kristofferson voor het eerst in Pat Garrett and Billy the Kid (1973). Daarin had hij geen baard en hij had, vond ik toen, een 
‘babyface’. Misschien moest daarmee het leeftijdsverschil tussen Billy en de acteur die hem speelde worden overbrugd. Gelukkig had Kristofferson wel een baard in Heaven's Gate (1980), althans in het western-gedeelte van de film. Hij had ook een baard in veel andere films, zoals in A Star is Born (1976).
     Ik  ben altijd gefascineerd door wat ik mij van een film herinner en niet herinner. Van Pat Garrett and Billy the Kid herinner ik mij enkele decors. Van Heaven’s Gate, die ik twee of drie keer gezien heb, herinner ik mij ongeveer elke scène (en elk decor). Van A Star is Born, dat ik pas vorig jaar zag, herinner ik mij niets.

Maggie Smith (2)
     Eergisteren heb ik, naar aanleiding van het overlijden van Maggie Smith, mijn voornemen kenbaar gemaakt om de film California Suite (1978) na 46 jaar opnieuw te bekijken. Ik heb dat ondertussen gedaan. Het meeste kwam mij heel vaag bekend voor, maar ik herinnerde mij maar twee beelden: Bill Cosby en Richard Prior die met hun vrouwen tennis spelen, en de daarop volgende scène dat ze in de hotellobby staan, helemaal ingepakt in gips, drukverband en windsels, en steunend op een of meerdere krukken.
      Eigenaardig genoeg herinnerde ik mij wel woord voor woord sommige stukjes dialoog. Dit stukje bijvoorbeeld, tussen Jane Fonda en Alan Alda, al dacht ik dat het uit een andere film kwam met andere acteurs:

  • (JF) He’s not gonna live long, you know. 
  • (AA) Who isn’t?
  • (JF) My friend at the Washington Post. He had open-heart surgery that was a total waste of time.
  • (AA) I’m sorry to hear that.
  • (JF)  So am I. The man could really make me laugh. Oh, well, you win some, lose some.
  • (AA) I’m sorry to hear that.
  • (JF) So am I. The man could really make me laugh. Oh, well, you win some, lose some.

Of dit dialoogje hier tussen Maggie Smith en haar homoseksuele echtgenoot Michael Caine die op het punt staan de liefde te bedrijven:

  • (MS) I love you, Sidney. Don’t close your eyes, Sidney.
  • (MC) I always close my eyes.
  • (MS) Not tonight. Look at me tonight. Let it be me... tonight.

Maggie Smith (3)
 
     Ik heb ondertussen ook Lily in Love (1984) gezien met Maggie Smith, die gratis te bekijken is op Youtube. De recensenten vonden de vermomming van Christopher Plummer ongeloofwaardig, terwijl juist die verkleedpartij nogal goed … euh … ingekleed was.
     Eén recensent vergeleek de plot van Lily in Love met die van Tootsie. Dat vond ik vergezocht. Andere vergelijkingen liggen veel meer voor de hand: Shakespeares As You Like It, of nog beter: Greta Garbo’s Two-faced Woman. Ook die laatste film werd door de recensenten koel onthaald. Mijn vader is daar nog altijd boos om.

Casper en Hobbes
     Na de lijst van Stoop & Van Ammel van de 106 beste boeken van de 21ste eeuw - mijn vrouw heeft er meer dan de helft van gelezen en mijn zoon twee - heeft nu ook Knack een lijst van de 50 beste Nederlandstalige boeken van dezelfde eeuw, een eeuw die weliswaar nog niet is afgelopen. Zelf ben ik nog altijd aan het mijmeren over de suggesties voor een leeslijst die De Morgen publiceerde ter attentie van het onderwijs**De filosoof Johan Braeckman maakte daarbij de volgende, nogal dwingende suggestie: 

“Elke jongere moet kennismaken met Bill Wattersons Calvin and Hobbes, een kunstwerk vol vlijmscherpe observaties over het menselijke reilen en zeilen, doorspekt met briljante humor.”

     Sinds ik De Standaard lees, ben ik een grote fan van Calvin and Hobbes. En zeker is de humor briljant. Maar ik betwijfel of de strip wel keer op keer ‘vlijmscherpe observaties bevat over het menselijke reilen en zeilen’. Af en toe wel, natuurlijk. Ik heb zelf ooit iets over een van die ‘vlijmscherpe observaties’ geschreven***. Maar vaak zie ik in de strip niets meer dan gewoon kolder. Ik zou zeggen: gelukkig maar. Zoals de Guust Flater-strips ook niet altijd ‘vol staan van vlijmscherpe observaties’ over laat ons zeggen het moderne kantoorleven. Of kan het zijn dat ik veel van de ‘vlijmscherpe observaties’ mis die Braeckman wel heeft gezien? Maar zouden die 17-jarige leerlingen die dan wel zien?
     Ondertussen heeft Braeckman gelijk dat het geen kwaad kan als een jongere eens een strip van Casper en Hobbes onder ogen zou krijgen. Als ik nu les gaf, zou ik zeker zoeken naar een mogelijkheid om enkele van die grappen in mijn cursus op te nemen, misschien als illustratie van ‘technieken van de humor’. Of misschien bevat een van de strips wel een ‘bepaling van gesteldheid’, of een interessante 'beknopte bijzin’ of ‘samentrekking’. Dan kon ik over die grammaticale eigenaardigheid iets zeggen, en daar een persoonlijke anekdote aan koppelen. Wie weet?


* Mijn eerste notitie over Maggie Smith staat hier.

** Over de leeslijst van De Morgen, zie ook mijn stukje hier.

*** Die notitie over Casper en Hobbes staat hier.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten