donderdag 5 november 2020

Naïeve Amerikanen


      Een boek lezen doe je beter zelf, zoals kamperen, maar je kunt je kunt er voor de afwisseling ook eens óver lezen. Als je zo’n dik boek als De welwillenden gelezen hebt (zie hier), is het een kleine moeite om eens te kijken wat anderen over dat boek schrijven.
     De naarstige lui van Wikipedia bijvoorbeeld vertellen je allerlei zaken die je niet wist. Welke personages nu juist fictief zijn en welke niet, want het zijn er zoveel. Waarom elk hoofdstuk de titel draagt van een dans. Waar die welwillenden juist vandaan komen die opduiken in de allerlaatste zin. Je moet de bekende slordige stijl van de digitale encyclopedie erbij nemen. De Engelse Wikipedia schrijft: ‘Contemporary writers that have no interaction with Aue [het hoofdpersonage] are Ernst Jünger, Charles Maurras, Louis-Ferdinand Céline and Paul Carell.
     Nu zijn er naast die vijf schrijvers nog duizenden andere contemporaine schrijvers die géén interactie hebben met Aue. De lijst is eindeloos, vergeleken met die paar schrijvers die wél interactie hebben met Aue. De Wikipediamensen bedoelen natuurlijk: auteurs die in het boek vermeld worden, maar die geen interactie ... enzovoort. ’t Is overigens fout, want Aue gaat met name met Céline naar een concert en het is dank zij hem dat hij de smaak voor Franse barokmuziek te pakken krijgt.
     Door recensies te lezen, leer je ook dat smaken verschillen. Maarten Moll stoort zich in Het Parool aan de ik-vertelling. Hoe kan Aue, als schrijver van memoires zich vele jaren later een urenlange uitleg herinneren die hij kreeg van een specialist in de Indo-Germaanse talen en die uitleg bladzijdenlang nauwkeurig weergeven? Dat is niet geloofwaardig vindt Moll. Tja. En in Lijmen vertelt Laarmans op een zondagnamiddag in één ruk, 155 bladzijden lang, zijn wedervaren aan een jeugdvriend, zonder één hapering of ‘euh’. Dat is ook ongeloofwaardig, maar ik stoor mij er niet aan. Ik stoor mij aan ándere ongeloofwaardigheden. Dat Aue zijn zuster op de kostschool Voltaire en Rousseau moest lezen. Die vrijdenkers! Bij de nonnen! Midden de jaren 30! Of dat Aue geen g-sleutel kan lezen, al heeft hij als kind wat piano gespeeld. 
     De jury van de Bad Sex Award nam aanstoot aan volgende passage: ’I came suddenly, a jolt that emptied my head like a spoon scraping the inside of a soft-boiled egg’. Ik hou meestal niet van metaforen en seksscènes, maar die lepel die een zachtgekookt eitje leegschraapt vind ik goed gevonden. Als je dat een beetje handig doet, is zon eierdop inderdaad in één keer helemaal leeg.
     Opvallend negatief waren de Amerikaanse recensies. Ruth Franklin bijvoorbeeld schreef een lange recensie voor The New Republic. Haar bezwaren waren van morele aard. Ze noemt het ‘one of the most repugnant books I have ever read’. Ze vindt het choquerend dat Aue, die toch schuldig is aan ernstige misdaden, op het einde van het verhaal kan ontsnappen en een nieuw leven begint als fabrieksdirecteur in Frankrijk. ‘Aue doesn’t pay,’ schrijft ze verontwaardigd. Elders stoort ze zich aan de ‘naïviteit’ van Aue. Haar eigen naïviteit doet mij dan weer denken aan die serie kortfilms  die in de jaren dertig en veertig in de MGM-studios werden gemaakt. Elke film begon en eindigde met de dreunende slagzin ‘Crime does not pay’, gevolgd door een dreigende reeks erg nadrukkelijke muzieknoten. In de jaren vijftig en zestig werden de films soms nog in de bioscopen gedraaid, als voorprogramma. Ik heb er toen enkele van gezien.


1 opmerking: