woensdag 3 januari 2024

Overleden acteurs, en andere kortjes


Tom Wilkinson (1948-2023)
     Ik overloop de lijst van films waarin Wilkinson heeft meegespeeld. Ik heb er zeker meer dan tien van gezien. Maar bij het lezen van de titels verschijnt de acteur niet ‘voor mijn geestesoog’. Hij speelt mee, zie ik, in Sense and Sensibility (1995). Dan moet hij Mr. Dashwood geweest zijn, maar ik zie hem niet. Ik zie hem het duidelijkst voor mij als de stevig drinkende, onverstoorbare advocaat in Denial (2016), de rechtbankfilm over Holocaust-ontkenning. Als ik mijn best doe, zie ik hem ook in Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004), in The Girl with the Pearl Earing (2003) en in Shakespeare in Love (1998) – allemaal films waarin hij een bijrol speelt.  En voor ik het vergeet, als Benjamin Franklin in de miniserie John Adams (2008). Voor de andere films zou ik vals moeten spelen. Ik zou stills moeten gaan opzoeken op het internet. 

Alan Arkin (1934-2023)
     Catch-22 (1970), Glengarry Glen Ross (1992), The Kominsky Method (2018-2019). Voor de rest zou ik vals moeten spelen. 

Andre Braugher (1962-2023)
     De zwarte acteur Andre Braugher was mij opgevallen als de vinnige en intense Fank Pembleton in Homicide: Life on the Street, een politieserie uit de jaren 90. De serie speelde zich niet af in New-York, Chicago, San Francisco of L.A. maar in Baltimore. Ik had bij wijze van spreken nog nooit van Baltimore gehoord. Pembleton was een inspecteur met, als ik mij goed herinner, een katholieke achtergrond. In een van de afleveringen ondervraagt hij een schurk – ik zie nu dat het Steve Buscemi is – die zich uitgeeft voor een racistische, rechts-anarchistische intellectueel die Plato leest in de originele versie. Pembleton daagt hem uit om een stukje Plato voor te lezen maar hij kan het niet. Dan pakt Pembleton het boek vast, zegt: ‘This is what the Jesuits taught me’ en hij begin zelf Plato te vertalen.
     Toen ik Braugher vijftien jaar later terug zag in House MD en Brooklyn Nine-Nine was de acteur 50 kilogram zwaarder. Maar ik herkende hem nog*.

Ryan O’ Neal (1941-2023)
     Ik weet niet of Ryan O’Neal een goede of een slechte acteur was, maar hij had geloof ik niet veel charisma. Ik denk dat dat de reden is dat Stanley Kubrick hem koos voor de hoofdrol in Barry Lyndon.

Gérard Depardieu
       Over de zaak-Depardieu kunnen verstandige mensen van mening verschillen, maar er zijn ook een aantal zaken waar die verstandige mensen het eens over kunnen zijn.

  1. Ook artiesten  moeten voor bewezen misdrijven gestraft worden to the full extent of the law. Een rechter moet rekening houden met verzachtende omstandigheden, maar artistiek talent is géén verzachtende omstandigheid.
  2. Verkrachtingen zijn een realiteit, niet aangegeven verkrachtingen zijn een realiteit, en valse beschuldigingen van verkrachtingen zijn evengoed een realiteit. Ook tijdens de heksenvervolgingen van de 15de tot de 18de  eeuw werd wel eens een valse beschuldiging geuit. 
  3. In afwezigheid van een juridische uitspraak (of ondanks een juridische uitspraak) kunnen er goede redenen zijn om beschuldigingen te geloven of niet te geloven. Men mag dat geloof openbaar maken, maar een zekere terughoudendheid dringt zich op.
  4. Ook zonder verkrachtingen is er op Depardieus gedrag wel een en ander aan te merken.
  5. Misdaden of laakbaar gedrag kunnen voor de overheid geen reden zijn om kunstwerken te verbieden.
  6. Misdaden of laakbaar gedrag kunnen voor privé-organisaties of -bedrijven wel een reden zijn om een kunstwerk niet meer te verspreiden, maar ook hier dringt een zekere terughoudendheid zich op, want die organisaties of bedrijven nemen dan een morele beslissing die in de eerste plaats de kunstliefhebber of -consument toekomt.

Gerard Depardieu (2)
    Men kan zich om velerlei redenen geroepen voelen om zich in het Depardieu-debat te mengen. Sommige van die redenen zijn legitiem, bijvoorbeeld omdat men een groot bewonderaar is van de acteur, of omdat men een bepaald moreel principe erg belangrijk vindt. Dat feministen het debat aangrijpen, vind ik perfect normaal, net als dat anti-woke activisten zoals Sabine Prokhoris dat doen. Maar dat Mia Doornaert nogal snel van Depardieu overstapt naar de verkrachtingen door Hamas, vind ik een goedkope zet. En dat Doornaert daarna door haar vijanden ervan beschuldigd wordt dat ze Depardieu onrechtstreeks in de verdediging neemt, dat vind ik dan weer laster. 

