vrijdag 12 januari 2024

Robin Hood, de belastingen, en andere kortjes

 


Robin Hood en de belastingen
     De avonturen van Robin Hood was een van de eerste boeken die ik las als kind. Robin moet onder andere een stokgevecht aangaan met een reus die de grappige bijnaam heeft van Kleine Jan. De twee kemphanen staan daarbij op een brug, eigenlijk niet meer dan een boomstam. Later worden ze vrienden. Robin kan niet alleen in een stokgevecht zijn mannetje staan, hij kan ook heel goed overweg met pijl en boog. Op een dag moet hij bij een wedstrijd op een doel schieten waar er al een pijl precies in het midden staat. Hij legt het zo aan dat hij met zijn eigen pijl dwars door die andere pijl schiet. Hoe cool is dat! Ik heb in elk geval het hele verhaal geboeid gelezen en heb daarbij niet diep over de historische en politieke dimensie ervan nagedacht. Wel heb ik met vriendjes het stokgevecht tussen Robin en Kleine Jan nog nagespeeld.
     Later, toen ik les gaf, werd dat anders. Toen gebruikte ik dat verhaal om het onstaan van sagen en legenden uit te leggen. Die verhalen, zei ik, gingen vaak terug op historische gebeurtenissen of conflicten. Het Robin Hood-verhaal bijvoorbeeld kon best ontstaan zijn uit de animositeit van de Saksische bevolking in Engeland tegen de nieuwe Normandische heren. Er waren nog meer mogelijke verklaringen, maar als mijn leerlingen van het vierde jaar die ene konden geven op het examen was ik al blij. Het was bovendien een goede voorbereiding op het vijfde jaar, want dan zouden ze die Saksen en Normandiërs weer tegenkomen in de lessen over de sage van koning Arthur, alleen zouden er dan ook nog Kelten en Romeinen meespelen.
    Columnist Raf Njotea in De Standaard hanteert een andere benadering. Hij ziet in de Robin Hood-legende ‘een metafoor voor rechtvaardige herverdeling.’ Tegelijk herinnert hij zich van de Disney-film dat Robin Hood eigenlijk streed tegen onrechtvaardige belastingen. Hoe kan Njotea nu de kwestie van die rechtvaardige herverdeling rijmen met de kwestie van die onrechtvaardige belastingen? Hij probeert dat door een voorbeeld te geven van een sociale woning en een villa. De bewoners van de sociale woning worden gesubsidieerd met belastingsgeld, maar de bewoners van de villa worden nog zwaarder gesubsidieerd met bouwpremies en subsidies voor isolatie. Dit is ongetwijfeld zo. Maar dan gaat Njotea verder: ‘Zo zijn er nog talloze voorbeelden van hoe fiscaliteit vaak vooral de hogere middenklasse en rijken ten goede komt.’ En hij geeft nóg zes van die voorbeelden.
      Deze manier van redeneren valt onder de noemer anecdotal evidence. Ik ben daar een groot voorstander van, vooral als het gaat om zaken die je zelf hebt meegemaakt. Met zo’n voorbeelden kun je een betoog kruiden, een dubieuze statistiek testen of relativeren, en dwaze veralgemeningen weerleggen. Maar je kunt er geen algemene conclusies uit trekken of je moet die, zoals Njotea dat doet, afschermen met een slimme combinatie van de woordjes vaak en vooral. Als je beweert dat het fiscale systeem vaak de rijken bevoordeelt, heb je gelijk. Als je beweert dat het systeem vooral de rijken bevoordeelt, heb je ongelijk. En als je beweert dat het systeem vaak vooral de rijken bevoordeelt, speel je vals. In de Westerse landen – ook in de VS* – zorgt de balans belasting/subsidie in zijn geheel voor een herverdeling van rijk naar arm. Daar bestaat weinig twijfel over. In de tijd van Robin Hood was het omgekeerd.

