dinsdag 1 juni 2021

Verbieden van 'haatspraak'


      Als alles goed gaat, wordt de door de regering voorgestelde wetswijzing tegen haatspraak dus niet goedgekeurd. Om ‘haatspraak’ over te brengen van Assisen naar Correctioneel is een tweederde meerderheid vereist, N-VA en Vlaams Belang zijn tegen – gelukkig maar – en CD&V is niet bereid om de wet samen met PVDA goed te keuren – alweer: gelukkig maar*. Het is al erg genoeg dat indertijd racisme en xenofobie van de Assisenrechtspraak naar Correctioneel zijn overgebracht.
     Nochtans had premier De Croo zich roekeloos in het debat gegooid met een ferme uitval. ‘Haatspraak is geen mening. Haatspraak in ons land is strafbaar … Ophitsen tot onverdraagzaamheid ten opzichte van mensen op basis van hun afkomst en op basis van hun religie, en tegenwoordig van mensen vanwege het feit dat ze viroloog zijn, dat is strafbaar, en het is maar goed dat dat in ons land strafbaar is.’
     Dat was een heel gevaarlijke uitval van De Croo. Het begint al bij de premisse. Natuurlijk is haatspraak wél een mening. Ik heb een Facebookvriend die zijn meningen bij voorkeur verwoordt in virulent en spitsvondig haatproza waarin hij zijn vijanden een vreselijke dood toewenst. Ik heb zelf weinig talent voor haat, maar ik lees die uitvallen graag. Als Schopenhauer de filosofieprofessoren van zijn tijd becommentarieert, is de ziedende haat navoelbaar. Je begrijpt niet goed dat na het lezen van zo’n stuk, een of andere halve gare lezer geen aanslag op Hegel heeft ondernomen. Als W.F. Hermans de Nederlandse mandarijnen de inhoud van een fles zwavelzuur in het gezicht gooit – figuurlijk – voelt de lezer het sardonische plezier dat de schrijver beleeft aan het moreel vernietigen van zijn vijanden. En om enkele trappen van de stilistische ladder af te dalen: als Tom Lanoye zijn tegenstanders van rechts over de hekel haalt, kun je tenminste dát van hem zeggen: dat zijn haat niet gespeeld, maar gemeend is.
     Clerick, zegt de lezer nu, je begrijpt De Croo met opzet verkeerd. Schopenhauer, Hermans, Lanoye en jouw Facebookvriend spreken hun haat uit tegen mensen vanwege hun gedrag en hun meningen. Als De Croo haatspraak aanhaalt heeft hij het niet over gedrag of meningen, maar over kwesties van afkomst, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, lichamelijke kenmerken, kortom een aantal kenmerken waar mensen niet voor gekozen hebben en waar ze noch verdienste noch schuld aan hebben.
     O ja? En waarom vermeldt De Croo dan de virologen als voorbeeld? Want nu kun je van virologie veel zeggen, maar niet dat het een ras, een religie of een seksuele geaardheid is. Het is een beroep, zoals dat van de filosofieprofessoren die door Schopenhauer zo werden gehaat. En bovendien worden die virologen niet eens om hun beroep gehaat, maar om hun mening over hoe corona moet worden bestreden en om de manier waarop ze de publieke opinie hebben beïnvloed. Dit hoort in een vrije maatschappij tot het openbare debat. Siegfried Bracke mag zijn mening zeggen over Marc Van Ranst, en Marc Van Ranst mag zijn mening zeggen over Siegfried Bracke. Misschien zouden ze allebei wat vaker hun mening voor zichzelf moeten houden, maar dat is weer een andere kwestie.
     Is het dan geen probleem dat kritiek op virologen als effect kan hebben dat een onevenwichtig individu naar de wapens grijpt om een viroloog dood te steken of neer te schieten? Dat gevaar bestaat zeker. Linkse journalisten hebben in Nederland jarenlang stemming gemaakt tegen Pim Fortuyn en uiteindelijk heeft Volker van der Graaf hem doodgeschoten. Hadden de linkse journalisten dan niet mogen schrijven wat ze over Fortuyn dachten? Na het doodschieten van Fortuyn zei Chris Dusauchoit dat hij daar geen slecht gevoel bij had**. Dat is geen erg tolerante uitspraak, maar ze valt, naar mijn smaak, volledig onder de vrije meningsuiting.
     Natuurlijk kun je je kritiek geven op verschillende manieren. Verschillen in stijl zijn niet onbelangrijk. Volgens sommigen is stijl zelfs ‘l’homme même’. Maar rechters en jury’s moeten geen stijlhandboek hanteren. Als Bracke kritiek geeft op Van Ranst is dat redelijk, ironisch, tongue-in-cheek. Hij prikt zijn tegenstander met een venijnige speld. Dat is zijn manier. Schopenhauer, Hermans, Lannoye en mijn Facebookvriend geven de voorkeur aan een sloophamer. Ook fijn. Maar zolang de speld en de sloophamer metaforen blijven is er geen reden om een correctionele rechtbank de bevoegdheid te geven om de querulanten te straffen.
     Het voorbeeld dat De Croo geeft van de virologen is ingegeven door de actualiteit. Maar het is ook tekenend voor het hellend vlak waar elke beperking van vrije meningsuiting naar toe leidt. De eerste stap betreft het racisme. Je mag geen zwarten haten of aan die haat uiting geven. Ik vind dat ook, maar ik zou er de wet niet bij betrekken. Zodra je echter het strikte domein van ras en afkomst verlaat wordt het moeilijk. Je mag van De Croo dus ook geen virologen haten. Mag je eigenlijk wel racisten haten? Of antiracisten? Je raakt verstrikt in paradoxen. En je belandt uiteindelijk bij die éne regel dat jíj je vijanden mag haten, maar dat je vijanden jóu niet mogen haten. Je eindigt met de houding van Ludivine De Donder die, als ze door N-VA wordt aangevallen voor haar stuntelige beleid, antwoordt dat N-VA ‘haat zaait’. Ja, zo is het gemakkelijk. Van mij mag ze dat zeggen natuurlijk, maar ik wil liever niet dat ze de mogelijkheid krijgt om met haar klacht naar een correctionele rechtbank te stappen.

 * Beroepscommentatoren in de pers beschrijven het debat als een politiek spel tussen regering en oppositie. Dat is het natuurlijk óók. Als bezorgde burger vrees ik echter dat er meer aan de hand is. Politieke spelletjes zijn vaak  oppervlakterimpelingen die veroorzaakt worden door diepere onderstromen.

** Zie hier.

1 opmerking:

  1. Geen speld tussen te krijgen. Hopelijk leest de sentimentele, maar filosofisch blijkbaar ongeschoolde Alexander dit.

    BeantwoordenVerwijderen