donderdag 2 november 2017

Huwelijksaanzoek op zijn Brits

     Vroeger dacht men dat je vreemde talen kon leren door grappige boekjes te lezen. Dat was vóór het ‘communicatieve talenonderwijs’, waar ik nu soms ‘visieteksten’ over ontvang. Maar wij, in onze tijd, leerden Nederlands uit Pieter Bas, Engels uit Three Men in a Boat en Frans uit Les carnets de Major Thompson, waar de leuke zin in voorkwam: ‘La France est divisée en 43 millions d’habitants.’
     Die majoor van ’t laatstgenoemde boekje heet William Marmaduke van zijn voornamen, is zo Engels als gekookte biefstuk en heeft, na het overlijden van zijn eerste vrouw, een Française als tweede vrouw genomen. In korte hoofdstukjes verkent hij de vermakelijke kenmerken van de Fransen, waarbij de lezer tussen de regels door– dat is ’t leuke – evenveel te weten komt over de vermakelijke eigenschappen van de Engelsen zelf.
     Vóór de majoor getrouwd was met zijn Française, waren de twee een keer aan het wandelen geweest langs de Seine. Martine, want zo heette zij, had hem bij die gelegenheid gezegd dat ze de grijze haartjes van zijn snor wel schattig vond. Die intieme opmerking was voor de majoor een schokkende ervaring. Het deed hem denken aan die andere emotionele uitbarsting die tot zijn eerste huwelijk had geleid: ‘Nous deux … après tout … Qu’est-ce que vous en pensez?’
     Zouden Engelsen echt ooit op zo’n flegmatieke manier een huwelijksaanzoek verwoord hebben? In het Engels dan? Laat eens kijken.
     Eind negentiende eeuw was in heel Engeland geen Engelser Engelsman te vinden dan Joseph Conrad. Aristocraat, gereserveerd, man van de zee, altijd een tweed jasje. Hij was weliswaar Pool van geboorte en nerveus van aard, maar daardoor deed hij alleen nog meer zijn best om met de heftigheid van de nieuwbekeerde in alles zo Brits mogelijk te zijn.
     Als kapitein kon Conrad op zee niet meer aarden toen zeilschepen zoetjesaan door stoomschepen werden vervangen. Hij vestigde zich op het vasteland, begon te schrijven en ging op zoek naar een vrouw. Hij werd een paar keer afgewezen en leerde toen Jessie George kennen met wie hij zo nu en dan afsprak. Een keer, op de trappen van de National Gallery, draaide hij zich naar haar toe en zei: ‘Kijk eens hier, mijn beste, zouden wij niet beter trouwen. Dan zijn we ervan af. Kijk eens naar het weer. Binnen een week kunnen we in Frankrijk zijn.’
      Hoewel hij zuiver Engels schreef, was Conrads gesproken Engels afschuwelijk: alle klemtonen fout, alle klanken fout, de meeste werkwoorden fout. Zijn kernachtige ‘We had better get married and out of this’ moet geklonken hebben als ‘Wee hard betterr get marrièd aunt out off disa.’
     Ook tijdens de huwelijksnacht was de romantiek stevig onder controle. Conrad was niet gehaast. Voor hij bij zijn vrouw ging slapen, schreef hij tot twee uur ’s nachts brieven - die hij daarna zelf op de post ging doen ook.


1 opmerking:

  1. Ik weet niet meer zo goed hoe ik Engels leerde. We werden bevrijd door Canadezen en Engelsen in september 1944. Achteraf bleek mijn vader zich met een Brit bevriend te hebben. Zijn voornaam was Bill en hij was afkomstig van Greenwich (Oost-Londen). Hij is later als vrijgezel bij ons veel op zomervakantie gekomen. En hij bracht naast chocolade van de gebruikelijke mindere en typisch Britse kwaliteit ook enkele boeken mee zoals van Churchills memoires en ook een legerscheerapparaat. Dat laatste was een vernuftig blikken doosje, waarin een stukje scheermes handig bijgeslepen kon worden met aan de ene zijde een wetsteen en aan de andere zijde een wetleer. Ik heb er later in mijn puberjaren veel plezier aan beleefd. En het Engels leerde ik aan de hand van de literaire ontboezemingen van hij, die in 1951 weer premier van Groot-Brittannië werd.

    BeantwoordenVerwijderen