vrijdag 3 januari 2020

Welke rockers? De ba-rockers!

     Ik ben net te jong om de grote ruzie tussen Beatles-fans en Rolling Stones-fans te hebben meegemaakt. Het is nu te laat om mij daar nog mee te moeien, maar achteraf denk ik dat beste liedjes van de Rolling Stones ook echt wel de béste zijn, maar dat de Beatles méér goede liedjes gemaakt hebben. Maar ik ken daar weinig van.
     Ik kende er trouwens als kind ook al weinig van. Toen ik veertien, vijftien was vertelden mijn vriendjes op school mij dat Creedence Clearwater Revival en Led Zeppelin goede muziek hadden, en ik deed mijn best om die ook goed te vinden. Dat lukte niet helemaal. Ik geloof dat ik die muziek nu liever hoor dan toen. Ik heb voor de zekerheid nog eens geluisterd naar Whole Lotta Love, en ja, dat heeft wel iets. Maar ik zou toch ook geen acht minuten naar Stairway to Heaven kunnen luisteren als ik niet tegelijk aan het schoonmaken was, of aan het  afwassen*.
     Een en ander veranderde toen wij in het vierde jaar van de humaniora kwamen. Onze klas werd uitgebreid met een aantal jongens van Wevelgem. Die waren een jaar ouder, want ze hadden een zevende jaar gevolgd in het lager onderwijs. Ze droegen lange, stoere stofjassen gemaakt van echt lijnwaad, want Wevelgem was de streek van het vlas, zoals Wervik de streek van de tabak was. De eerste dagen stonden ze samen in een zwijgzame groep op de speelplaats. Zei ik al dat ze er stoer uit zagen?
     Nu had Wevelgem naast vlasvelden en rootputten ook een goede bibliotheek**, waar je boeken en platen kon uitlenen en tijdschriften kon lezen. De nieuwkomers hadden daardoor een zekere culturele voorsprong op ons. Ze lazen boeken van Cyriel Buysse, kenden het weekblad De Nieuwe, en op muzikaal vlak hielden ze van een kerel die ze ‘den George’ noemden.  Dat bleek Georg Friedrich Händel te zijn, een man met een pruik, die lang geleden partituren schreef die men nu 
barokmuziek’ noemt. Voor die van Wevelgem was dat allemaal geen bezwaar. ‘Welke rockers? De Ba-rockers!,’ was hun strijdkreet. Ook leerden ze ons dat er twee soorten barokmuziek bestonden: de snelle en de trage. De snelle was mooi, maar de trage moest niet onderdoen. 


*Over de bibliotheek van Wevelgem, zie ook hier

**Over muziek bij het schoonmaken of afwassen, zie ook hier, hier, hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten