woensdag 21 december 2022

Terrasverwarming



     Ondanks mijn algemene slapte door een God-weet-waar opgelopen corona-besmetting, kreeg ik gisteren een woede-opstoot tijdens het Nieuws op VTM. De Brusselse regering, vernam ik, heeft beslist om vanaf 1 januari terrasverwarming voor cafés en restaurants te verbieden, en dat voor de duur van één jaar. Alweer een verbod, dacht ik ontstemd, al kom ik haast nooit in Brussel.
      Maar ontstemming is nog geen woede. Die kwam er pas toen ik een zekere Alain Maron hoorde uitleggen waaróm dat verbod er kwam. Alain Maron is lid van Ecolo en minister – nou ja in de Brusselse regering dan toch, een soort dwergstaatminister dus. Hij verdedigde het nieuwe verbod als volgt: ‘Omdat het onmisbaar is voor een gelijke behandeling. Er bestaat een verplichting [tot energiebezuiniging] bij de openbare diensten. Voor de huishoudens is er geen reglementaire verplichting, maar ze zijn dat aan zichzelf verplicht omdat de facturen onhoudbaar zijn geworden. Het is logisch dat de bedrijven verplicht worden in het kader van gelijkheid onderling, maar ook als voorbeeld zoals bij de openbare diensten en huishoudens.’ 
     ‘Heb je dat gehoord?’ zei ik tegen mijn vrouw. ‘Eco-communisme!’
     Over de onnozele slotzin dat de bedrijven, de openbare diensten en de huishoudens een voorbeeld moeten zijn voor elkaar durf ik niet veel te zeggen. Ik gruw bij de gedachte aan wat men nog allemaal zou kunnen verbieden onder het voorwendsel dat iedereen een voorbeeld moet zijn voor iedereen. Ik hoop dat men in een vrije samenleving zo lang als mogelijk vasthoudt aan het principe van vrijwillige voorbeelden. Als men zegt dat woorden wekken en voorbeelden trekken, dan bedoelt men juist dat er minder moet worden verboden. Voorbeelden werken beter dan een verbod. Voorbeelden zijn een ‘alternatief’ voor een verbod.
     Mijn woede betrof echter vooral het gewauwel over de gelijke behandeling. Als ik de redenering nu opnieuw bekijk, maakt mijn woede plaats voor een gevoel van verwondering. Verwondering dat een politicus uit de middenmoot erin slaagt om in drie zinnen drie redeneerfouten te maken, in plaats van, zoals een toppoliticus dat doet, één redeneerfout te maken en die drie keer te herhalen. 
     Er moest, volgens de dwergstaatminister, gelijkheid van behandeling komen tussen (1) bedrijven en openbare diensten, (2) bedrijven en huishoudens, en (3) bedrijven onderling. 
     Om te beginnen is het onzinnig om de gelijke behandeling van bedrijven en openbare diensten voorop te stellen. Bij de openbare diensten wordt de energiefactuur betaald door de overheid. Het is dus volkomen normaal – of zou het moeten zijn – dat ze haar eigen diensten verplicht om op energie te besparen. Wie betaalt, is verantwoordelijk voor, en is gebaat bij, besparingen. Maar bij een Brussels café of restaurant is het de eigenaar die de factuur betaalt en die dus de verantwoordelijkheid draagt. Als hij bereid is die dure energie te betalen, door een verminderde winstmarge voor lief te nemen, of door de kost door te rekenen aan de klant, dan moet hij daarover vrij kunnen beslissen*, net zoals de overheid vrij kan beslissen hoe zij omgaat met haar energieverbruik.
     Anders ligt het met de gelijke behandeling tussen bedrijven en huishoudens. De huishoudens worden ‘niet reglementair verplicht’ om energie te besparen, zegt de Brusselse dwergstaatminister, maar ze zijn het aan zichzelf verplicht door de onhoudbare facturen’. Heel juist! Goed gezien! En dat is precies hetzelfde beginsel dat voor de bedrijven zou moeten gelden als men werkelijk gelijke behandeling nastreeft. Net zo min als de huishoudens moeten de bedrijven evenmin reglementair verplicht worden om energie te besparen. De onhoudbare facturen zorgen er wel voor dat ze dat aan zichzelf verplicht zijn.
     Ten slotte, bij de gelijke behandeling van de ‘bedrijven onderling’ hebben we niet zozeer een redeneerfout in de premisse of in de conclusie, maar in de perverse interpretatie van het begrip ‘gelijke behandeling’. Dat kan twee verschillende dingen betekenen. De gelijkheid-in-rechten bestaat erin dat elk café of restaurant met een terras hetzelfde recht heeft om een verwarming te installeren of niet te installeren, en om, als ze geïnstalleerd is, die aan te zetten of niet aan te zetten**. Elke eigenaar maakt daarbij zijn eigen afweging van onkosten en klantenbinding. Zo moet het. Dan is er de tweede betekenis, namelijk de de perverse communistische gelijkheid die vereist dat alle cafés en restaurants dezelfde terrasverwarming installeren en ze gelijktijdig, op bevel van bovenaf, aan- en afzetten. Het communisme eist: terrasverwarming voor iedereen of terrasverwarming voor niemand. Het ecocommunisme is bondiger: terrasverwarming voor niemand.
     Onze dwergstaatminister zal, ondanks de stupiditeit van zijn redenering, wel wat bijval krijgen van mensen die hun afkeer van verspilling tot een principe hebben verheven. Sommige mensen bannen niet alleen elke verspilling uit hun eigen leven, ze kunnen ook de gedachte aan verspilling door anderen moeilijk verdragen. Voor zulke mensen is buitenverwarming het toppunt van verspilling – energiecrisis of niet. Ik heb een leraar gekend die overal in de gangen van de school de chauffagekranen ging dichtdraaien. Uit principe. Maar eigenlijk is zo’n principe niet veel meer dan een subjectieve voorkeur. Wat de ene verspilling noemt, is voor de andere aangename comfortwarmte in de circulatieruimte. En wie spuwt op die comfortwarmte is misschien bereid veel geld uit te geven aan iets wat comfortwarmtemensen als verspilling beschouwen, boeken, of duur fotografische materiaal, of sterkedrank.
     Ik geef het toe: er kan best een moment komen dat een terrasverwarmingsverbod noodzakelijk wordt. Als Tinne Vander Straeten morgen op tv komt en zegt: ‘Sorry beste mensen, door ons dwaze beleid dreigt er eerlang een tekort aan gas en elektriciteit,’ dan zou de regering niets anders kunnen dan de energie te rantsoeneren. Het prijsgeven van de terrasverwarming zou dan het minste zijn.
     Maar zover zijn we nog niet. De onhoudbare prijzen hebben er ondertussen voor gezorgd dat iedereen – huishoudens, overheid en bedrijven – op energie is beginnen besparen. Dat is ook gebeurd met terrasverwarming. Vóór onze dwergstaatminister zijn drogredenen op televisie kwam verkopen, waren veel cafés en restaurants er al vrijwillig mee gestopt, andere zetten ze pas aan als er klanten waren, nog anderen lieten de klanten betalen per tien minuten verwarming – een oplossing die mijn voorkeur geniet. Het probleem was daarmee al in grote mate opgelost. Dat is weer typisch voor de verplichters en de verbieders: ze komen met hun grandioze plannen aandraven op het moment dat het probleem grotendeels op vrijwillige basis is weggewerkt***.

Bijgedachte. Zijn die verwarmde terrassen geen goede manier om de winterbesmettingen wat tegen te gaan?

 

* Er is natuurlijk een extern effect. Wie kwistig omgaat met energie doet de schaarste toenemen, waardoor de prijzen voor iedereen nog een beetje stijgen. Het is eigenaardig dat onze eco-communist dat argument niet gebruikt heeft. Misschien hadden de mensen dan begrepen dat hij met dát argument ook hún verwarming enkele graden lager kon komen draaien.

** Men zou kunnen aanvoeren dat het ene café haar terrasverwarming aan zou laten, alleen omdat een ander café aan de overkant het ook doet. Dat is waar. Maar dat argument heeft niets met gelijkheid van behandeling te maken

*** Dat doet me denken aan de coronavaccinaties. Toen bijna iedereen gevaccineerd was, hoorde je sommigen roepen om een algemene vaccinatieverplichting. Waren daar geen vier CD&V-mandatarissen die daarvoor een initiatief namen? Zie mijn stukje hier.

1 opmerking:

  1. "Als Tinne Vander Straeten morgen op tv komt en zegt: ‘Sorry beste mensen, door ons dwaze beleid dreigt er eerlang een tekort aan gas en elektriciteit,’..."
    WIJ hebben inderdaad een probleem door het gevoerd beleid (dat gaat verder dan Vd Straeten alleen natuurlijk). Als winkels blijven opwarmen met de deuren open of terrasverwarmers aan, dan blijft de vraag hoog bij een aanbod dat niet goed kan meevolgen. Ik en u betalen uiteindelijk een hogere prijs. Wie uiteindelijk de oorzaak is van het probleem is een andere zaak, maar feit is dat wij in een hoekje gedrumd zitten.
    Winkels hou uw deuren dicht. Indien de bevoorrading in gevaar komt, dan is een verplichting aanvaardbaar. Dat is hetzelfde als tijdens droge zomers waar je water niet mag gebruiken voor weinig noodzakelijke doeleinden.
    Die uitleg van die ECOLO minister is natuurlijk flauwe kul.
    Groen-Ecolo hebben een grote verantwoordelijkheid in het gevoerde energiebeleid. O-VLD heeft boter op het hoofd, Maar daar moet dan de kiezer zich over uitspreken.

    BeantwoordenVerwijderen