dinsdag 4 mei 2021

Trickle down: bestaat het echt?

  


   Op mijn stukje over dt-fouten, antwoordde M.S. met een tweet van President Biden. Die had gezegd dat ‘trickle down economics has never worked.’ M.S. vond dat de ‘tweet van het jaar’. Wat kon ik daarop antwoorden? Ik weet al een poosje dat ‘trickle down’ een kapstokwoord is waar verschillende tegenstanders van het ‘neoliberalisme’ hun eigen stokpaardjes aan ophangen. Ik vroeg dus aan M.S. wat ‘trickle down’ voor hém inhield, welk stokpaardje híj aan de kapstok wou hangen. Daar wou hij niet op antwoorden want ik ‘wist maar al te goed waarover het ging … Ik moest niet doen alsof.’
     Goed dan. Als M.S. niet wil zeggen wat ‘trickle down’ is, wil ik het wel eens proberen.
     ‘Trickle down’ is dan vooreerst de economische wijsheid van een baron die vindt dat hij een deel van zijn rijkdom verdeelt onder de proleten als hij een veranda aan zijn kasteel laat bouwen. De baron betaalt lonen; de baron zorgt voor tewerkstelling. Dat is natuurlijk onzin. De baron heeft niets van zijn rijkdom verdeeld; hij heeft alleen een deel van zijn geld geruild voor een veranda van gelijke waarde, en is dus in totaal even rijk gebleven*. De baron zorgt ook niet voor tewerkstelling. Zijn rijkdom had evengoed verspreid kunnen zijn over dertig postbodes die dan elk een kleine veranda aan hun huis lieten bouwen. De verandabouwers hadden dan evengoed een loon ontvangen, zonder baron.
     Daarop voortbouwend is ‘trickle down’  een stropop van links die het voorstelt alsof rechts redeneert zoals bovenvermelde baron. Thomas Sowell heeft linkse critici ooit uitgedaagd om één rechtse, conservatieve of neoliberale econoom te noemen die ooit het ‘trickle down’-begrip gebruikte in zijn analyse. Er heeft zich niemand aangediend.
     Maar ‘trickle down’ is niet alléén onzin. Het is ook een wat onnauwkeurige, informele, je zou kunnen zeggen ‘intuïtieve’, beschrijving van hoe investeringen voor iedereen voordelig zijn. Een bedrijf dat veel winst maakt**, kan die winst investeren in uitbreiding en vernieuwing, waardoor het misschien meer mensen kan tewerkstellen, en in elk geval meer, betere en goedkopere producten kan maken voor de consument. Die tewerkstelling en die producten kunnen met wat goede wil als ‘doorsijpeling van rijkdom’ worden omschreven.
     ‘Trickle down’ is ten slotte ook een alweer wat intuïtieve beschrijving van hoe luxe zich verspreidt in de samenleving: van boven naar onder. Daarmee zijn we weer bij onze baron aanbeland, maar dit keer staat hij er op zijn plaats. Doordat de edelman een veranda laat aanbouwen aan zijn kasteel, ontwikkelt de techniek van verandabouwen zich, worden veranda’s goedkoper, en gaan uiteindelijk ook de postbodes zich een veranda kunnen veroorloven. De rijken die indertijd een fortuin uitgaven voor een slecht functionerende autotelefoon, bekostigden op hun manier mee de ontwikkeling van de mobieltjes die je nu ook aantreft in de bidonvilles van de Derde Wereld. Dit verschijnsel – niet dat van de mobieltjes, maar in het algemeen – wordt beschreven door Hayek in het derde hoofdstuk van The Constitution of Liberty. Het was geloof ik vanaf dat hoofdstuk dat ik wist dat ik een trouwe volgeling zou worden.
     Kortom: trickle down is één keer onzin, één keer een stropop, en twee keer een intuïtieve beschrijving – geen verklaring – van een reële, en voor iedereen gunstige, ontwikkeling.
     Andere vraag – de vraag van het jaar zou je kunnen zeggen. Wat betekent het als een politicus als Biden zegt dat ‘trickle down doesn’t work’? Dat betekent dat hij de belastingen op bedrijfswinsten en hoge inkomens wil verhogen om toch maar een gewenste ‘trickle down’ te forceren. Het is niet makkelijk het resultaat van zo’n beleid in te schatten. Míjn inschatting: de belastingverhoging is een zekerheid, de doorsijpeling naar de lagere inkomens is een mogelijkheid, de gunstige gevolgen voor economische groei en tewerkstelling is een onwaarschijnlijkheid.

 

* Eigenlijk nog rijker, want hij schat de waarde van die veranda blijkbaar hoger in dan die van het geld dat hij ervoor heeft uitgegeven. Anders had hij alles gelaten zoals het was.

** Voorafgaand aan die winst heeft het bedrijf eerder moeten investeren, onder andere in arbeidslonen, zodat de doorsijpeling al begon vóór er winst was. Dan is het begrip toch niet zo goed gekozen.

7 opmerkingen:

  1. Dus: de (aandeelhouders van de) supermarktketen die een brood verkoopt aan een werkloze doen aan herverdeling? Want de werkloze wordt rijker: hij schat de waarde van dat brood blijkbaar hoger in dan die van het geld dat hij ervoor heeft uitgegeven. Anders had hij alles gelaten zoals het was?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee, dat heeft niets te maken met 'herverdeling'.
      Maar inderdaad, de basis van elke aankoop/verkoop is een ruil die voor beide partijen voordelig is of lijkt, anders zou minstens een van die partijen niet in de aankoop/verkoop geïnteresseerd zijn. 'Rijker' is natuurlijk geen goed woord voor een product zoals brood dat onmiddellijk geconsumeerd wordt.
      Hou er rekening mee dat die voetnoot hoort bij de alinea waarin ik probeer aan te tonen dat de aankoop van een veranda géén 'herverdeling' is.

      Verwijderen
  2. Alles is natuurlijk complexer dan wat in een kort stukje kan beschreven worden. Trickle down heeft ook te maken met de opvatting dat geld in private handen meer effectief kan gebruikt worden dan in staatshanden - daar is wat voor te zeggen.
    Iets anders maar gerelateerd (en misschien een ideetje voor een volgend stukje): meritocratie. De voorbije 30 jaar is dit begrip in de USA, UK en Duitsland voornamelijk gebruikt door 'sociaal-democraten' (Clinton, Obama, Blair, Schröder). Conservatieven nemen het nauwelijks in de mond...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. '...dat geld in private handen meer effectief kan gebruikt worden dan in staatshanden' ... Dat is inderdaad de kern van het debat.
    Over meritocratie heb ik onlangs zijdelings iets geschreven.
    https://philippeclerick.blogspot.com/2021/04/populisme-en-elitisme.html
    Dat ophemelen van meritocratie heeft inderdaad een sociaaldemocratische traditie, maar is zeker ook linksliberaal. Linksliberaal steunt op een sociaaleconomische en culturele elite die door eigen IQ en informatievaardigheid de top heeft bereikt. Conservatieven en rechtsliberalen zouden zich inderdaad best bezinnen over de vraag hoe zij meritocratie, een gezond beginsel, willen invullen. Dat lijkt mij een verdomd moeilijke kwestie.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Sorry voor de dubbele posting (doch ik meen dat niet zelf gedaan te hebben, of misschien systeem traagheid en 2x gedrukt?).
    Inderdaad, "...kern van het debat." Niets is zwart wit, maar dan geraken we niet uit een korte discussie. De kracht van de overheid is vaak 'regulering' en gedeeltelijke financiering; privaat is uitvoering. Public-private partnerships geven nogal eens goede resultaten. Voorbeeld Belgisch gezondheidssysteem (Bismarck model), overheid stelt regels en budget, privaat voert uit onder controle en een mate van concurrentie (keuzevrijheid). Genationaliseerde 'health services' hinken ver achterop. Recent voorbeeld: covid-vaccin, overheid pusht, privaat maakt het vaccin. Het vergt intelligent design, geval-per-geval, en opvolging, en daar wringt de schoen soms.
    Er is plaats voor overheid en private sector, met elk zijn sterkte.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ja, die dubbele posting heb ik ook soms. Privé of overheid: het blijft een moeilijke discussie. Ik heb er ooit iets over geschreven hier: https://philippeclerick.blogspot.com/2016/10/de-private-onderneming-en-de.html

    BeantwoordenVerwijderen