woensdag 8 oktober 2025

Toneel- en filmrecensies

     Ik heb altijd graag toneel- en filmrecensies gelezen. In de vroege jaren 70 van vorige eeuw schreef Jan Ceuleers dat soort stukken in het ledenblad van de Vlaamse Toeristenbond. Ik was toen vijftien jaar, en hoewel ik nog nooit een toneelstuk had gezien, las ik aandachtig al die besprekingen. Het waren ook de enige stukken die ik las in het blad.
     Een van de vragen die bij mij soms opkomen is of een recensent in de eerste plaats zijn verstand of zijn gevoel moet volgen. Als hij alleen zijn gevoel volgt, krijg je meestal ingenieuze parafrases van ‘ik heb die film of dat toneelstuk graag  of niet graag  gezien.’ Als hij alleen zijn verstand volgt, bestaat het gevaar dat hij gaat rationaliseren*.
      De kwestie werd mooi geïllustreerd in De Standaard van 21 maart. Het was een stukje van Max De Moor over de Bob Dylan-film A Complete Unknown Ik heb het uitgeknipt. De Moor schrijft dat de film ‘een ongevaarlijk hollywoodvehikel’ is, met ‘aangedikt sentiment.’ Dat is helemaal waar. De film biedt geen ‘inzicht’ maar schept een mythologie. Maar dan gaat De Moor verder: ‘Mijn hoofd snapt dat wel, maar mijn hart zat elders. Dat zat bij de muziek, de cast en de sfeerschepping.’ Dat is een mooie bekentenis.
     Misschien moet ik de recensie die Tom Heremans wijdde aan de tv-serie The Girlfriend (DS 22/9) ook zo lezen.  ‘Zo slecht,’ schrijft hij, ‘dat je wel moet blijven kijken.’ Nu vond ik de serie helemaal niet zo slecht, in een genre dat ik af en toe wel lust: over rijke mensen die in mooie huizen wonen. Maar smaken verschillen. Heremans vindt dat Robin Wright (de moeder) en Laurie Davidson (de zoon) erbarmelijk acteren, terwijl Olivia Coocke (de vriendin) een geloofwaardige feeks neerzet. Ik vond juist die vriendin ongeloofwaardig. Heremans vond de plot voorspelbaar, terwijl ikzelf niet kon raden welke van de 5 of 6 mogelijke verhaaleindes men zou kiezen. Zoals gezegd: smaken verschillen.
    Or do they? Natuurlijk blijf je soms naar een slechte film kijken uit plichtsbesef, uit nieuwsgierigheid (‘blijft het zo slecht?) of vanwege de reeds geïnvesteerde tijd. Maar is dát wat Heremans hier overkomen is.

Vreemd genoeg heeft het ons weinig moeite gekost om deze rit van zes keer bijna een uur uit te zitten. Erger: we konden er niet van wegkijken. Dat komt door de hoge pulpfactor (zal hij met zijn mama kussen?) en de snelle opeenvolging van totaal, maar dan ook totaal ongeloofwaardige plottwists.

       Hebben we hier ook niet een hoofd dat zei: ‘ongeloofwaardig’ en een hart dat zei ‘more, more’? Was het misschien het hoofd van Heremans die hem influisterde dat de film slecht was, terwijl zijn hart hem verplichtte om te blijven kijken? Is dat misschien wat de Engelsen in die context een guilty pleasure noemen, de Fransen een péché mignon, en wij een pekelzonde? En dan moeten we een onderscheid maken tussen de pekelzonden die wel of niet een slechte nasmaak achterlaten. Ook die nasmaak is meer een kwestie van hart dan van verstand.*

* De recensent kan nog altijd met zijn verstand proberen uit te zoeken door welke eigenschappen zijn gevoel werd beïnvloed.

** In de film Good Will Hunting heb ik ooit wel gezien komt die mooie uitspraak: Rationalization is more important than sex. Ever gone a week without a rationalization?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten