zaterdag 20 mei 2017

Ik ben 62 nu*

     Ik ben niet altijd tweeënzestig geweest. Gisteren bijvoorbeeld was ik nog eenenzestig, en daarvoor ben ik nóg veel jonger geweest. Hoe moet dat geweest zijn, vraag ik mij af. Slapen zonder last van mijn schouder, opstaan zonder een beetje pijn in de rug, een trap oplopen zonder te hijgen, in staat zijn om een sprintje te trekken op het natte zand naast de zeelijn. En wat speelde zich af in het hoofd van die jongeman? Heb ik iets met hem gemeen?
     De jonge man sterft in de oudere, en de oudere in de nog oudere, zegt Heraclitus.** ’t Is zelfs niet altijd een kwestie van jaren. Vóór ik het water induik, kan ik mij moeilijk voorstellen dat die zwemmer van straks dezelfde persoon is als de aarzelende man op de plank. Als ik gisteren boos was op mijn vrouw, en vandaag zijn we verzoend, dan kan ik mij die wrokkige zeikerd van gisteren amper herinneren.
     De Argentijnse auteur Jorge Luis Borges vertelt hoe in februari 1969 zijn eigen jongere zelf naast hem komt zitten op een bankje. ’t Was in de buurt van Boston. De oude Borges is dan zeventig en de jonge Borges is negentien. Ze maken ruzie over literatuur. De jonge Borges gelooft dat Walt Whitman een oprechte schrijver is en dat metaforen origineel horen te zijn. De oude Borges vertelt de jongeman dat hij blind zal worden. Als het geleidelijk gebeurt, is dat niet erg, zegt hij. Het is als het langzaam invallen van een zomeravond. Ze spreken af om elkaar de volgende dag weer te ontmoeten bij hetzelfde bankje, maar als het zover is blijft de oude man thuis. Hij gelooft dat de jongeman hetzelfde heeft gedaan.
     Ik heb onlangs wat zitten snuisteren in meer dan dertig jaar oude papieren uit mijn politieke verleden. Daar zijn merkwaardige teksten bij. De PVDA en de crisis in de revolutionaire beweging, Structuur en werking van de communistische cel, Houding aan te nemen bij identiteitscontrole door het repressie-apparaat.*** Dat laatste hangt van de ‘concrete omstandigheden’ af, lees ik. **** Als je in groep bent en de rijkswachter is jong, dan kan een ‘turbulente propagandist’ die laatste zover brengen dat hij ‘zijn eigen notaboekje oppeuzelt’.
     Eén stuk trok mijn aandacht. Voor een betere verspreiding van ons weekblad, heet het. Het gaat over de ‘gigantische taak om het partijwerk op een hoger niveau te brengen’ waarbij het weekblad een ‘centrale schakel’ moet zijn. Zulke dingen las ik dus vroeger. Maar dan stoot ik op een eigenaardige zin. ‘Partij-journalisten die vinden dat de lezer best een inspanning mag doen, zouden die redenering beter op zichzelf toepassen.’ Dat doet mij vaag aan Schopenhauer denken. Ergens anders gaat het over de moeilijkheidsgraad van de geschreven pers. ‘Er zijn weinig volksvrouwen die wetenschappelijke tijdschriften lezen; daarentegen zijn er heel wat vrouwen met een wetenschappelijke opleiding die gretig populaire damesbladen en zelfs damesromans lezen.’ ‘Damesroman’ is natuurlijk een courant woord, maar ik ken het van Karel van het Reve. Nog wat verder lees ik: ‘Op welk niveau moeten wij ons richten? Het niveau dat zich bevindt op de grens van de lezers die ons weekblad net blijven lezen, en degenen die het net niet blijven lezen.’ Hè?
     Ik lees het stuk nu helemaal door. De conclusie is onvermijdelijk: ik heb het, meer dan dertig jaar geleden, niet alleen gelezen maar ook zelf geschreven. Als ik de steller ervan tegenkwam op een bankje, dan zouden we over heel veel zaken ruzie maken. Ik zou hem niet erg aardig vinden, vrees ik, en hij mij ook niet. Op dat punt ben ik niet veel veranderd.

* Zie ook hier en hier.

** Of althans Plutarchus: φθείρεται μὲν μὲν γὰρ ὁ ἀκμάζων γενομένου γέροντος, ἐφθάρη δ᾽᾽ ὁ νέος εἰς τὸν ἀκμάζοντα

*** Ik heb de spelling wat aangepast, want misschien leest ergens een leerling mee en blijft het woordbeeld ‘kommunisties’ en ‘konkreet’ dan hangen.

**** ‘Concreet’ was een erg populair woord in de communistische beweging. Omstandigheden bijvoorbeeld waren altijd ‘concreet’.

4 opmerkingen:

  1. Een oud-leerling las toch al en merkte op: een werkwoord teveel in de laatste zin over de oude man en de jongeman.
    Enne... proficiat met uw verjaardag!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hihi heel raar, als ik op Google aanmeld zegt ie dat ik juf Gitte ben. Zo ijdel wou ik nu ook niet overkomen :)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt, Gitte, voor de felicitaties en de correctie. 'Juf' is een eretitel. Daar mag je terecht trots op zijn. Dat is geen ijdelheid.

      Verwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen