vrijdag 7 januari 2022

Nog enkele notities bij het Hoeyberghs-vonnis


** Mark Elchardus schreef naar aanleiding van het geval Hoeybergs een erg degelijk pleidooi voor de vrije meningsuiting. Hij heeft blijkbaar, in tegenstelling tot ikzelf, het vonnis gelezen en citeert een fraaie zinsnede uit het vonnis. Hoeyberghs zou aangezet hebben tot haat ‘door vrouwen voor te stellen als opportunisten’. Je kunt je het antwoord van Elchardus op dat argument min of meer voorstellen. Het is iets met ‘politici’.

** In mijn vorig stukje citeerde ik ook al Elchardus die alleen die ‘hate speech’ wil laten veroordelen die aantoonbaar de bedoeling heeft, én het imminente gevaar inhoudt, dat geweld en discriminatie tot stand komt. Wat ik gecursiveerd heb, zijn zeer goede juridische nuances. Zelf zou ik alleen van ‘geweld’ spreken, en niet van ‘discriminatie’. Dat is geloof ik wat het recente N-VA-wetsvoorstel ter zake doet.

** Als ik Reset van Elchardus goed begrepen heb, is volgens hem de vrije meningsuiting geen onvervreemdbaar recht, maar een recht dat pas tot stand komt door een soevereine beslissing van het volk via vertegenwoordigers, of rechtstreeks langs een referendum of langs wetenschappelijke peilingen. Ik wil er geen rechtsfilosofische conclusies uit trekken, maar ik vrees dat een meerderheid van het soevereine volk helaas te vinden is voor een wet die, zelfs op een vage manier, het ‘aanzetten tot haat verbiedt’. Wie kan immers vóór haat zijn, zal men redeneren? 

** Ik vrees bovendien dat er een grote meerderheid onder het soevereine volk te vinden is om bepààlde onpopulaire en minoritaire meningen bij wet te laten verbieden. Ik denk dat de Amerikanen in de jaren 50 bij een referendum onmiddellijk de communistische partij zouden hebben verboden. Er kwam overigens in 1954 een wet tegen de communistische partij die echter amper werd toegepast, onder andere vanwege de terughoudendheid van wat Elchardus de juristocratie noemt.

** En er is een zéér grote meerderheid voor de stelling dat er grenzen zijn aan de vrije meningsuiting. Ik behoor tot een heel kleine minderheid die het tegenovergestelde denkt (alhoewel ook ik tijdelijke uitzonderingen kan billijken).

** De uitlatingen waar Hoeyberghs voor veroordeeld werd, waren vulgair en kwetsend. Daar gaat niets van af, behalve dit. Vulgariteit staat vaak in de vuurlinie als de strijd gestreden wordt tussen voor- en tegenstanders van de vrije meningsuiting. De tekeningen in Charlie Hebdo kun je met enige reden als vulgair en kwetsend beschouwen. In 1766 werd de 19-jarige Chevalier de la Barre gefolterd en ter dood gebracht voor het zingen van een vulgair antireligieus liedje, waarin Maria Magdalena als hoer bestempeld werd. Had hij alleen wat voorgelezen uit de Dictionnaire philosophique van Voltaire, zou hem die zware straf bespaard zijn gebleven. Ulysses van James Joyce werd in de VS en Engeland verboden niet vanwege de fijne spot met de godsdienst, maar vanwege de scatologische passages. Had Gerard Reve zijn hoogspersoonlijk mengsel van erotiek en religie vorm gegeven zoals Hadewijch dat deed, zonder er dat ezeltje bij te betrekken, was het ook niet tot een proces gekomen.

** Hopelijk zal niemand mij nu verwijten dat ik Hoeyberghs met de chevalier vergelijk, of met James Joyce, Gerard Reve en de tekenaars van Charlie Hebdo. Misschien kunnen we hem beter vergelijken met de onsmakelijke porno-uitgever Larry Flynt  - alhoewel de vergelijking hier misschien in het voordeel van Hoeyberghs uitvalt. Ondertussen werd Flynt wel een icoon in de strijd voor het First Amendement, en meer bepaald tegen de uitzonderingen op de vrije meningsuiting.

** Samengevat: Hoeyberghs vangt de kogels op voor de academicus die over genetische verschillen tussen mannen en vrouwen iets wil zeggen waar wokies geen pap van lusten.

** Bart De Wever haalde het verschil aan tussen ‘laakbaar’ en ‘strafbaar’. Het ene verwijst naar de wereld van normen, waarden, tradities, fatsoen en ethiek, het andere naar de wereld van wetten, politie en rechtbanken. Maar de twee werelden hebben ook met elkaar te maken. Vaak zal ‘strafbaar’ gelden voor grote, ondubbelzinnige vergrijpen, en ‘laakbaar’ voor kleinere, minder schadelijke, misschien zelfs controversiële vergrijpen. 

** Een samenleving die alles juridisch strafbaar maakt wat moreel laakbaar is, neigt naar intolerantie. Maar een samenleving waarin elk afwijkend, niet strafbaar gedrag, voortdurend wordt gelaakt door familie, buren, burgers en buitenlui, is ook intolerant. En daar hoort, zoals altijd, een paradox bij. Een samenleving waar weinig laakbaar is, zal vaker het strafrecht moeten bovenhalen. Waar men medeplichtig de ogen sluit voor ruw, boertig, flagrant egoïstisch, verbaal agressief gedrag, mag je een stijging van misdaad en echt geweld verwachten.

** Geraard Goossens doet een andere vaststelling: ‘Van niemand krijgt Hoeybrechts zoveel verwijten naar zijn hoofd geslingerd als van mensen die vinden dat hij ongestraft moet kunnen zeggen wat hij zegt.’ Dat heeft inderdaad iets komisch, maar het het schept ook duidelijkheid omdat ‘laakbaar’ en ‘strafbaar’ uit elkaar worden gehaald. Het is duidelijker dan wanneer iemand zegt: ‘Ik spreek mij niet uit over de celstraf, maar Hoeyberghs’ uitlatingen zijn onaanvaardbaar,’ of ‘Ik spreek mij niet uit over Hoeyberghs, maar die celstraf is onaanvaardbaar’. 

4 opmerkingen:

  1. Het communisme verbieden?

    Wel, het fascisme is in veel landen verboden. Communisme dacht ik is verboden in sommige voormalige communistische landen in O-Europa. USA heeft communisme niet verboden, zo zie je maar hoe krachtig democratie kan zijn. Gedurende de jaren 1950 was er een heel andere globale situatie.

    Ideologieën of veeleer partijen die de democratie willen afschaffen verbieden is geen vreemde gedachte. Beter is dat de democratie maximaal spreken, denken en organisatie toelaat, maar niet de afschaffing van de democratie.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik spreek me niet uit over Hoeyberghs, maar wel over de celstraf: 10 maanden, waarvan 5 met uitstel. Die andere 5 maanden zijn dus effectief. Dat betekent dus 5 maanden effectieve gevangenisstraf voor het verkopen van gebral op een podium.

    Vergelijk dat eens met het vonnis van oktober vorig jaar, waarin 6 mannen die in groep een meisje hadden verkracht (!) allemaal een straf met uitstel kregen...

    Proportionaliteit zal ook wel een rechtsbeginsel zijn dat de machthebbers (in Kazachstan zouden we al gauw spreken over een "regime") interpreteren hoe het hen uitkomt. Maar een gebrek eraan ondergraaft wel het rechtvaardigheidsgevoel.

    (Ik bedenk net dat die groepsverkrachters dat meisje tijdens hun daad misschien ook wel beledigend zullen hebben toegeroepen. Zou ze, op grond van hun uitspraken, die vrouwonvriendelijk geweest zullen zijn, in beroep kunnen gaan, en alsnog een effectieve celstraf voor de daders kunnen bekomen?)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mark Elchardus zegt in zijn boek uitdrukkelijk: "Begrippen als oproepen tot haat en onverdraagzaamheid zijn te vaag om juridisch te worden gehanteerd. Ze kunnen enkel leiden tot partijdige repressie", zo luidt het (p. 534). Hij vindt dus dat die begrippen uit het recht moeten verdwijnen. Over de antidiscriminatiewetten stelt hij: "dat de rechter overtuigend en op basis van ernstige evidentie moet aantonen dat een uitspraak de bedoeling heeft om te discrimineren of geweld te veroorzaken, dat zij aantoonbaar tot discriminatie en tot geweld zou leiden en dat dit gevaar is. Het gaat bovendien om geweld dat het gevolg is van de uitspraak, niet van protest tegen de uitspraak". Het is duidelijk dat "hate speech" as such voor hem uit de wet moet. Hij volgt m.i. het Amerikaanse systeem.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, Elchardus gaat heel ver in de verdediging van de vrije meningsuiting. Ik ga volledig akkoord. Ik zou wel onder geen enkele voorwaarde, ook niet die van Elchardus, 'uitspraken die de bedoeling hebben om te discriminatie te veroorzaken' vervolgen. Alleen uitspraken die de bedoeling hebben om geweld te veroorzaken kunnen dan vervolgd worden, onder de voorwaarden die Elchardus opsomt.

      Verwijderen