Europa, de migratie en de democratie
     Bart Brinckman in DS 22/12: ‘Pas als Europa de regie over de migratie kan overnemen, zal het thema electoraal aan kracht inboeten.’ ’t Is een zin die je even moet laten bezinken. Dus: een van de grootste uitdagingen van de eeuw, zou geen rol mogen spelen bij de verkiezingen? Dat is in elk geval niet erg democratisch.
     Nu ben ik de eerste om toe te geven dat democratie hier een nadeel heeft. Als vóór of tegen migratie een electoraal thema is, zal onvermijdelijk vóór of tégen migranten ook een thema zijn. Dat is slecht voor de samenleving. Maar als migratie géén thema is, dan zullen de nationale en internationale elites, die de immigratie alleen kennen van statistieken, nooit de omvang van het probleem begrijpen, en zullen ze de nodige ingrijpende koerswijziging blijven uitstellen. 

Het migratiepact als ‘stap in de goede richting’
     Ik heb het migratiepact onlangs een ‘stap in de goede richting’ genoemd. Professor Steven van Hecke doet in De Standaard van vandaag hetzelfde. ‘Alle stappen in die richting verdienen respect en aanmoediging,
 schrijft hij.  Volgens de professor is het die ‘van solidariteit binnen Europa en voorrang aan de zwaksten’. Voor mij is het die van beperking van de migratie. 
    Het verschil tussen mijn mening en die van Van Hecke zie je ook in de manier waarop hij in discussie gaat met Arnon Grunberg, die beperking op migratie ‘immoreel’ vindt. Dat daar iets immoreels aan is, vinden Van Hecke en ikzelf ook min of meer. Maar we wegen af, en we doen dat elk op een andere manier. Volgens Van Hecke is een zekere beperking minder immoreel dan de huidige toestand van chaos en mensensmokkel. Volgens mij is een ingrijpende beperking minder immoreel dan een migratie die realistisch gezien niet fatsoenlijk kan worden geïntegreerd. 

Het slachtofferschap van Joden en Palestijnen
     Meestal is de kop boven een krantenstuk minder genuanceerd dan de tekst zelf. Vandaag gebeurt in De Standaard iets omgekeerds. Op de laatste pagina staat een opinie van Geert Vervaele, godsdienstwetenschapper en leerkracht. ‘De strijd om het slachtofferschap,’ luidt de kop. Dat heb ik gisteren nog precies zo verwoord in een telefoongesprek met een oude vriend. En de lead van het artikel is ook prima. ‘Zolang Israël en Palestijnen zich wentelen in hun slachtofferrol en reageren vanuit hun trauma’s komt er geen oplossing voor het conflict.’ Genau so!
     De rest van het artikel is echter in de stijl van het Palestina-comité. Er staat niets in wat echt fout is, maar er staat ook veel niet in wat de zaken evenwichtig zou kunnen voorstellen. ‘Wat de Holocaust oproept bij de Joden, roept de Nakba op bij de Palestijnen.’ Ik weet niet wat precies bij wie wordt opgeroepen, maar iemand die de Holocaust met de Nakba vergelijkt, laat zich leiden door politieke passies, en niet door historische kennis of morele overwegingen.
     En wat kijkt die Geert Vervaele droevig op de foto. 



 

* Die aflevering van Homicide: Life on the Street staat hier op Youtube. Plato komt aan bod op 30:27

3 opmerkingen:

  1. 'Ook tijdens de heksenvervolgingen van de 15de tot de 18de eeuw werd wel eens een valse beschuldiging geuit. ' Dit: ...werd wel eens een valse beschuldiging geuit... Zou ik vervangen door 'werden valse beschuldigingen geuit.' Anders lijkt het alsof er maar af en toe iemand niet 'echt' een heks was ;)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Mijn formulering is ironisch bedoeld. Ik vermoed dat de lezer begrijpt dat álle beschuldigingen van hekserij vals waren, aangezien heksen niet bestaan. (Er kunnen natuurlijk wel mensen bestaan hebben die dachten dat ze heks waren of bovennatuurlijke krachten hadden).

      Verwijderen
  2. Citaat: "Ik weet niet wat precies bij wie wordt opgeroepen, maar iemand die de Holocaust met de Nakba vergelijkt, laat zich leiden door politieke passies,.. historische kennis..."

    Dingen moeten niet kwantitatief vergelijkbaar zijn om elkaar op te roepen. Anders gezegd, in de gegeven omstandigheden en context kan het heel grote onrecht t.o. de Joden wel het onrecht t.o. de Palestijnen oproepen (of vice versa). Niet omdat ze kwalitatief en kwantitatief van dezelfde grootteorde zijn,. Dat zijn ze niet,
    Voor 2 volkeren die tegenover elkaar staan, waar ofwel de ene of de andere wint of verdwijnt, zijn dit onrechten die elkaar oproepen. Bovendien het ene onrecht vergoelijkt niet het andere, temeer daar het niet de Palestijnen zijn die de Holocaust pleegden.
    Dit heeft niets met historische kennis of passie te maken. Uw opmerking toont weinig inzicht, historisch, maatschappelijk of over de menselijke conditie. Een karakteristiek van Amadezen?

    BeantwoordenVerwijderen