Het openbaar vervoer
     Omdat ik overal hoor en lees over het openbaar vervoer, heb gisteren eens uitgetest hoe het daarmee gesteld is. Anecdotal evidence verzamelen zeg maar. Om 10:40 verlaat ik de woonst om mij naar de bushalte Weg-op-Schriek te begeven. De 520 van 10:58 is drie minuten te laat. Dat kan nipt worden want bij bushalte Putte-Centrum moet ik de 511 naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver nemen. Die vertrekt al om 11:11. Gelukkig is die bus uiteindelijk ook drie minuten te laat zodat ik hem moeiteloos kan nemen en om 11:20 ter bestemming ben, ongeveer een uur te vroeg voor mijn afspraak, en tien minuten vóór café en ijssalon Margo opengaat.
      Enkele genoeglijke uren later … Om 13:49 neem ik aan bushalte Onze-Lieve-Vrouw-Waver-Kerk de 510 naar Mechelen, en daar weer trein naar Leuven die om 14:22 moet vertrekken maar die een vertraging heeft die volgens het bord elke minuut precies met één minuut toeneemt, zodat de wachtende reiziger het gevoel heeft dat hij bij wijze van spreken ter plaatse trappelt. Uiteindelijk vertrekt de trein om 14:42 en kom ik in Leuven aan om 15.10, ruim een uur te vroeg voor mijn afspraak en bijna twee uur te vroeg voor de film.
     Enkele genoeglijke uren later … de weg terug. Ik haal nog net de trein van Leuven naar Mechelen van 19:24 en kom aan stipt om 19:52. Daar moet ik wachten op de 520 die voorzien is voor 20:35. Ruimschoots de tijd om aan een frietkraam een portie friet te bestellen. Als de 520 op tijd is, en die is altijd op tijd, sta ik om 21:07 bij de bushalte Weg-op-Schriek en ben ik om 21:20 thuis om de poes eten te geven. 

Pinguïn
     Als het vriest en de wegen zijn glad, wordt de brave burger door de media op het hart gedrukt om toch maar voorzichtig te zijn. Die kinderachtige berichtgeving wekt de spotlust op van velen. ‘Mensen, pas op, wees voorzichtig,’ pasticheert Pascal Cornet op zijn FB-pagina. ‘Blijf thuis. Het kan glad zijn, er kunnen ijsplekken voorkomen! Die zijn glad. Dat wil zeggen dat u erop kunt uitglijden. Als als u uitglijdt, kunt u vallen. Op uw poep.’ Ik vind dat erg grappig gezegd.
     Maar het is niet allemaal onzin wat de media ons voorhouden. Op nu.nl las ik de kop Niet uitglijden? Lopen als een pinguïn kan helpen. Ik heb de rest van het artikel niet gelezen, maar de boodschap van de kop ben ik nu al een hele week nauwgezet aan het toepassen. Voeten naar buiten gericht bij het stappen en en dan waggelen, met gewichtsverplaatsing van links naar rechts en dan weer van rechts naar links. Het werkt. Ik ben nog geen enkele keer gevallen. En als ik naar buiten ga om iets in de vuilnisbak te gooien, moet ik nochtans altijd voorbij een heel gladde strook op het pad.

‘Dichteres in de gevangenis’
     Ik blijf in de reguliere pers maar koppen tegenkomen over ‘Dichteres in de gevangenis’. Dat gaat dan om Hind Eljadid die op het podium van het Europa-feest in Mechelen geroepen had dat Europa geen feest verdiende. De politie zag een verband met een vlaggenactie in de zaal, vond dat ‘ordeverstoring’ en ‘ging over tot de administratieve aanhouding’ van Eljadid en de actievoerders.
     Rachida Lamrabet schrijft er iets over in De Standaard. Ze is heel zeker de naam en de kleur van de dichteres bij de aanhouding een doorslaggevende rol hadden gespeeld. Maud Vanhauwaert zou voor dezelfde actie niet ‘in de cel gegooid zijn.’
     Dat betwijfel ik. Ik ben als blanke actievoerder misschien tien, twintig keer ‘in de cel gegooid’, dat wil zeggen voor enkele uren administratief aangehouden, al dan niet gevolgd door de opstelling van een proces-verbaal. In de jaren 70 noemde ik dat ‘fascisering’, in de jaren 80 noemde ik het een kat-en-muisspel. En als ik er nu aan terugdenk, vermoed ik dat sommige van die aanhoudingen terecht waren, en sommige andere een gevolg van onnodige ijver van de politie. Maar nooit – ook niet in de jaren 70 – heb ik van zulke aanhoudingen een drama gemaakt. Als je alleen opgesloten was, kon je je wel eens enkele uren vervelen. Als je met meerdere actievoerders was opgesloten, kon het leuk zijn.  
Ik heb zo mijn vrouw leren kennen**. Als men ons vraagt hoe we elkaar hebben leren kennen, antwoorden we altijd: In de gevangenis.’ Dát klinkt wel een beetje dramatisch.

De Russische tegoeden in beslag nemen
     Professor Joseph Stiglitz, die in 2001 de Nobelprijs voor de Economie won, heeft samen met een collega een artikel geschreven waarin hij pleit voor het in beslag nemen van de Russische tegoeden in het Westen. Hij legt uit dat daar weinig economische risico’s aan verbonden zijn. Hij zal zoiets beter weten dan ik. Ook vindt hij dat die inbeslaggenomene tegoeden aan Oekraïne moeten worden geschonken, als een soort schadevergoeding.
     Ik vind dat tweede luik van de redenering onrealistisch. Ook als Oekraïne de oorlog wint, zal dat geen overwinning zijn zoals in de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Moskou zal niet door Oekraïnse troepen worden ingenomen. Niemand zal vredesvoorwaarden zoals een schadevergoeding of een herstelbetaling kunnen opleggen – hoe rechtvaardig dat ook zou zijn. Dan is het de vraag of de normale economische betrekkingen met Rusland weer moeten worden hervat, of niet.
 
     Ik vind van wel. Internationale handel met geopolitieke vijanden schijnt weinig bij te dragen tot de kansen op vrede, maar economische blokkades dragen wel bij tot de kansen op oorlog. Was Napoleon niet zo koppig geweest met zijn Continentale Blokkade, had hij misschien nooit naar Rusland moeten trekken. Misschien was hij wel aan de macht gebleven, als grondlegger van een nieuwe dynastie, en spraken wij nu allemaal Frans. 

 

* Bij Steven Pinker vond ik Amerikaanse gegevens voor 2013. De ongelijkheid in inkomens is behoorlijk hoog (gini-coëfficiënt 0,53) maar wordt eerder gemiddeld na de herverdeling door belastingen en subsidies (gini-coëfficiënt 0,38). Het gaat dus om een daling van de ongelijkheid van 15 procentpunt door een transfer van rijk naar arm. Natuurlijk zou je je kunnen afvragen of de oorspronkelijke ongelijkheid zo hoog zou zijn als die fiscale herverdeling niet bestond en in de economische transacties niet was ingecalculeerd. (Pinker zelf haalt zijn gegevens uit Roser, M. 2016. Income inequality. Our World in Data. https://ourworldindata.org/income-inequality/).

 

** Over een spannend avontuur bij zo’n administratieve aanhouding, zie mijn stukje hier.


*** Zie ook hier, het kortje ‘Eigendomsrecht’

6 opmerkingen:

  1. Russische tegoeden.

    Dat is een vraag die her en der opkomt, moet Rusland - uiteindelijk (?) - schadevergoeding betalen voor de oorlogsvernietigingen? Vaak wordt parallel gemaakt met WOI en de Duitse schadevergoedingen. U was er tegen (ooit in een bijdrage, misschien bent u nu meer genuanceerd, uw Amada verleden indachtig kan u veranderen, maar twijfel blijft over de intellectuele capaciteit natuurlijk - eens een afwijking, altijd een afwijking?...).

