zondag 18 maart 2018

De verplichte kinderopvang van de SP.a

     Het was gezellig vanmorgen aan de ontbijttafel. Omdat twee van de drie aanzittenden ook af en toe hun mobieltje raadpleegden bleven we op de hoogte van het nieuws en kwam het gesprek op het socialistisch congres van gisteren. Daar was een voorstel ingediend om kinderopvang verplichtend te maken: minstens één dag vanaf zes maanden, twee dagen vanaf één jaar, en drie dagen vanaf twee jaar – liefst in grote, door de staat goedgekeurde of door de staat beheerde crèches. En nu was dat voorstel volgens onze mobieltjes niet goedgekeurd. We vonden dat jammer want er wordt veel te weinig gelachen in de politiek en hier werd een mooie kans om te ginnegappen de nek omgewrongen. In de plaats van een verplichte stelden de socialisten nu een gratis kinderopvang voor. Gratis. Wie dáár nog om lacht, is wel heel gemakkelijk te vermaken.
     Maar niet alle nieuws dat van het congres kwam was om te lachen. De socialisten hadden ook een voorstel om de kleuterschool vanaf drie jaar verplicht te maken, en dat voorstel werd wel goedgekeurd. Dat was andere koek. Mijn vrouw was er helemaal vóór, en omdat ik wat moeilijk deed, maakte ze aanstalten om haar zienswijze te beargumenteren. Dat was niet nodig, want Jan kwam tussenbeide. ‘Als men iets van bovenaf wil verplichten, en papa begint niet meteen te roepen, dan is dat bewijs genoeg dat hij er eigenlijk ook vóór is.’ Dat had Jan goed samengevat. Die jongen zal het nog ver brengen.
     Ik begrijp inderdaad maar al te goed wat de voordelen zijn van die verplichte kleuterschool. De socialisten spreken geheimzinnig van een ‘gelijke start te geven’ aan ‘bepaalde kinderen’ zodat die niet ‘op school beginnen met een niet op te halen achterstand’. Maar mijn vrouw en ik en uzelf, beste lezer, weten wie die ‘bepaalde kinderen’ zijn. Het zijn migrantenkinderen die thuis amper Nederlands horen en dan op zes- of zevenjarige leeftijd in een klas komen waar onderwijs in het Nederlands wordt gegeven. Het ware inderdaad een goede zaak als met dat Nederlands al drie jaar vroeger werd begonnen.
     ’t Zou natuurlijk wat kosten. Als de migrantenkinderen erbij komen, kan het kleuteronderwijs in onze grote steden op korte tijd verdubbelen, waardoor het aantal kleuteronderwijzeressen ook zou moeten verdubbelen – of misschien zelfs verdriedubbelen, want met dat Nederlands erbovenop wordt hun pedagogische opdracht gevoelig uitgebreid. Maar als er iets is waar ik wél voor wil betalen, is dat voor een betere integratie van de migrantenkinderen.
     Maar hoe zit dat dan met die verplichting waarzonder het algemene kleuteronderwijs er niet komt? Is dat geen aanslag op de vrijheid? Ik geef toe, dat blijft een vies beestje. Maar misschien kunnen we het op een akkoordje gooien. We hebben nu een leerplicht tot de leeftijd van achttien jaar. Voor veel kinderen is dat te lang. Zij willen niet studeren, zij willen werken en geld verdienen. Als we nu eens die leeftijd met twee of drie jaar verkortten? Kinderen die willen verder leren tot achttien jaar en langer, die zullen dat ook doen zonder verplichting. En kinderen die alleen op school blijven omdat het verplicht is, leren in die drie jaar heel weinig bij. Die zouden beter – als ze enkele jaren hebben gewerkt en als hun prefrontale cortex beter is ontwikkeld – bijscholingen volgen waarvan ze het praktisch nut zelf kunnen vaststellen.
     Als we het zo aanleggen, neemt de totale onvrijheid in de samenleving niet toe. De verplichting om te leren wordt niet zozeer vermeerderd dan wel verschoven. Er komt drie jaar verplichting bij aan de benedenkant en er gaat drie jaar verplichting af aan de bovenkant. In de taal van de manager heet dat ‘something in, something out’.

1 opmerking:

  1. mooi! akkoord zou ik zeggen, al ken ik niets van onderwijs -- maar dat gebrek deel ik ongetwijfeld met vele politici.

    BeantwoordenVerwijderen