vrijdag 10 september 2021

De reductio ad Hitlerum van Dirk Verhofstadt



 
     Dirk Verhofstadt is de jongere broer van Guy, en is moraalfilosoof en ‘kernlid’ van Liberales. Hij kreeg van de scherpe Kaaiman in De Tijd vaak ingepeperd dat hij ‘betaald werd om boekjes te lezen’. Misschien was Kaaiman wel wat jaloers. Kaaiman verzweeg bijvoorbeeld dat Verhofstadt junior – hieronder D.V. –  na het lezen van een boek meestal voor een of andere liberale publicatie een ‘bespreking’ moest schrijven. Mijn leerlingen zagen daar tegen op, tegen zo’n ‘bespreking’. Ik denk niet dat ze jaloers waren op iemand die zulks om den brode deed.
     D.V. kan als het moet nog iets anders dan boekbesprekingen schrijven. In De Morgen van vorige week schreef hij een opiniestuk over Tom Van Grieken die beloofde in 2024 ‘de rekening te presenteren’ aan de leraren die in de klas linkse praatjes aan de man brachten. Hoewel ik de intimidatie van Van Grieken ongepast vond (zie hier en hier), kan ik weinig goeds zeggen over het stuk van D.V.
     Het stuk begint met … de N-VA. Die partij zou immers volgens D.V. in de toekomst een coalitie kunnen vormen met het Vlaams Belang van Van Grieken, en dan wordt het gevaarlijk voor ‘alle leerkrachten in ons onderwijs’. Hoe nu? Natuurlijk zou het beter zijn als een grote partij als Vlaams Belang ooit deelnam aan een Vlaamse regering* en natuurlijk kijkt die partij daarvoor in de eerste plaats naar N-VA. Maar of N-VA ooit in een regering stapt met het Vlaams Belang zal niet afhangen van een verkiezingsresultaat op zich (en ook niet van een provocerende uitspraak van Van Grieken drie jaar voor de verkiezingen). Het zal in de eerste plaats afhangen van de volgende voorwaarde: of één of meerdere andere partijen (CD&V, Open-VLD, Vooruit) ook in de coalitie willen stappen; als dàt niet gebeurt, verspeelt N-VA haar kans om aan de federale regering deel te nemen, wat het het fundament is van haar communautaire en sociaaleconomische strategie. D.V. weet dat ook, maar hij vindt het blijkbaar taktisch een goede zet om aan het begin van zijn stuk het schrikbeeld van een exclusieve N-VA-VB-regering op te roepen. Tja, ’t is ook een manier om de uitstroom van liberale kiezers richting N-VA te stoppen.
     Veruit het grootste stuk van D.V. bestaat uit een opsomming van wetenswaardigheden over de nazi-politiek in het onderwijs: het wegzuiveren van Joodse en anti-nazi leraren, het ariseren van de schoolboeken, het introduceren van de rassenkunde en Lebensraum-theorieën in de leerplannen, het belang van de lichamelijke opvoeding, de weerslag van het Concordaat met het Vaticaan op het katholiek onderwijs. De ‘reductio ad hitlerum’ is een snoepje waar D.V., zoals Bomans schrijft, blijft op kauwen.
     D.V. verdedigt zijn gekauw met het excuus dat er ‘zoveel overeenkomsten zijn tussen het extreemrechtse gedachtegoed van vandaag met dat van de jaren dertig dat we dit niet langer mogen verzwijgen.’ Heeft D.V. die overeenkomsten tot nu toe dan verzwegen? En heeft hij weet van een concordaat tussen VB en het Vaticaan? Natuurlijk, wie ijverig naar overeenkomsten speurt, zal die wel vinden. Maar als ik mijn leerlingen een vergelijkingsopdracht meegaf, vroeg ik altijd om zowel gelijkenissen als verschillen te zoeken, en de reikwijdte van allebei in het oog te houden. Bovendien, de overeenkomsten die D.V. na zijn historisch exposé summier samenvat –  intimidatie, verklikkerij en gedachtepolitie – treft men vandaag heus niet alleen aan bij extreemrechts.
     De ‘reductio ad hitlerum’ aanwenden tegen extreemrechts berust op een bepaalde opvatting van geschiedkundige verbanden. D.V. gebruikt zinswendingen als ‘de geschiedenis leert ons …’ Hij eindigt zijn stuk met een citaat van Primo Levi: ‘Het is gebeurd; dus het kan opnieuw gebeuren.’ Dat is een mooie uitspraak maar je kunt ze in een polemiek moeiteloos toepassen tegen élke tegenstrever. Op 23 maart 1933 keurde in het Duitse parlement de voltallige liberale fractie – vijf man – de  invoering van de nazidictatuur goed. Moet ik nu ook zoiets schrijven omdat ik polemiseer met de liberaal D.V.? ‘Het is gebeurd, dus kan het opnieuw gebeuren?’ Dat vind ik wat makkelijk.
     D.V. schrijft dat van Van Grieken ten aanval trekt tegen de ‘vrijheid van onderwijs’, de ‘privacy’ van de leerkrachten en de ‘vaste benoeming van het onderwijzend personeel’. Over die twee eerste onderwerpen verkeer ik in twijfel. Ik weet niet of ik ‘vrijheid van onderwijs’ en ‘privacy’ wel wil uitbreiden tot vrijheid om ongestoord linkse of rechtse politieke propaganda te voeren in de klas. Maar over het laatste onderwerp – de vaste benoeming – twijfel ik niet: dàt is geen liberaal principe. Het is niet de taak van een liberaal om vaste benoemingen te bepleiten. Hij kan daar, zoals ik, wijselijk over zwijgen omdat hij geen vriendschappen op spel wil zetten, of omdat hij geen stemmen wil verliezen. Maar het wordt opportunisme als een liberaal zoiets actief verdedigt wanneer het hem in een discussie goed uitkomt.
     Taktisch spelletje, reductio ad hitlerum, opportunisme … de lezer heeft hier van het betoog van D.V. geen fraai beeld gekregen. Toch zit er in zijn tweede alinea een stukje argumentatie verscholen dat zich minder makkelijk weg laat wuiven. Aangezien Van Grieken vaag en bondig was over de linkse praatjes (‘multiculturele onzin’), gaat D.V. zelf enkele voorbeelden verzinnen van wie en wat bedreigd wordt. Het gaat om leraren of schooldirecteurs die zeggen

