zondag 11 augustus 2019

Autocorrect en Mme de Pompidou

Deze dame heet volgens mijn Kindle ‘Madame de Pompidou’
     Jaren geleden werkte ik als nederige klerk bij het advocatenkantoor Loeff Claeys Verbeke. Toen ik daar begon te werken heette het kantoor anders, en toen ik er stopte met werken ook, maar ik herinner mij het kantoor toch vooral als Loeff Claeys Verbeke. Als ik brieven typte, moest ik altijd opletten met die namen. De spellingcorrectie verving, zonder dat even te vragen, de naam ‘Verbeke’ door ‘Voerbak’. Sommige industriëlen van dit land hebben ongetwijfeld wel eens een brief ontvangen van het kantoor Loeff Claeys Voerbak.
      Ik krijg de laatste tijd weer te maken met die automatische spellingcorrectie, maar dit keer bevind ik mij ‘at the receiving end’. Dat komt zo. Ik lees af en toe in de briefwisseling van Mme du Deffand. Mijn Kindle-uitgave, waar ik € 7,95 voor heb betaald, is eigenlijk niets meer dan een gescande en omgezette versie van de uitgave van 1865. ‘Classée dans l’ordre chhonolouique’, staat er op het voorblad. Dat voorblad alleen al maakt duidelijk dat de tekst niet langs een echte corrector is gepasseerd en elke bladzijde bevat tientallen fouten. Na een twintigtal bladzijden begin je  enige systematiek in de fouten te ontdekken. Kleine ‘l’ apostrophe wordt meestal grote ‘Y’ en kleine ‘y’ wordt meestal ‘v’. Yan moet je dus lezen als l’an en il va moet je dus lezen als il y a, behalve als het hij gaat betekent. Je raakt eraan gewend.
      Bij eigennamen gaat de autocorrectie wilder tekeer. Als in een brief wordt gesproken over ziekte en genezing komt vaak een zekere ‘Gertrude’ ter sprake. Het heeft even geduurd voor ik erachter kwam dat hiermee dokter Antoine Mertrud bedoeld werd. Soms gaat het over een ‘princesse de Robe’. Je denkt even aan het fameuze onderscheid tussen de ‘noblesse de robe’ en de ‘noblesse d’épée’, maar dat heeft er niets mee te maken want wat later wordt de naam correct gespeld en blijkt het te gaan om ‘la princesse de Robecq’.
      Bekende namen kun je vaak raden. Menig lezer zal onmiddellijk weten wie bedoeld wordt met Madame de Pompidou. Soms helpt de context. Een zekere ‘Swing’ heeft een verhaal over een ton geschreven. Dat moet Swift zijn. De eerste drie keer dat je de naam ‘Malpolie’ tegenkomt, krab je in je haar, tot de voornaam Horace alles duidelijk maakt: Sir Horace Walpole*. Over die ‘Malpolie’ heeft de ‘historien démocratique Macula’ een venijnig stuk geschreven. Dat stuk ken ik en het is van Macaulay. Er wordt een anekdote verteld die ons door ‘Chambart’ is overgeleverd. Ook die anekdote herken ik; ze is van Chamfort. 
         Sommige verwarringen zijn vooral grappig als je ze uitspreekt. De minnaar en vriend van Madame Du Deffand heette Hénault, maar in mijn uitgave wordt dat ‘Hérault’, terwijl de man voor nogal laf doorging. Madame de Genlis wordt ‘Madame de Genepis’. Het loont de moeite om dat eens op zijn Nederlands uit te spreken.
     In alle vorige gevallen kun je je nog voorstellen hoe de spellingcorrectie te werk is gegaan. Maar soms zijn haar wegen ondoorgrondelijk. De brief van Deffand van 5 september 4760 bijvoorbeeld is gericht aan de ‘Marquis de Pavlov’. Dat 4760 moet 1760 zijn, dat is geen kunst, maar een ‘Marquis de Pavlov’? Het kan natuurlijk. Deffand interesseerde zich wel enigszins voor de Russische geschiedenis. Maar wacht. Die Pavlov zou ook de tragedie ‘Tancrède’ geschreven hebben. Wat zouden die Russen in 1760 tragedies schrijven die ‘Tancrède’ heetten? Zou die niet veeleer geschreven zijn door de beroemdste tragedieschrijver van die tijd, de  verlichtingsdenker François-Marie Arouet, wiens naam door hemzelf als ‘Voltaire’ gespeld werd, maar in mijn uitgave wel eens voorkomt als ‘Voiture’?
     Zo is dat. De grote schrijvers van de Franse verlichting zijn Rousseau, Diderot en Voiture. Die Pavlov heeft er niets mee te maken.

* Eén keer staat er in de tekst correct Walpole, maar dan is de voornaam Fouace geworden. Er is, geloof ik, ook slechte wil mee gemoeid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten