zondag 5 september 2021

Tom en de linkse leerkrachten


 ** Drie politici hebben van de week voor sensatie gezorgd: Tom van Grieken met zijn uitspraak over ‘linkse leerkrachten’, Gwendolyn Rutten met haar uitspraak over het kleine pietje van Van Grieken, en Conner Rousseau met zijn uitspraak over het egoïsme van wie zich niet laat vaccineren. De drie uitspraken vond ik nodeloos kwetsend in de mond van een politicus.

** Voor mij als gewezen leraar is vooral de uitspraak van Van Grieken bijgebleven. Het pietje van Van Grieken en het equivalent ervan bij Rutten interesseren mij niet erg, en wat Rousseau betreft, een klein kind begrijpt dat heel velen van hen die zich wél lieten vaccineren dat ook uit egoïsme deden.

** Van Grieken zei dat hij de linkse leerkrachten in 2024 – het verkiezingsjaar – ‘de rekening zou presenteren’. Je kunt dat op twee manieren verstaan. Het Vlaams Belang zal vooruitgang boeken bij de volgende verkiezingen en daarmee de linkse leraren groot verdriet doen. Of: het Vlaams belang zal na de volgende verkiezingen aan de regering deelnemen en van daaruit maatregelen nemen tegen leraren die hun linkse overtuiging laten blijken in de klas. Dat eerste valt af te wachten, en het tweede, daar ben ik tegen.

** Van Grieken zei ook dat hij vroeger opzag tegen 1 september vanwege de linkse leerkrachten die hem met hun multiculturele onzin lastigvielen. In mijn tijd had ik veel rechtse of minstens anticommunistische leerkrachten. Mijn linkse kinderzieltje kon tegen die andersdenkendheid blijkbaar beter tegen dan het rechtse kinderzieltje van Van Grieken. Maar je hebt nu eenmaal leerlingen die opzien tegen 1 september, om welke reden dan ook.

** En zijn er dan veel van die linkse leraren, vraag je je af? Afgaande op mijn ervaring zou ik zeggen dat de meeste leraren in de eerste plaats apolitiek zijn, en dat de algemene sfeer in het (katholiek) onderwijs vaag centrumlinks is. Wellicht voelen extremisten van links zich in die vaag centrumlinkse sfeer meer op hun gemak, en laten ze zich in de klas makkelijker gaan, dan extremisten van rechts die van nature evenzeer tot drammen geneigd zijn, maar die vaker op hun tong bijten in het voor hen ongunstige klimaat.

**  Koen Pelleriaux, hij, heeft indertijd onderzoek gedaan naar de ideologische opstelling van leraren en leerlingen in het onderwijs. Hij stelde een verschil vast tussen algemeen secundair onderwijs (aso) en beroesonderwijs (bso). In aso waren zowel een meerderheid van leraren als leerlingen vaag centrumlinks, waardoor grote conflicten uitbleven. In bso waren er meer leerlingen met een rechts profiel, terwijl ze les kregen van dezelfde vaag centrumlinkse leraren. Daar zat meer conflictstof.

** Mogen leraren hun politieke overtuiging laten blijken in de klas? De Vlaamse universiteitsrectoren reageerden op Van Grieken met een verwijzing naar de ‘meerstemmigheid en pluralisme in een democratische rechtstaat’. Dat lijkt mij naast de kwestie. In een ‘democratische rechtstaat’ is er onder andere vrijheid van politieke propaganda. Dat betekent niet dat er ook vrijheid van propaganda moet zijn in het klaslokaal, of het nu van links is of van rechts. ’t Is de oude drogreden van compositie: ‘wat toepasselijk is op het geheel moet ook toepasselijk zijn op alle onderdelen’.

** De kwestie van politiek in de klas kan op twee manieren worden benaderd. Ofwel vraag je van de leraren dat ze zich onthouden van élke politieke commentaar, dat is wel heel streng, ofwel geef je iets meer speelruimte – vanuit de overtuiging dat ‘alles politiek is’, dat een beetje authenticiteit het pedagogisch contact bevordert, en dat leerlingen ook nieuwsgierig kunnen zijn naar de mening van de leraar. Either suits me. Maar bij de laatste benadering moet de leraar zich terughoudend opstellen, de klok in het oog houden en de leerlingen met respect behandelen en toespreken.

** Het Nieuwsblad publiceerde een lezersbrief van zekere SVG uit M. als reactie op Tom van Grieken. ‘Leerkrachten mogen geen fake news verspreiden en moeten openstaan voor alle meningen van de leerlingen (voor zover het meningen zijn en geen verdraaiingen van de feiten).’ Dat betrouw ik niet helemaal. De grens trekken tussen fake news, feiten, verdraaide feiten en meningen is in de praktijk redelijk moeilijk. Hoe onverdraagzamer men is, hoe makkelijker men de eigen mening gelijkstelt met feiten, en de mening van de tegenpartij met ‘verdraaide feiten’.

** Ondertussen kunnen ook bepaalde leerplandoelen, vakoverschrijdende eindtermen, handboeken, etc. een vage centrumlinkse oriëntatie verraden. Het ene vak leent zich daar beter toe dan het andere. De geschiedenis van de 19de eeuw lijkt soms één groot priester Daens-verhaal. Aardrijkskunde kleurt vaak erg groen. In godsdienst en zedenleer wordt niet altijd het onderscheid gemaakt tussen pragmatisch en verdraagzaam samenleven aan de ene kant en principieel multiculturalisme aan de andere kant. Op korte termijn valt daar allemaal niet veel tegen te beginnen. Al mag die lerares geschiedenis die vier maanden doorzeurt over de Palestijnse Zaak haar lessenreeks wel eens wat inkorten.

** Dirk Verhofstadt schreef in De Morgen van 2 september een langer stuk waarin hij ervoor waarschuwde dat uitspraken als die van Van Grieken kunnen leiden tot een nazistische dictatuur. Het begint ermee dat men dreigt om de leraren ‘de rekening te presenteren’ en het eindigt ermee dat men oppositionele leraren opknoopt, aan een kort touw, om de doodstrijd langer te laten duren. Ik geloof niet dat dat een erg waarschijnlijk toekomstperspectief is. ‘Er zijn zoveel overeenkomsten,’ schrijft Verhofstadt, tussen het extreemrechtse gedachtegoed van vandaag met dat van de jaren 30 dat we dit niet langer mogen verzwijgen.’ Ja, zo is het. Dirk heeft tot nu toe gezwegen, maar nù kan het niet langer.

** Ikzelf zie heel veel verschillen tussen extreemrechts van nu en het nazisme van de jaren 30, maar één gelijkenis geef ik toe: rond het dreigement om ‘de rekening te presenteren’ hangt een Hitler-achtig geurtje. De Führer dreigde er graag mee om de Joden de rekening van iets te presenteren, bijvoorbeeld als de Engelsen de oorlog aan Duitsland zouden verklaren. Maar ik wil daar ook geen te verregaande conclusies aan verbinden. Van Grieken gebruikt dreigende taal; Hitler gebruikte dreigende taal; dus …, die logica gaat mij wat ver.

** De Vlaams Belang-jongeren hebben een meldpunt voor linkse taal in de klas. Ze willen ‘zicht krijgen op het probleem’ … maar ‘namen bijhouden op een zwarte lijst’ doen ze niet. Het doet denken aan de ‘praktijktesten tegen discriminatie’. Ook dat is ‘om zicht te krijgen op het probleem’. Maar de voorstanders van die tests hopen evengoed op een intimiderend effect.

** Zo’n meldpunt, zeggen de VB-jongeren nog, moeten helpen om de directies op de hoogte te brengen van de politieke propaganda (alleen de linkse?)  in de klas. Ik denk niet dat daar een meldpunt of kliklijn voor nodig is. Meestal weten directies zoiets, van ouders, collega’s of leerlingen. Ook die hebben dan informeel ‘geklikt’. Maar dat is nog iets anders dan het klikken te formaliseren met een meldpunt. (Zie ook hier)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten