donderdag 10 november 2022

Een oud lijstje van Jeroen Olyslaegers


 
   Ik heb niets tegen Jeroen Olyslaegers, behalve dat mijn vrouw soms boeken van hem koopt en ze dan niet uitleest. Maar dat kan evengoed aan mijn vrouw liggen. Trouwens: zó duur zijn die boeken niet en ons gezinsbudget kan tegen een stootje. Maar laatst trok Geraard Goossens mijn aandacht op een lijstje dat Olyslaegers vijf jaar geleden gepubliceerd heeft op zijn Facebookpagina (12 januari 2018). Het bevatte de namen van opiniemakers – Goossens maakt daar ‘schrijfbroeders van – die de auteur graag wou ‘eren’.*
     Dat is mooi. Met zo’n lijstje leg je je ziel bloot. Zeg mij wat je leest, en ik zeg je wie je bent. ’t Is ook gevaarlijk. Misschien zegt of doet iemand van je lijstje wel iets waar je helemáál niet achter staat, en dan word je daar op afgerekend. Voor je het weet heeft zo’n Sihame El Kouakibi een keuken besteld met subsidiegeld of heeft zo’n Jonathan Hoslag een voorwoord geschreven bij een Vlaams Belang-boek. Dan word je op straat aangekeken alsof je zelf die keuken hebt besteld of dat voorwoord hebt geschreven. Het is daarom eigenlijk beter om het lijstje kort te houden. Maar dan dreigt weer een ander gevaar. Wie niet op het lijstje voorkomt, kan boos worden en op een of andere manier wraak nemen, bijvoorbeeld door een lijstje te publiceren waar jij niet op voorkomt, of een lijstje van slechteriken op te stellen waar je wél op voorkomt. 
     Sommigen hebben bedenkingen bij het lijstje van Olyslaegers omdat het eenzijdig zou zijn. Het zou vooral auteurs van linkse dan wel woke strekking bevatten. Of het waar is weet ik niet. Ik heb van veel van die opiniemakers nooit een stuk gelezen, maar van degenen van wie ik wel iets gelezen heb, zitten er inderdaad nogal veel in het kamp van links of woke. So what? Veronderstel dat ik zo’n lijstje opstel, dan komen er wellicht veel te weinig opiniemakers van links en woke in voor. Dan zorgt het lijstje van Olyslaegers voor evenwicht.
     Hoe zou ik mijn eigen lijstje aankondigen? Veel mogelijkheden dienen zich aan.  Bijvoorbeeld: ‘Ik heb een lijst opgesteld van mensen …  

  1. naar wier mening ik nieuwsgierig ben
  2. die ik altijd interessant vind
  3. bij wie je al eens iets aantreft dat je ergens anders niet vindt
  4. wier oordeel ik respecteer
  5. van wie ik veel geleerd heb
  6. die ik vaak met instemming lees
  7. die mijn hoogstpersoonlijke canon uitmaken
  8. die mee mijn geestelijke horizon bepalen
  9. die iedereen eens zou moeten lezen
  10. die eens wat vaker op tv zouden mogen komen
  11. die een plaats verdienen in elk schoolhandboek
  12. wier mening er toe doet
  13. die de maatschappelijke discussie vooruithelpen
  14. die het debat zouden mogen bepalen.’
     Ik zou geloof ik de voorkeur geven aan de eerste formulering, Olyslaegers kiest de laatste: ‘die het debat zouden mogen bepalen.’ Ik vind dat verontrustend. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat een redelijk mens – en dat zal Olyslaegers wel zijn – dertig jaar geleden zo’n verwoording zou hebben gebruikt. Alleen een extremist – en dat zal Olyslaegers wel niet zijn – zou 30 jaar geleden zulke bewoordingen hebben gekozen. Ondertussen heeft de cancel-mentaliteit zich echter zo verspreid dat ze de meest gewone formuleringen aantast.**
    Mocht ik Olyslaegers ooit tegenkomen, en we raken in gesprek, dan zou ik hem proberen te overtuigen om zijn formulering in te ruilen voor de voorlaatste: ‘mensen die de maatschappelijke discussie vooruithelpen.’ Ik denk wel dat hij tot die ruil bereid zou zijn. Dan zou ik hem alleen nog moeten overtuigen dat de maatschappelijke discussie beter af is als ze niet wordt beperkt tot een onderonsje van min of meer gelijkgezinden.
     Waar zo’n maatschappelijke discussie naartoe moet leiden, weet ik niet. Naar een ‘consensus’, beweert Habermas. Naar een steeds betere benadering van de waarheid, beweert Popper. Naar een heilzame zigzag in de politiek, beweert Nozick. Ik weet niet wie gelijk heeft. Maar misschien is de discussie op zich al de moeite waard. Met elkaar discussiëren is beter dan met elkaar op de vuist gaan. Zelfs als die discussie moet gebeuren met mensen waarvan je vermoedt dat ze hart noch visie hebben, dat ze hun nek niet durven uitsteken, dat ze het verschil niet willen maken, dat ze geen deel zijn van de oplossing, of dat ze gedreven worden door angst en door een hang naar status quo.***

* Dit zijn de namen: Nick Meynen, Cathérine Ongenae, Tom Hannes, Hilde Van Mieghem, Jonathan Holslag, Heleen Debruyne, Wouter Deprez, Rachida Aziz, Dominique Willaert, Jamila Channouf, Philippe Defossez, Ingrid Vander Veken, Dave Sinardet, Francesca Vanthielen, Ludo De Witte, Chris Van Camp, Karl van den Broeck; Nikkie van Lierop, Pascal Debruyne, Warda El-Kaddouri,Stefan Hertmans, Sihame El Kaouakibi, David Van Reybrouck, Annelies Verbeke, Jan De Zutter, Saskia Van Nieuwenhove, Jelle Versieren, Rachida Lamrabet, Peter Terryn, Sarah Wagemans, Jan Blommaert, Sarah Van Liefferinge, Wim van Hees, Gaea Schoeters, Thomas Goorden, Steven Vromman, Saskia De Coster, Bert De Somviele Bieke Purnelle, Donderbeer Wannes, Tessa Vermeiren, Koen Fillet, Mitta Van der Maat, Gerben Van den Abbeele, Hilde Scheltjens, Bleri Lleshi, Carmien Michels, Pieter Marx en mijn moeder,

** Een onverdraagzame formulering die je 30 jaar geleden wél tegenkwam, en veel vroeger ook ook, is die van ‘het zou moeten verboden worden dat …’ De uitdrukking is gelukkig zo versleten dat haast niemand die ze gebruikt zo’n verbod ook echt wil. Maar ik blijf ze gevaarlijk vinden. Ook hoorde of las je vroeger wel eens iets over gevaarlijke linkse ideeën en later over gevaarlijke rechtse ideeën. Overigens schrijft Olyslaegers niet dat hij andere opiniemakers het zwijgen wil opleggen. Hij presenteert gewoon zijn droom van een ideale wereld ‘zonder reactionaire reflex, korte termijndenken en irrelevante bullshit,’ drie zaken waar ik mij soms aan bezondig. Over bullshit, zie mijn stukje hier.

*** Ik gebruik hier de bewoordingen die Olyslaegers als positieve kwalificaties gebruikt voor de namen op zijn lijstje. Of hij ze ook als negatieve kwalificaties bedoelt voor zijn tegenstanders is een kwestie van interpretatie.

1 opmerking:

  1. U heeft ook zo een lijstje gepubliceerd. Het staat hiernaast rechts, onder de hoofding "ook de moeite".

    BeantwoordenVerwijderen