    Men kan van post-WOI leren, maar het principe blijft dat een aggressor schadevergoeding zal moeten betalen. Vraag is hoe, hoeveel, hoelang. Rusland is een enorm land met enorme natuurlijke grondstoffen. Schadevergoeding kan zeer makkelijk in natura (en land) gegeven worden, zonder dat de Russische economie en mogelijkheid tot heropleving worden aangetast.

    Kort gezegd, wie het potje breekt etc geldt niet enkel in de lokale winkel, ook in de wereldwinkel...
    Dat gezegd zijnde zal Rusland terug in de wereldgemeenschap moeten geïntegreerd worden, in de veronderstelling dat we ooit terug tot een vrede komen en Rusland er niet uitkomt als het overheersende Tausendjähriges Reich...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dit was hier mijn punt niet. Na WO I kón de schadevergoeding afgedwongen worden, los van de vraag of dat moreel of verstandig was. Hier kan ik mij geen scenario voorstellen waarin de schadevergoeding afdwingbaar is. Wel kunnen we bijvoorbeeld weigeren om met Rusland handel te drijven, zolang de schadevergoeding niet betaald wordt, maar dat is zowel in ons als in hun nadeel.
      Ik geef toe dat het argument niet waterdicht is wat betreft de inbeslagname van de tegoeden. Als er meer Russische tegoeden in het Westen zijn dan omgekeerd, zou je kunnen redeneren dat die wel als gedeeltelijke schadevergoeding kunnen worden gebruikt. Als de Russen om die reden weigeren om daarna weer met het Westen handel te drijven, is dat ook in hun nadeel.
      Ik geef ook toe dat de vrolijke regel van handel met iedereen vandaag niet helemaal los kan worden gezien van geopolitieke benaderingen. Die precieze verhouding gaat mijn intellectuele capaciteit en zeker mijn dossierkennis ver te boven.

      Verwijderen
    2. Citaat: "Na WO I kón de schadevergoeding afgedwongen worden, los van de vraag of dat moreel of verstandig was."

      Het afdwingbaar zijn van een schadevergoeding heeft niets te maken met het principe dat de aggressor de vernielingen moet vergoeden. Of dat moreel of verstandig is evenmin. Of de aggressor kan vergoeden of niet heeft ook niets met het uitgangspunt te maken. Een schade moet beraamd worden, en de eigenlijke vergoeding kan on-hold gezet worden, of verminderd of afgeschreven worden. Of gewoon uitgekeerd worden.

      Het uitganspunt is vergoeden. Zoals ik schreef, de vraag is hoe, hoeveel, hoelang (daar kunnen dan wel andere overwegingen (geopolitiek etc) aan te pas te komen).
      In het specifieke geval van Rusland, zeer rijk aan grondstoffen en het grootste land ter wereld, lijkt een vergoeding mogelijk, of ze afdwingbaar is of niet doet niet terzake. Of Rusland ooit betaalt of niet, verandert niets aan de legitieme vergoedingsclaim dat het land aansprakelijk is.
      Wat je niet kan doen is toekomstige Russische generaties opzadelen met een morele schuld. Doch die generaties zullen het grote Rusland erven, met zijn velen rijkdommen en zijn schulden, Zo is dat altijd en overal.

      Verwijderen
    3. Ik betwijfel de legitimiteit van de schadevergoedingsclaim niet in het minst - en dat staat inderdaad los van de (onbestaande) morele schuld van de toekomstige Russische generatie. Ik ben het dus met u eens wat het principe betreft.

      Verwijderen
  2. Wandelen zoals een pinguïn werd voor het eerst op academisch niveau beoefend door Jan F. Vanderheyden, professor Encyclopedie van de Germaanse Filologie en Heuristiek aan de K.U.L. Als ik me niet vergis woonde hij in de Bogaerdenstraat of daaromtrent en hij schommelde elke dag gezellig in de richting van de "Mie Trees" aula of de bib in Leuven. Een beminnelijk man.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Rondstappen als een gans heb ik wel al eens gedaan, met de kinderen.
    D

    BeantwoordenVerwijderen