donderdag 2 mei 2024

Ive Marx omarmt de migratie


      
In een recente column (DS 30/4) hekelt socioloog Ive Marx de partijen van het ‘weldenkende midden’ omdat ze de illegale immigratie willen beperken. Sammy Mahdi (CD&V) had Ecolo-minister Gilkinet ‘naïef’ genoemd inzake migratie. Marx vindt migratie een kwestie van voor- en nadelen, en helaas worden volgens hem de voordelen tegenwoordig te vaak vergeten. De socioloog neemt het dan maar op zich om zelf die voordelen te belichten, en meteen ook de nadelen van een migratiebeperking te benadrukken.
      Het eerste argument van Marx is dat er grote en succesvolle bedrijven bestaan die door migranten worden geleid, vooral in de Verenigde Staten: Google, Microsoft, Nvidia en Tesla. ‘De bedrijfswereld zit vol van migranten, de (top)universiteiten* evengoed. Hollywood zou gewoon niet bestaan zonder migranten.’ Dat is een correct argument. Als het op talent aankomt, geldt de regel: hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Bij elke bevolkingstoename, zal er een zeker percentage supertalenten opstaan, die we zouden missen zonder die bevolkingstoename.
     Maar anderzijds moet die bevolkingstoename niet noodzakelijk langs de weg van migratie tot stand komen. Je kunt het argument ook prima gebruiken om een meerkinderenbeleid te voeren. Als de oude Johann Ambrosius Bach maar vier kinderen had gehad, dan hadden we geen Johann Sebastian gekend. En hoe zou de wereld er dan hebben uitgezien? (Vraag het aan Lars Gufstafsson**).
     Ook kun je aanvoeren dat een deel van dat talent ook tot ontwikkeling had kunnen komen in het land van herkomst***. Hollywood zou misschien wat minder films produceren, maar andere filmlanden zouden juist kunnen opbloeien. Je kunt hier de hele kwestie van de braindrain bij sleuren – die Marx dan bij de ‘nadelen’ van de migratie zal moeten rekenen.
     Verder kan je het talenten-argument makkelijk omdraaien. Je kunt dan aanvoeren dat onder de asielmigranten vermoedelijk minder inzetbaar talent aanwezig is – procentueel – dan onder de eigen autochtone bevolking****. Je zou in die redenering een heel ander migratiemodel moeten nastreven. Volgens dat model komt binnen, niet wie zich als asielzoeker aandient, maar wie bewijzen voorlegt van zijn te verwachten productiviteit in het land van aankomst.
     Marx is niet overtuigd dat zoiets werkt. ‘Je kunt dan wel proberen,’ schrijft hij, ‘om talent aan de poort te selecteren, die mensen zullen hun partners willen meebrengen die misschien minder getalenteerd of minder economisch geöriënteerd zijn. Kinderen en kleinkinderen zijn ook niet noodzakelijk grote uitblinkers.’
     Dat is niet overtuigend. Als je iemand selecteert op talent dan maak je bovengemiddeld kans om ook een getalenteerde partner als cadeau te krijgen – zeker in deze tijden van homogamie – en daar bovenop nog eens getalenteerde kinderen. Ik had ooit een leerling van wie het gezin naar Australië wou emigreren. Zijn vader was handelsingenieur, en zijn moeder ook. Ik heb als leraar een document moeten ondertekenen dat de leerling tot de 1% toppresteerders van de school behoorde, wat ook zo was. En nog heeft de procedure meer dan een jaar geduurd, zodat de leerling eerst nog enkele maanden in Leuven heeft gestudeerd (voor arts).
      Het volgende argument van Marx leunt zwaar op statistische studies, die hij als socioloog natuurlijk in de vingers heeft. De positieve of negatieve bijdrage van migratie wordt in die studies gemeten. ‘Er zijn immense verschillen tussen landen,’ schrijft Marx. ‘In landen zoals de VS, Canada, Australië of het Verenigd Koninkrijk slaat de balans duidelijk positief door. In veel Europese landen is de balans eerder negatief … Als je alle evidentie naast elkaar legt, kun je België bezwaarlijk een succesvol migratieland noemen.’
     Hier rijzen allerlei methodologische kwesties. Hoe vergelijkbaar zijn de cijfers? Wát wordt gemeten: de directe kosten en baten (bijvoorbeeld: uitgaven aan sociale zekerheid versus inkomsten dankzij belastingen) of ook de indirecte factoren met economische gevolgen (bijvoorbeeld: de negatieve invloed van multiculturaliteit op het algemene onderwijsniveau).
      En als we dan verdergaan en met grote ‘agregaten’ beginnen rekenen, bijvoorbeeld door de totale migratiestijging te vergelijken met de totale stijging van het BBP, dan wordt het helemaal moeilijk. Dan moeten de geleerden gaan gissen naar de oorzakelijke verbanden. Is het BBP gestegen dankzij of ondanks de migratie? En als er verschillen worden vastgesteld tussen landen: waaraan liggen die verschillen?
      ‘Dat het VK en de VS succesvolle migratielanden zijn,’ schrijft Marx, ‘heeft te maken met het feit dat het open samenlevingen zijn waar je je wel aan wetten en regels te houden hebt, maar waar je ook eigen taal en identiteit kunt beleven.’ Ongetwijfeld beschikt Marx over statistieken die juist dát verband leggen, en die bijvoorbeeld ontkennen dat inburgering en taalbeleid een positieve invloed hebben.
      Maar die economisch succesvolle migratie kan met nog ándere factoren te maken hebben die niet onderzocht zijn of die niet geciteerd worden door Marx: minder strakke arbeidswetgeving bijvoorbeeld, of minder sociale zekerheid, of een of andere factor waar ik op dit ogenblik door mijn vooroordelen niet aan denk. En nu ik het toch over vooroordelen heb: zouden de sociologen en statistici die die delicate studies uitvoeren daar ook geen last van hebben?  Paul Collier denkt in elk geval van wel.
     Als ultiem argument gebruikt Marx het argument van de onvermijdelijkheid. ‘De diversiteit zal alleen maar toenemen,’ schrijft hij, ‘tot in elk dorp, tot in elke straat. Geen enkele partij kan dat tegenhouden, wat ze u ook probeert wijs te maken.’ Dat lijkt mij slechts ten dele waar. De diversiteit zal inderdaad door de grotere fertiliteit onder de nieuwkomers nog toenemen, maar – om mij ook eens op de statistiek te beroepen – de cijfers wijzen uit dat die fertiliteit vrij snel daalt naar het niveau van de autochtone bevolking.
      Neem het aandeel van de moslimbevolking in ons land. Die bedraagt nu 7 %. Bij die 7 % zijn heel veel jongeren, en een evolutie naar 15 % lijkt dan ook onvermijdelijk, zelfs met een asielstop. En zonder asielstop? Heeft Marx daar statistische extrapolaties van? Die zouden mij interesseren. Stevenen we af op 30 %? Op 50 %? Op 70 %?
      Paul Collier heeft mij met een vernuftige grafiek duidelijk gemaakt welke mechanismen ertoe leiden dat cultuurvreemde migratie de neiging heeft om altijd maar groter te worden, zoals een sneeuwbal die in een stripverhaal van een helling rolt*****. Zolang niemand mij kan uitleggen dat er andere mechanismen bestaan die die sneeuwbal afremmen, zal ik mij ongerust maken, en er mij over verheugen dat politici van het ‘weldenkende midden’ zinnen op middelen om de asielmigratie te beperken, terwijl ik tegelijk uitkijk naar het moment dat ze de algehele stopzetting overwegen.
     Of bedoelt Marx dat een asielstop zelf, naast onwenselijk, ook onmogelijk is? Dan heb ik daar mijn twijfels over. Maar hij heeft gelijk dat het moeilijk zal zijn. Er zijn internationale akkoorden nodig. Wetten moeten worden veranderd. Mensen als Gilkinet moeten hun ethische prioriteiten herzien. Dat is allemaal niet makkelijk. Ik zie het niet één-twee-drie gebeuren.
     Maar wat Marx voorstelt is ook niet makkelijk: dat de kiezers die nu N-VA en VB volgen – en Vooruit en CD&V op voorwaarde dat die migratiebeperking beloven – dat die kiezers dan maar hun ‘parochialisme’ moeten afleggen en het ‘wereldburgerschap omarmen’. Dat is ook niet makkelijk. Ik zie het evenmin  één-twee-drie gebeuren. En trouwens, als die kiezers wat moeten afleggen, dan zullen de nieuwkomers ook wat moeten afleggen. Alweer iets wat niet één-twee-drie zal gebeuren.
     Nee, dan lijkt de asielstop nog het eenvoudigste van alles wat gebeuren moet. Ik ben wellicht een beetje naïef in dat geloof. Maar Ive Marx is dat in het zijne ook.  

 

* Immigranten aan Amerikaanse (top)universiteiten … ik vermoed vooral Aziaten, ondanks de beperkende quota.


** Het gedicht van Lars Gustafsson citeer ik in dit stukje (hier).


*** Ik schrijf ‘een deel van dat talent’ want het is inderdaad aannemelijk dat een ander deel van dat talent het beste in het land van aankomst tot zijn recht komt.


**** Ive Marx is niet de enige die in zijn betoog weinig onderscheid maakt tussen ‘asiel’ en ‘migratie’. Ik vergeet dat verschil ook wel eens te maken.

 

***** Ik heb aan het boek van Paul Collier verschillende stukjes gewijd. Het laatste vind je hier, met in voetnoot verwijzing naar de andere. 

1 opmerking:

  1. Die politocologen verkondigen meestal maar een mening zoals een ander, daarom ook dat er zo'n variatie is van opvattingen. Ik begrijp niet dat men ze opvoert als wetenschappelijke experten. Met statistieken over complexe maatschappelijke fenomenen kan je gewoonweg alle kanten uit, 't is maar wat je wil 'bewijzen' (bewijs is er niet, hoogstens een illustratie, die je min of meer kan uitkiezen om je stelling te illustreren).

    Het probleem van immigratie dat we kennen in Europa heeft vnl. te maken met te grote groepen en geen controle (beleid) erachter. Dat werkt ontwrichtend voor een samenleving. Een tweede probleem is over-immigratie van moslims, islam dat zich op grote schaal moeilijk aanpast aan de Westerse samenleving.
    Ter vergelijking, orthodoxe Joden hebben ook hun eigen idiosyncratische gewoonten, maar zij komen zelden in conflict met de plaatselijke samenleving.

    Kort gezegd, je kan niet zeggen dat migratie goed of slecht is zonder het te kwalificeren. Het bestaat in verschillende vormen. Dat is zoals met het meeste in het leven, bijvb sport beoefenen, te weinig is niet goed, te veel ook niet, en het verschilt per persoon, of eten, te weinig of te veel of verkeerd , het hangt er allemaal wat vanaf.
    Ik begrijp niet dat die Marx probeert migratie goed of slecht te praten, in plaats van het probleem relatief te bekijken. En daar gaan de meningen dan verschillen, wat nogmaals aantoont dat die politicologen ook maar één van vele meningen verkondigen.

    BeantwoordenVerwijderen