  1. dat Vlaams-nationalistische collaborateurs hebben meegewerkt aan de jodenvervolging (geschiedenis)
  2. dat er gevaar dreigt van racisme en vreemdelingenhaat (zedenleer)
  3. dat we het Verdrag van Genève moeten volgen (zedenleer)
  4. dat homo sapiens sapiens afkomstig is uit Afrika (biologie)
  5. dat alle mensen gelijkwaardig zijn (biologie)
  6. dat er op school geen plaats is voor homofobe ideeën (beleid van directie)
  7. dat er op school geen plaats is voor neonazistische ideeën (beleid van directie).

     Ik kan niet spreken voor Van Grieken, maar zelf zou ik op een school geen van die uitspraken – God forbid – willen verbieden. Aan de andere kant zou ik het ook niet helemaal in de haak vinden als er op een school alléén maar plaats was voor die uitspraken. Als het Vlaams-nationalisme alléén ter sprake kwam in verband met collaboratie en Jodenvervolging. Als racisme beschreven werd als een kwaal waaraan alléén blanke autochtonen lijden. Als geen discussie mogelijk was over de aanpassing van het Verdrag van Genève in een tijd van massamigratie die politieke en economische beweegredenen met elkaar verbindt.
     Verder. Natuurlijk is de moderne mens in Afrika ontstaan, maar alleen een halve gare zal daar politieke of ideologische conclusies uit trekken. Hoe men ‘biologisch’ vaststelt dat alle mensen gelijkwaardig zijn, zou ik niet weten, maar ik geloof wel dat ze allemaal een gelijk recht hebben om te leven, vrij te zijn en het geluk na te streven zonder dat de koning van Engeland of iemand anders daar een stokje voor steekt. Ondertussen vind ik niet dat alle culturen en maatschappijvormen gelijkwaardig zijn, en dat vond Gwendolyn Rutten, partijgenote van D.V. ook niet toen zij in Het Laatste Nieuws onze manier van leven superieur noemde. Ze is daarna een poosje het mikpunt geweest van allerlei linksen, leraren en andere.
     Gelijke rechten voor homoseksuelen is vandaag gelukkig geen zaak meer van ‘links’ of ‘rechts’. Waar nog een en ander voor verbetering vatbaar is, voel ik meer voor een opbouwende benadering dan voor stigmatiserend gepreek tegen de crime thought ‘homofobie’. En wat is homofobie? Zelf vind ik de uitspraken van de Paus behoorlijk homofoob, maar ik zou ze nu ook niet verbieden in het katholiek onderwijs. Hetzelfde vind ik van de neonazistische ideeën die ‘vaak worden geuit door personen die een band hebben met extreemrechtse partijen’. Wat valt daar allemaal onder? D.V. heeft er waarschijnlijk een bredere definitie van dan ik. En moet dan hetzelfde schoolbeleid worden gevoerd tegen de neocommunistische ideeën die ‘vaak worden geuit door personen die een band hebben met extreemlinkse partijen’? Misschien wil Van Grieken dat laatste, maar ik niet, want daar zijn fijne collega’s bij.
     Ik beschuldig D.V. nergens van, maar als je zijn lijstje geïsoleerd bekijkt, verraadt het de vaag centrumlinkse sfeer die typisch is voor het artistieke milieu, de media, de academische wereld, de internationale instellingen en veel onderwijsinstellingen en -structuren. Mij goed. Als vaag centrumrechtse conservatieve liberaal kan ik daarmee leven. Zolang andere accenten niet verboden worden, is het allemaal goed. En zolang de politieke praatjes in het onderwijs slechts een minuscuul rolletje toebedeeld krijgen. Daar moet het vooral om kennisoverdracht blijven gaan, en niet om politieke heropvoeding in de richting van links, rechts of het centrum.

    
* Als de PVDA een even groot en stabiel verkiezingsresultaat zou halen, zou ik daar dezelfde pijnlijke conclusie aan koppelen, om ongeveer dezelfde redenen.

2 opmerkingen:

  1. Goed blogbericht.

    Wat mij eigenlijk meest stoort bij deze zogenaamde academische 'experten', is dat ze onder de dekmantel van academia gewoon hun eenvoudige politieke mening ventileren: niet hun opvatting, wel het aanwenden van hun academische positie voor iets wat louter een persoonlijke politieke opinie is die niets met academisch onderzoek of inzicht te maken heeft.
    Als vrijheidsgezinde (niet in de zin van O-VLD!) hebben zij recht op een opinie, maar niet het recht op gluiperige marketing. Dit is geen vrijheidsbeperking, net zoals verkeersregels geen vrijheidsbeperking zijn. Eenvoudig op te lossen: laat ze transparent zijn, en erbij vertellen dat dit hun opvatting is die niets met hun werk te maken heeft.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben blij dat deze man bestaat. Ik krijg af en toe gratis een boek opgestuurd met een begeleidende brief "Omdat u een groot denker bent van deze tijd ..."

    BeantwoordenVerwijderen