vrijdag 7 oktober 2022

Complottheorieën van links


     Misschien vergis ik mij, maar ik heb de stellige indruk dat rechts meer creativiteit aan de dag legt in het verzinnen van complottheorieën dan links. Rechts heeft er meer, en ze zijn diverser, gekker en fantasierijker. Bij links is het vaak hetzelfde liedje dat wordt gezongen: de netwerken van extreem-rechts. Pionier in ons land was journalist Walter De Bock die met bewonderenswaardige ijver duizenden en duizenden kaartjes volschreef met namen van extreem-rechtse militanten, hun overburen, de schoonbroers van de overburen, de poetsvrouwen van de schoonbroers van de overburen, en de melboeren die aanbelden bij de poetsvrouwen van de schoonbroers van de overburen, en die, wie weet, misschien wel iets meer deden dan alleen aanbellen en melk verkopen. 
     Dat gebeurde allemaal in een tijd dat er geen computers waren, geen gebruikersvriendelijke software bestond om een digitale databank aan te leggen, en geen sociale media voorhanden waren om onsmakelijke uitspraken op te sporen en verdachte vriendschappen na te gaan. Als Walter een verdachte melkboer op een kaartje wou vastpinnen, moest hij zich verdekt opstellen op de hoek van de straat tot de man tevoorschijn kwam, en hem daarna onopvallend volgen naar zijn huis om de naam te ontcijferen op de deurbel. Je vraagt je af hoeveel uren Walter sliep. Ik ben ooit met Walter ’s avonds laat op café geweest en ik wist niet waar ik mij schuldiger over moest voelen, dat ik hem van enkele uren nachtrust beroofde, of dat ik hem kostbare tijd ontstal om aan zijn geliefde kaartsysteem te werken.
     Vandaag heeft de linkse onderzoeksjournalist het makkelijker. Zo’n Tom Cochez van Apache wil iets schrijven over ‘prepper’ en wapengek Yannick Verdyck die door de politie is doodgeschoten*. Hij zet zich achter zijn computer, opent Google en Facebook, tikt de naam ‘Verdyck’ in, klikt op enkele hyperlinks, en het artikel schrijft zichzelf: ‘Apache toont het netwerk waarin Verdyck al geruime tijd meedraaide en finaal verstrikt raakte.’ Volgt een stuk met een vijftigtal namen van personen, organisaties en publicaties die een netwerk weergeven waar je zó verstrikt in kunt raken dat je blijkbaar riskeert om te worden doodgeschoten. Ik heb het gevaarlijke netwerk hieronder in een namenwolk weergegeven, waarbij de namen die meerdere keren geciteerd zijn in een groter lettertype worden weergegeven.


