dinsdag 16 april 2019

Onze nieuwe eerste minister

     Als je weet hoe oud ik ben – ik ben bijna 64 – dan begrijp je dat mijn ouders wel van een héél respectabele leeftijd moeten zijn. Maar ze kijken nog elke dag stipt om zeven uur naar het Nieuws op de televisie, voornamelijk, geloof ik, om zich te ergeren. Ze leveren dan scherpe commentaar op iedereen die in beeld komt. De ene is te dik (De Block), de andere te mager (Bourgeois), nog een andere te lelijk (Vande Lanotte), en bijna allemaal zijn het idioten. Mijn moeder kan er al niet tegen als een minister een zin begint met ‘Ik denk dat …’ Een minister moet niet dénken, zegt ze dan, een minister moet wéten.
     Dat talent voor ergernis heb ik niet overgeërfd. Over het uiterlijk van mensen durf ik zelfs in intieme kring bijna nooit iets zeggen, en als men op de televisie iets vertelt, gaat het meestal over iets waar ik niet goed van op de hoogte ben. Dan moet ik niet te veel kritiek geven vind ik op anderen die ook niet goed op de hoogte zijn. Verder heb ik het altijd moeilijk gevonden om veel affectie of weerzin te voelen voor mensen die ik niet persoonlijk ken.
    Maar nu ik wat ouder word, lijkt mijn talent voor ergernis zich toch een beetje te ontwikkelen. Ik las vandaag in Het Nieuwsblad wie er binnenkort allemaal eerste minister kan worden en hoeveel kans ze maken. Volgens de krant ging het om Gwendolyn Rutten (35 %) , Jan Jambon (20 %), Charles Michel (15 %) , Wouter Beke (15 %) en Kristof Calvo (10 %). Ik begon mij meteen af te vragen aan wie ik mij het meeste zou ergeren als eerste minister, of beter, aan wie ik mij het mínste zou ergeren, want ik ben een groot aanhanger van het minimax-beginsel waarbij het minimaliseren van het verlies belangrijker is dan het maximaliseren van de winst.
     Het beste is om Kristof Calvo meteen uit te sluiten van de competitie. Met zijn 10 % maakt hij weinig kans, en, omgekeerd, wat de ergernis betreft die hij kan genereren, speelt hij de concurrentie op een hoopje. Als hij mag meespelen in een ergerniswedstrijd is dat oneerlijk tegenover de anderen.
     Blijven over Gwendolyn, Jan, Charles en Wouter. Dat wordt moeilijk. Gwendolyn zou dus volgens Het Nieuwsblad 35 % kans maken. ’t Is mogelijk hoor. Maar als ík Gwendolyn bezig zie, denk ik altijd dat ze dom is. Misschien is dat helemaal niet zo, maar ik dénk dat, en als ik dat dénk, ergert het mij als zo iemand al te vaak op de televisie verschijnt en dan doet alsof zij het zwarte naaigaren heeft uitgevonden.
     Dan Jan. Mocht ik in de provincie Antwerpen wonen, dan stemde ik voor hem, maar wij wonen aan de verkeerde kant van de Grensstraat en horen bij Vlaams Brabant. Ik draag Jan een warm hart toe sinds ik hem in 2007 op een Onderwijsconferentie* verstandige dingen hoorde zeggen. Maar als hij eerste minister wordt, en hij komt op de televisie, zal hij af en toe ook iets zeggen wat onhandig is of wat mij niet bevalt, en dan snijdt dat door mijn ziel, zoals dat ook gebeurt als mijn zoon bij het voetballen een slechte pas geeft of een verdedigingsfout maakt. Ik kijk daarom zo weinig mogelijk naar programma’s waar ‘mijn’ kandidaten aan meedoen.
     Als voorlaatste: Charles. Die had ik redelijk graag. Zijn ‘jobs-jobs-jobs’ was mij uit het hart gegrepen. Helaas heeft hij het bij mij verkorven met zijn Marrakesh-uitspraak over de ‘juiste kant van de geschiedenis’. Ik heb zelf ooit aan de juiste kant van de geschiedenis gestaan, en daar wil ik voor geen geld naar terug. Als Charles bij de komende regeringsonderhandelingen een Marrakesh-bocht neemt, en belooft dat hij de geschiedenis erbuiten laat, mag hij van mij terugkomen, maar eerder niet.
     Blijft over Wouter, die nu burgemeester is van Leopoldsburg. Ik zag hem gisteren nog op Terzake. Wat hij zei ben ik al lang vergeten, maar dat is een deel van zijn charme. Je zag duidelijk dat hij zijn best deed om serieus te worden genomen. Dat vind ik ontroerend. Ik weet niet of CD&V er de volgende keer weer bij is, en ik weet niet of Wouter in dat geval veel kans maakt, noch of hij een góede premier zou zijn. Maar zelf zie ik mij dan vaak glimlachen als hij op het scherm iets komt vertellen dat ik na een minuut weer vergeten ben.


* Van O-ZON en Onderwijskrant

6 opmerkingen:

  1. Heerlijk, de manier waarop je iemand de verdoemenis in prijst.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wouter Beke, ik mocht hem wel tijdens het kartel. Niet dat ik de zaak van dichtbij volgde, maar ik vermoed sterk dat hij toen echt wel achter het kartel stond. Hij zag er altijd wat sullig en onzeker uit, maar sympathiek en trouw aan zijn waarden. Toen, zo vermoed ik, heeft een 'oude krokodil' met hem gepraat: iemand waar hij hoog naar opzag, maar wie de oude politieke machtstructuren verdedigde. Die man moet Wouter de schouder hebben aangeraakt en bemoedigende woorden gegeven, en een porretje in een bepaalde politieke richting. Daarna was Wouter niet meer dezelfde: hij bleef een sul, maar dan ééntje die het licht dacht gezien te hebben. Eéntje ook die plots het kartel de rug toonde. Sindsdien loopt en kijkt hij anders, arroganter. Wat hij zegt heeft geen waarde meer. Het was gedaan met de sympathieke sul, waar je nog op kon bouwen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bovenstaande tekst is van mij, Rob Lemeire (blijkbaar zie je dat niet).

      Verwijderen
    2. Ik heb Wouter nooit zo gevolgd. Ik reageerde gewoon op het interview dat ik gisteren met hem zag. Ik heb dat glimlachend bekeken. Wat je beschrijft lijkt me wel een geloofwaardig mechanisme.

      Verwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wouter Beke ziet er nog steeds uit als de ideale schoonzoon, je kan er bijna zeker van zijn dat hij je dochter niet zal slaan of in haar ondergoed door de slaapkamer paraderen, dat helpt, zelfs in deze tijden waarin het ene onder het mom van Islam en het andere van seksuele bevrijding bijna een morele plicht zijn, natuurlijk om serieus over te komen in de politiek.
    Zodra hij zijn mond opendoet krijg je echter een woordenbrij die heel positief en bezadigd klinkt maar verder geen enkele betekenis heeft, Beke lijkt nergens voor te staan, buiten de partijbelangen, je zou echt wensen dat zijn enige beroep "schoonzoon" was, in die beroepscategorie zou ik zelfs voor hem kunnen stemmen.

    BeantwoordenVerwijderen