dinsdag 18 mei 2021

Israël en Palestina: partij kiezen

  


    Zelfs als de gevechten tussen de Israeli’s en de Palestijnen escaleren, blijft de kans klein dat de dodencijfers  vergelijkbaar zullen zijn met wat de laatste jaren werd opgetekend in Syrië, Eritrea, Ethiopië, Sudan, Afghanistan, Yemen, Nagorno-Karabach, enzovoort. Je kunt die minder nieuwswaardige conflicten makkelijk opzoeken op Wikipedia. Van veel van die conflicten met tienduizenden slachtoffers heb ik zelfs nog nooit gehoord: de Ituri-oorlog in de Democratische Republiek Congo, de Cabo-Delgado-opstand in Tanzanië en Mozambique. Van andere heb ik wel gehoord, maar had ik geen idee van de schaal. De Mexicaanse drugsoorlogen (50 000 doden), de raids van Boko Haram (70 000 doden) … Ik lig er overigens niet wakker van: of ik goed of slecht slaap zal geen invloed hebben op wat in die verre landen gebeurt.
     Maar bij de 160 doden in Gaza en Israël – and counting – ben ik zoals velen emotioneel meer betrokken. Van landgenoten van Joodse of Palestijnse origine is zoiets begrijpelijk, en ook van wie zulke mensen in zijn vriendenkring heeft, of van wie ooit in een Kibboetz of in een Palestijns kamp gewerkt heeft tijdens een vakantie. Maar waarom voelen mensen zoals ik, die met Joden en Palestijnen niets te maken hebben, zich emotioneel betrokken? Omdat het om symbolen gaat? Ja, dat is bijna altijd de verklaring, maar wat betekent dat?
     Wat in elk geval kan meespelen is een vorm van culturele solidariteit. Israël is min of meer een Westers land, met een Westerse cultuur, en dat schept een band. Godfried Bomans beschrijft ergens een reis die hij maakte door het Midden-Oosten. Als hij in Israël aankomt, voelt het aan, schrijft hij, alsof hij thuiskomt. Ik ben nooit in het Midden-Oosten geweest, maar ik voel het toch ook zo aan. Misschien heeft Israël allerlei misdaden begaan. Dat kan. Het Westen is best tot misdaden in staat, en die misdaden moeten bestreden worden. Maar het blijft toch altijd een beetje óns Westen. Zo’n emotionele voorkeursbehandeling mag ons rechtvaardigheidsgevoel en onze ratio niet in de weg staan, maar het is goed de emotie te onderkennen en toe te geven.
     Die sympathie voor de Westerse kant van Israël heeft trouwens zelf ook een rationeel ingrediënt: Israël mag niet perfect zijn, maar steekt, wat het politieke regime betreft, nogal gunstig af tegen veel ander landen in de regio: democratie, rechtstaat, secularisme*, eigendomsrecht, tolerantie, rechten van minderheden. Men kan op al deze principes grove tot zeer grove inbreuken vaststellen, maar of er veel landen in de regio zijn die een beter rapport hebben, betwijfel ik. Mocht daar discussie over rijzen, dan laat ik die over aan de beter geïnformeerde supporters van beide kampen. Daar is geloof ik geen gebrek aan. Ook voeg ik er voor de zekerheid aan toe dat het slechte rapport van andere landen, geen rechtvaardiging inhoudt van de Israëlische inbreuken.
     Het bovenstaande kan de betrokkenheid verklaren van mensen wier sympathie eerder naar Israël uitgaat. Maar hoe zit dat met de Palestina-mensen? Daar dringen andere verklaringen zich op. Er is de linkse traditie, die na een korte periode van sympathie voor het zionisme eind de jaren 40, al gauw koos voor het Palestijns-Arabische kamp. Er is de anti-Westerse reflex die je bij mensen van links wel eens aantreft – alhoewel ik ook Palestina-mensen ken die van die reflex geen last hebben. En er is het respect voor internationaal recht en UNO-resoluties, zeker als die in het voordeel uitvallen van de partij waar je sympathie toch al naar uitging.
     Dan heb je in het Palestina-kamp nog de sympathie voor de underdog. Bij elke fase in het conflict zijn, los van de vraag wie de éérste klappen uitdeelde, de zwáárste altijd gevallen aan Palestijnse of Arabische zijde: in 1948, in 1956, in 1967, in 1973, in 1982. De Israëli’s trokken iedere keer aan het langste eind. Ook nu weer kun je de underdogpositie van de Palestijnen aflezen aan de dodencijfers: 10 aan Israëlische kant, en 150 aan Palestijnse kant. Hoeveel raketten Hamas ook afvuurt, Israël is met zijn afweergeschut en met zijn precisiebombardementen nu eenmaal vele keren sterker dan zijn vijand. De Israëlis hebben het militaire overwicht en ze gebruiken het. Mochten de militaire krachtsverhoudingen omgekeerd liggen, dan zouden de dodencijfers ook omgekeerd liggen. Ik ben alleen niet zeker of Hamas in dat geval ook de strategie van precisiebombardementen zou hanteren. Maar ondertussen zíjn de militaire krachtsverhoudingen niet omgekeerd.
     Ten slotte heb je de kwestie van het rechtvaardigheidsgevoel. De Palestina-mensen zelf zullen dat geloof ik bovenaan hun lijstje van motieven plaatsen. Zo’n rechtvaardigheidsgevoel bestaat uit twee delen: verontwaardiging om het onrecht dat is begaan in het verleden tot en met vandaag, en geloof in een rechtvaardige oplossing. Over dat onrecht uit het verleden heb ik niets te vertellen. Hoe sneller iedereen het vergeet, van welke kant het ook komt, hoe beter. Maar over een rechtvaardige oplossing, daar schrijf ik morgen misschien nog iets over. Ik ben daarover, vrees ik, niet erg optimistisch.

 

* Seculariteit is in de grondwet van enkele Arabische en moslimlanden wellicht beter verankerd dan in die in Israël. Dat betekent niet noodzakelijk dat die landen ook in de praktijk, en op alle gebieden, een grotere tolerantie aan de dag leggen tegenover godsdienstige minderheden.  

1 opmerking:

  1. Expansie-oorlogen hebben dikwijls de godsdienst als steekt-erop. Het is, per definitie, een onaantastbaar noch “discussieërbaar” argument. En het heeft een enorm voordeel: het is onuitputtelijk en onuitroeibaar. Je kan er op gelijk welk ogenblik mee op de proppen komen.
    Na 20 eeuwen getrek langs beide kanten is er maar één oplossing voor alle monotheïstische godsdiensten: ervaar het als iets persoonlijk en laat de anderen erbuiten. En het begint bij een koppel. Laat elk individu zijn geloof of ongeloof belijden en tracht niet de andere te beïnvloeden. Zeker niet op openbare plaatsen. Dus geen processies, geen publieke samenscholingen, geen uitwendige tekenen van geloof of ongeloof. De openbare ruimte moet volledig neutraal blijven: I had a dream.

    BeantwoordenVerwijderen