     ’t Is leuk om even rond te kijken op de wolk. Je kunt het plaatje best vergroten voor een betere leesbaarheid. Aan de linkerkant zie je bijvoorbeeld, drie regeltjes onder N-VA, de naam van de Antwerpse zanggroep De Strangers. Iets hoger aan de rechterkant zie je de naam van Donald Trump. Oké. Wat heeft Donald Trump met Yannick Verdyck te maken? Wel! Trump had een handlanger, Steve Bannon, en die handlanger had weer een handlanger wiens naam niet genoemd wordt en die ik ‘meneer X’ heb gedoopt. Die meneer X – een handlanger van een handlanger van Trump dus – heeft samen met een zekere Vincent De Roeck een boekenclub opgericht ‘in de schoot van het Europees Parlement’. En laat die Vincent De Roeck nu net de voorzitter zijn van de ‘libertaire denktank Libera!’. Met Libera! hebben we eindelijk de laatste schakel van de Verdyck-Trump-connectie te pakken**. Heeft Verdyck op zijn Facebookpagina immers niet verschillende keren blijk gegeven van ‘sympathie voor Libera! en voor nogal wat mensen die er bestuurder van waren of zijn?’ Ik heb onmiddellijk de Facebookpagina van Libera! opgezocht en met een flink aantal duimpjes en hartjes mijn sympathie laten blijken voor de denktank en voor mensen die er bestuurder van zijn, zodat Cochez het makkelijker heeft als hij ooit mijn netwerk in kaart wil brengen.
     Op school moeten leraren Nederlands hun leerlingen bijbrengen hoe ze iets moeten schrijven volgens de OVUR-methode: oriënteren, voorbereiden, uitvoeren, reflecteren. Alles begint met oriënteren. Ik kan mij een beetje voorstellen hoe Cochez zich heeft georiënteerd. Hij verneemt eerst dat er van Verdyck ‘nauwelijks connecties bekend zijn met figuren uit het klassieke extreemrechtse, neonazistische milieu.’ Misschien is dat een bron van ontgoocheling en verdriet. Gelukkig bestaat er een alternatief: de extremistische zelfkant van de libertarische beweging waar Verdyck wél iets mee te maken had. Cochez vat het gedachtegoed van het libertarisme als volgt samen:  een zo minimaal mogelijke rol voor de staat en een volledig gedereguleerde markt.’ Dat is een goede samenvatting. ’t Is uiteraard ongeveer het tegenovergestelde van het nazisme en het neonazisme, maar we weten al langer dat ‘les extrêmes se touchent’. Cochez schrijft dat ‘het pleidooi tegen elke vorm van staatsinterventie bijzonder attractief blijkt voor complotdenkers, preppers en andere mensen op zoek naar een soort totaalverklaring.’
     Cochez heeft hier niet helemaal ongelijk, geloof ik. Maar wát hij heeft om Verdyck in verband te brengen met een libertaire ‘entourage’ is magertjes: zijn hoger vermelde Facebooksympathie voor Libera!, zijn deelname aan een dissidentenbarbecue georganiseerd door Brecht Arnaert (‘een voormalig bestuurslid van Libera!’), een handleiding voor ‘preppers’ die Verdyck schreef voor het blad van dezelfde Brecht Arnaert, en zijn reacties in 2013 op een Facebookdraadje van een anarchistische website, naast die van, alweer, hogervermelde Arnaert en die van een zekere Xavier Everaert, waarvan Cochez beweert dat hij ‘ook’ lid is van Libera! Cochez noemt zulke onder elkaar geplaatste reacties op een draadje: ‘een conversatie’.
      Eigenlijk komt het ‘netwerk’ van Verdyck neer op één naam, Brecht Arnaert – of misschien heeft de onderzoeksjournalistiek van Verdyck maar één naam opgeleverd. Dat is genoeg voor één flinke alinea, maar niet voor een artikel van tweeduizend woorden zoals Cochez voor ogen had. Laat dat geen probleem zijn. Als je in de zoekbalk van Google de naam ‘Libera!’ intikt, en  ‘libertarisch’, ‘libertair’, ‘libertariër’ en ‘libertarisme’, vind je wel een en ander. En kom je per toeval een rare snuiter tegen, dan surf je wat rond of je ook iets vindt over zijn overbuur, de schoonbroer van zijn overbuur, de poetsvrouw van de schoonbroer van zijn overbuur en de melkboer die aanbelt bij die poetsvrouw, en die, wie weet, misschien wel meer doet dan alleen aanbellen en melk verkopen. En die namen kun je allemaal laten vallen in je stuk.
     Dat soort namenjournalistiek brengt een grote oppervlakkigheid met zich mee. Cochez vermeldt ergens een interview uit 2016 met Xavier Everaert. Ik herinner mij dat interview. Everaert legde erin uit waarom het klassiek-liberalisme – ook libertarisme genoemd – van Jean-Marie Dedecker en de jonge Verhofstadt moest worden vervangen door een ‘ijzeren liberalisme’. Voor wie geïnteresseerd is in ‘de kleine stap van libertarisme naar extreemrechts’, viel hier één en ander te fileren. Maar Cochez gaat een andere toer op. De lezer verneemt dat het interview eerst verscheen in Doorbraak en daarna werd overgenomen op de website van Libera!, dat het werd afgenomen door Raf Praet, dat die Raf Praet een voormalig bestuurslid is van Jong-N-VA en ooit een lezing gaf voor Schild & Vrienden, dat hij op die lezing een T-shirt droeg van die neofasctische groep en dat hij ontkende lid te zijn van die organisatie. Cochez krijgt zo niet alleen het woord ‘neofascistisch’ in zijn stuk maar heeft ook meteen zes namen voor zijn namenwolk: Everaert – Doorbraak– Libera! – Praet – N-VA – Schild & Vrienden. De lezer verneemt ook iets over een T-shirt. Maar geen enkel woord over de inhoud van het interview, een inhoud die nochtans representatief is voor de evolutie van een bepaalde groep libertariërs.
     Ach nee, Cochez zijn stuk bevat geen complottheorie pur sang. De meeste informatie zal wel ongeveer juist zijn, enige schoonheidsfoutjes niet te na gesproken. Dat lidmaatschap van Xavier Everaert zonder bronvermelding betrouw ik niet helemaal, maar het kan best***. Hans-Herman Hoppe kwam geloof ik niet spreken op het partijcongres van Vlaams Belang om de ‘economische partijlijn bij te spijkeren’ maar om zijn immigratie-standpunt uiteen te zetten****. Ook gebruikt Cochez erg kwaaddenkende formuleringen om feiten te beschrijven. Als Paul Belien voor Trends een aantal libertaire denkers gaat interviewen heet het dat hij van hoofdredacteur Frans Crols ‘carte blanche krijgt om op die manier een ruim libertair netwerk op poten te zetten.’ Ook past Cochez zijn citaten wat aan. Hij citeert een facebookcommentaar van Everaert nogal onvolledig. Everaert schreef: ‘Wapens. Wapens om al die zandnegers en hun dienaren zoals Lode Cossaer te doden.’ Cochez laat de verwijzing naar Lode Cossaer weg. Die is nochtans interessant omdat Lode Cossaer zelf een nogal strikte libertariër is. Die omstandigheid toont mooi de context van de ‘conversatie’:  een geschil tussen verschillende libertaire strekkingen. Maar die nuance zou misschien afbreuk doen aan de duidelijkheid van de boodschap: het gevaar van het libertarisme waar je beter niet verstrikt in raakt.
    De titel van Cochez zijn stuk luidt: ‘De libertaire gangmakers achter Yannick Verdyck’. Is dat niet de grondhouding van complotdenkerij? Zonder red pil zien we maar een klein deeltje van de werkelijkheid. Yannick Verdyck is maar het topje van de ijsberg. Achter hem schuilen sinistere ‘gangmakers’. En als we de namenwolk bekijken, weten wie die gangmakers zijn: mensen als Boudewijn Bouckaert, Vincent De Roeck en niet te vergeten: de Strangers, die immers een prijs kregen toegekend van de libertairen van Libera!

 

* Over de omstandigheden van het politie-optreden, wacht ik het onderzoek af. Ik probeer zelf complottheorieën te vermijden.

** Stanley Milgram heeft na zijn folter-gehoorzaamheidsexperiment ook een Small World-experiment uitgedacht waaruit hij concludeerde dat er minder dan zes schakels nodig waren om elke Amerikaan met elke andere Amerikaan te verbinden. Als je occasionele contacten meetelt, en die zijn erg belangrijk in complottheorieën, ben ik één schakel verwijderd van Noam Chomsky, twee van Mao Zedong en drie van Lenin. 

*** Werkt Libera! met ‘leden’? Waar moet ik, die mijzelf als libetair de longue date beschouw, aanmelden voor een lidkaart? Op de site is alleen sprake van een Raad van Bestuur, een Algemene Vergadering en een Adviesraad. Die laatste wordt trouwens voorgezeten door Jan Jambon, een naam die jammerlijk ontbreekt in het namenwolk hierboven.

**** Als Hans-Hermann Hoppe wél kwam om de economische partijlijn bij te spijkeren, heeft hij bijzonder weinig succes gehad, gezien het, voor een libertair, half-socialistische karakter van het Vlaams Belang-programma.

1 opmerking:

  1. En maar zanniken over Verdijck. En geen woord over de Killer van Kortenberg die tien keer zo gevaarlijk is. Wat een kloterij.

    BeantwoordenVerwijderen