vrijdag 14 januari 2022

Factcheck en nuances bij De Croo en Van Gucht

 

     Dat De Croo af en toe totaal verkeerde cijfers citeert als het over corona gaat, heb ik al een paar keer aangehaald*. Het eigenaardige is dat hij dat blijft doen. Hij leest natuurlijk mijn blog niet, maar is er dan niemand in zijn omgeving die hem op zijn blunders wijst? Is De Croo een soort Mao Zedong die door niemand wordt tegengesproken? En stuurt De Croo, zoals voornoemde Mao Zedong tijdens de Grote Sprong Voorwaarts, ingrijpende beslissingen aan zonder dat iemand hem de echte cijfers durft te geven waarop die beslissingen moeten voortbouwen? Ik was er niet gerust in.
     Ondertussen kan ik al wat beter slapen. In De Standaard stond een factcheck aangaande de De Croo zijn laatste enormiteit – een factcheck die de premier ongetwijfeld wél gelezen heeft. In De Morgen van 9 januari had hij gezegd: ‘Een gevaccineerde die besmet is [met omikron] heeft negen à tien keer minder kans om het virus over te dragen.’ Journalist Dries De Smet spreekt over die bewering, na een genuanceerde commentaar, het onverbiddelijke verdict uit: ‘Onwaar’. Niet ‘eerder onwaar’, maar ‘onwaar’. Hij wijst erop dat er geen Belgische cijfers bestaan, maar dat een Deense studie wijst dat die besmettingskans – in huiselijke kring – bij drie keer gevaccineerden, geboosterden dus, niet tien keer, maar twee keer minder is. Een heel verschil.
    Nu is het natuurlijk makkelijk om een politicus te factchecken. Ook leken zoals Dries De Smet en ikzelf kunnen dat. Maar hoe zit dat met uitspraken van experts? Mijn zoon-de-dokter zei onlangs dat een derde prik 60 tot 70 procent beschermt tegen omikronbesmetting. 60 tot 70 procent? Hij was onlangs op een feest geweest waarop een van de aanwezigen, ondanks een negatieve zelftest, achteraf met omikron besmet bleek. Maar alle andere aanwezigen waren drie keer geprikt, en niemand had een besmetting opgelopen. Oké, dacht ik: anecdotal evidence. En hoe weet men dat het een omikronbesmetting was?  En bovendien, als de zelftest negatief was, zal de besmette op dat ogenblik nog niet veel virus hebben geproduceerd. 
    Mijn-zoon-de-dokter-maar-geen-expert had, leerde ik achteraf uit de krant, zijn cijfers van iemand die wel een expert is: Van Gucht. Die had vorige week al gesproken van 60 tot 70 procent bescherming. ‘Wie drie dosissen gehad heeft, maakt tot drie keer minder kans om besmet te raken met omikron.’ Hoe weet Van Gucht dat? Ik neem aan dat hij de cijfers van de besmettingen neemt, dan het percentage van de geboosterden eruit haalt, en dan dat percentage vergelijkt met het percentage van niet-gevaccineerden. En die vergelijking levert een beschermingsgraad op van 60 tot 70 procent voor geboosterden. Volgens die berekening is de uitspraak van Van Gucht ongetwijfeld ‘waar’ – niet ‘eerder waar’, maar ‘waar’.
     Eigenlijk zou ik bij een factcheck een vijfde categorie willen toevoegen naast ‘waar’, ‘eerder waar’, ‘eerder onwaar’ en ‘onwaar’. Ik denk bijvoorbeeld aan een categorie ‘ongenuanceerd’, die geen veroordeling inhoudt, want je kunt niemand verwijten dat hij niet àltijd àlle nuances meegeeft. Maar het biedt de factchecker de mogelijkheid om die nuances dan zelf aan te brengen.
     Zo bekeken, lijkt de uitspraak van Van Gucht mij ‘ongenuanceerd’. Ten eerste geven de cijfers van Sciensano een momentopname. We hebben ondertussen geleerd dat de vaccinwerking geleidelijk aan afneemt. De beschermingsfactor zal binnen een maand niet meer dezelfde zijn als nu. Ten tweede beschikt Sciensano niet over de cijfers van de besmettingen, maar alleen over de cijfers van de positieve testen. Gezien de teststrategie mogen we aannemen dat de zwaardere gevallen in die cijfers oververtegenwoordigd zijn, en de asymptomatische gevallen– vaak bij geboosterden – ondervertegenwoordigd. Als dat klopt zijn er meer geboosterden besmet dan er opgenomen zijn in de cijfers waarmee Van Gucht zijn berekening heeft gemaakt. En ten derde houdt het Sciensano-cijfer geen rekening met de ongeziene besmettelijkheid van omikron. Het is logisch dat omikron in een eerste fase vooral circuleert onder de niet-gevaccineerden. Dat is voor het virus het laaghangende fruit. Maar als op termijn 50 procent van de bevolking besmet moet raken – en dat zijn de prognoses – dan zal het virus in een tweede fase zich moeten richten op de gevaccineerden en geboosterden. Op dat moment zal die beschermingsfactor van 60 tot 70 procent erg theoretisch worden.
    Daarmee zij niet gezegd dat Van Gucht ongenuanceerd communiceert. Ongeveer alles wat ik hierboven aanhaal, heb ik juist van hem geleerd. Maar als zijn procent zonder context in een krant wordt geciteerd, of als het zich als los cijfer in ons geheugen nestelt, is het dat wel. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het onder geboosterden een ‘vals gevoel van veiligheid’ kan creëren. Maar misschien is dat in de gegeven omstandigheden beter dan een ‘vals gevoel van onveiligheid’.

 

Laatst nog hier

Geen opmerkingen:

Een reactie posten