vrijdag 17 mei 2024

Zone of Interest, en andere films


The Zone of Interest
     Het gezinsleven van de kampcommandant van Auschwitz.
     Boosaardigheid heeft iets fascinerends. Ik ben Montefiori aan het lezen over Stalin: Stalin die lacht, Stalin die huilt, Stalin die rouwt, Stalin als echtgenoot, Stalin als vader, Stalin die bewondert, Stalin die jaloers is, Stalin die executies beveelt … je wordt meegesleept. Slechtheid boeit. De acteur Ralph Fiennes is charismatisch als Lord Voldemort. Hij is het ook als kampcommandant Amon Göth in Schindler’s List.
     Hoe anders is dat in The Zone of Interest. Het gezinsleven van commandant Rudolf Höss is de hel van Sartre: een complete leegte – zonder de fysieke martelingen die enkele honderden meter verder plaats vinden. Dus zonder les tenailles, le plomb fondu, les pincettes, le garrot, en zonder tout ce qui brûle, tout ce qui déchire, maar toch l’enfer, en je kunt geen medelijden hebben met die slachtoffers.
      De vrouw van Höss wordt gespeeld door Sandra Hüller. Ze is lomp, dom en wreed: een lege huls. Mijn vrouw kon niet geloven dat het dezelfde actrice was die de gracieuze, levendige, ambitieuze, fijnbesnaarde Sandra Voyter speelde in Anatomie d’une chute.

May December
     Een actrice neemt contact op met een beruchte vrouw die ze zal moeten uitbeelden in een film.
      We hebben lang moeten wachten voor May December op Streamz te zien was. Of het een goede film is weet ik niet zeker:  de meningen hier ten huize zijn verdeeld. Ik zag de film graag, mijn vrouw niet.
      Natalie Portman speelt de rol van de actrice, en op zeker ogenblik legt ze uit hoe ze haar rollen kiest. ‘I’m looking for characters that may be difficult on the surface to understand.’ Het vat de film goed samen. Ik heb nog niet vaak een film gezien waarin het zo moeilijk is om hoogte te krijgen van de personages.

Unfrosted
     Een firma die ontbijtgranen verkoopt is op zoek naar een nieuw product om op de markt te brengen.
 
     ’t Is een Jerry Seinfeld-product. De eerste quoteringen die ik op Imdb tegenkwam waren een 1 en een 10. Zelden een film gezien die de twee quoteringen in gelijke mate verdient. Zelf vond ik alles even grappig, maar ik zal niet snel iemand tegenspreken die alles even belachelijk vond.
      Veel filmcritici waren ontgoocheld omdat de film geen satire bracht op het bedrijfsleven. Maar satire berust op een moreel fundament, en het speciale aan Unfrosted is dat er geen moreel fundament aanwezig is. Unfrosted is braver en minder uitbundig dan een film van de Marx Brothers, maar wezenlijk even anarchistisch.
      Ik moet toegeven dat ik van het genre hou: over nieuwe producten die worden ontwikkeld of die in markt worden gezet: Air (over de promotie van Nike-sportschoenen), Founder (over MacDonalds), Jobs en Steve Jobs (over Mac-computers en iPhones), BlackBerry (over de gelijnamige gsm), The Social Network (over Facebook), Tucker (over de auto met drie koplampen), Framing John DeLorean (over de gelijknamige sportwagen).  En nu dus Unfrosted (over de Pop-Tart-koekjes van Kellogg’s).

Perfect days
     Een man (met een verleden?) werkt als schoonmaker van openbare toiletten in Tokyo.
 
     Ik dacht dat het een film zou zijn zonder soundtrack. Het is omgekeerd: de soundtrack speelt een grote rol. Heel mooie film, ook voor mij die geen Wenders-fan ben. De critici proberen door ingenieus gebruik van adjectieven uit te leggen waaróm de film mooi is, maar naar mijn gevoel slagen ze daar niet in.
     Uiteraard roept de film een interessante vraag op: wat maakt het leven de moeite waard? De protagonist eet en drinkt wat hij lekker vindt, leest boeken en luistert naar muziek die hij leuk vindt, heeft een woning die hem beschut tegen de elementen, heeft een beroep dat minder eentonig is dan veel andere - waarin is zijn bestaan zo verschillend van het onze? t Is waar, hij is eenzaam ...
     Wat ik maar wil zeggen: het is niet omdat de film een interessante vraag oproept dat het een mooie film is. Wat is dan het geheime ingrediënt?     

Women Talking
      Vrouwen in een Mennonitische sekte plannen verzet tegen seksueel misbruik.
       Toen mijn vrouw en ik de trailer hadden gezien, wisten we het zeker: die film heeft alles – drama, actie, dynamiek. Alleen is elke seconde drama, actie en dynamiek die de film bevat in de trailer gestopt. Wat overblijft is … women talking. ’t Is eigenlijk een soort vergadering van een actiecomité, met een radicale vleugel, een gematigde vleugel, een pacifistische vleugel enzovoort. Ik hou niet van zulke scènes en al zeker niet als ze bijna de hele film uitmaken.
     De lezer kent wellicht de ‘wet van Tsjechov’: wanneer in de eerste akte van een stuk een pistool wordt bovengehaald, wordt er in de derde akte geschoten. Pas op voor de spoiler: in deze film wordt het pistool pas bovengehaald in de derde akte, en je hoopt dat er snel iemand zal worden doodgeschoten, al was het een onschuldige baby. Maar nee. 

Ghahreman (A Hero)
    Iraanse film over een man die in de gevangenis zit omdat hij een schuld aan een familielid niet kon betalen.
     Vergeleken met veel Hollywood-producten zijn de films van Asghar Farhadi (A Separation, The Salesman …) een toonbeeld van volwassenheid. En tegelijk krijg je de indruk dat zijn personages – vooral de mannen – zich kinderachtig gedragen. Er is een scène waar twee volwassen mannen beginnen te vechten in een fotocopie-centrum, niet met mannelijke vuistslagen, maar zoals kinderen vechten, of zoals mannen soms vechten in Hollywood-komedies. Maar Ghahreman is geen komedie.
      Steven Pinker schrijft ergens dat de Middeleeuwers en de Renaissance-mensen, zoals ze uit eigentijdse documenten naar voor komen, zich in onze ogen ook kinderachtig gedragen. Dát is de manier waarop wij met onze burgercultuur kijken naar gedrag in een eer-cultuur. Hoe zouden wij ons gedragen in de ogen van eer-cultuur-mensen? Cynisch? Decadent?   

Rustin en Shirley
    Twee films over het zwart activisme in de jaren 60 en 70.
     Heb ik gelijk als ik denk dat de zwarte acteurs de laatste tijd een nieuwe stijl van acteren aan het invoeren zijn? Shirley is interessant omdat een Amerikaanse voorverkiezingscampagne redelijk technisch benaderd wordt. Het waren ook de eerste Amerikaanse voorverkiezingen die ik als tiener heb gevolgd, en waarvan de namen van de kandidaten mij bekend in de oren klinken: George McGovern, George Wallace, Hubert Humphrey, Edmund Muskie ...
     En in Rustin komt een prachtige dialoog tussen de protagonist en dominee Powell, een van zijn concurrenten binnen de Movement. 

  • Powell: Mijnheer Rustin, hou je werkelijk van die mars naar Washington waar je zo hoog over opgeeft?
  • Rustin: Met hart en ziel!
  • Powell: Wat zou je zeggen als – puur hypothetisch – een persoon bij de organisatie betrokken was wiens loutere aanwezigheid schadelijk is voor het imago ervan; iemand die in het verleden dubieuze contacten heeft gehad, politieke en andere, contacten die door de machthebbers kunnen worden gebruikt om de mars te doen mislukken en om 15 jaar vechten voor rassengelijkheid teniet te doen, zou jij zo’n persoon in de organisatie houden, of zou je plichtsbesef je ertoe aanzetten om hem of haar weg te sturen?
  • Rustin: Puur hypothetisch?
  • Powell: Ja.
  • Rustin: Ik zou hem of haar wegsturen. Behalve natuurlijk als ikzelf die persoon was. 

Golda
     De Israëlische Eerste minister Golda Meir moet proberen het hoofd te bieden aan een Egyptisch-Syrische verrassingsaanval in 1973.
     Hellen Mirren speelt de rol van Meir. Haar gezicht is flink bijgewerkt, maar je blijft de actrice herkennen in haar mimiek en de houding van haar hoofd. Meir is geobsedeerd door het aantal slachtoffers dat valt in het Israëlisch leger. Ieder nieuw getal van slachtoffers schrijft ze in een notitieboekje.
     En dan, bij de aftiteling, klinkt het bekende lied van Leonard Cohen, zonder de langdradige intro, over de verschillende manier van doodgaan. De tekst heeft op mij nooit meer indruk gemaakt dan op dat ogenblik, bij die aftiteling. Zoals de Saïdjahs zang Ik weet niet waar ik sterven zal nooit meer indruk gemaakt heeft dan toen ik het als tienjarige knaap zag op een schooltoneelvoorstelling. 

And who by fire, who by water
Who in the sunshine, who in the night time
Who by high ordeal, who by common trial
Who in your merry merry month of may
Who by very slow decay…

Scoop
     De BBC wil prins Andrew interviewen over seksschandalen waar hij bij betrokken zou zijn geweest.
      Voor iemand zonder enige interesse in royalty kijk ik verdacht graag naar The Crown, The Queen, en nu dus naar deze prent. Gillian Anderson is verrukkelijk. In The X-Files maakte ze op mij niet zo’n indruk, maar heel veel van wat ze daarna deed, vond ik heerlijk: Bleak House, The Fall, The Crown, The Pale Blue Eye …
 
     In het BBC-interview komt een merkwaardige passage waarin de prins ontkent seks te hebben gehad met een minderjarig meisje. Dat meisje was ook gaan dansen met de prins en had verteld dat hij daarbij zweette. Dat kon niet, zei de prins, want hij leed aan een aandoening waardoor hij niet kon zweten. Als ik zoiets hoor, denk ik altijd: dat is een sterk argument, de prins zou over dat zweten nooit liegen. Maar eigenaardig genoeg was dat juist het moment dat hij bij het brede publiek alle geloofwaardigheid verloor. Haha, niet zweten, denkt het brede publiek, haha, ik geloof er niets van! Wat een sufferd! Niet zweten!
     Een prins moet er in elk geval voor zorgen dat hij nooit als een sufferd overkomt. Hij moet niet in debat gaan met een minderjarig meisje, als een gelijke. Hij moet geen argumenten aanhalen. Hij is de prins. 

Oppenheimer
     Ik ben bezig met de grote films van het voorbije jaar opnieuw te bekijken: Maestro, Poor Things, The Holdovers. Nu ook Oppenheimer. Bij die laatste is zijn belangrijkste kwaliteit – de intensiteit – wat minder als je de scènes al kent. En als je ze op het kleine scherm ziet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten