woensdag 19 juli 2023

Het bankwezen - wat een golden retriever ervan begrijpt.

 


     Ik heb ooit acties gevoerd tegen de prijsverhogingen in de studentenrestaurants. Bij een van de acties had ik een woordenwisseling met de vice-rector van de KU Leuven, die ook professor was in de economische wetenschap. ‘Ben je nu echt niet in staat,’ vroeg de professor, ‘om door de geldsluier heen te kijken, of doe je maar alsof? In het laatste geval moet ik je feliciteren met je talent voor demagogie.
’ Ik weet niet meer wat ik geantwoord heb, maar ik kreeg applaus van de omstanders die hoe dan ook aan mijn kant stonden. Ik zou ook applaus gekregen hebben als ik geantwoord had: ‘Tralala’.
     Maar de professor had gelijk met zijn eerste veronderstelling. Ik heb de meeste moeite om te begrijpen hoe geld ‘werkt’ – dat wil zeggen op grote schaal. Op schaal van een gezinsbudget, begrijp ik wat ik moet begrijpen. Je mag niet meer uitgeven dan wat er binnenkomt; als je geld leent moet je dat met interest terugbetalen; het spaarboekje brengt minder op dan wat je verliest door geldontwaarding; het is verstandig om een appeltje tegen de dorst te hebben, maar je mag niet overdrijven.
      Maar geld op grote schaal en alles wat met de werking van banken te maken heeft, dat is een andere zaak. Als ik daar een artikel of een boek over lees van een econoom, gaat het boven mijn pet, en als ik het voor één keer wél begrijp, ben ik nog geen stap verder, want dan weet ik dat er andere economen zijn die het tegenovergestelde beweren en ik zal nooit slim genoeg zijn om te weten wie gelijk heeft. Het gaat zover dat ik niet eens de populaire films begrijp die over de financiële wereld gaan:  Wall Street, The Wolf of Wall Street, The Big Short, The Laundromat.
      Toch gaat er iets fascinerends uit van de haute finance. Bij sommigen slaat die fascinatie om in weerzin. Pascal Cornet bijvoordeeld schreef laatst op FB: ‘Ik weiger mij te verdiepen in de schandalige, vaak ronduit criminele en in elk geval onverantwoorde praktijken van de in de City actieve witteboordenbendes.’ Zelf denk ik eerder met nostalgie aan hoe het vroeger was. In Lijmen van Elsschot vinden we die prachtige beschrijving van het bankwezen: ‘Een heerlijke hutspot van rekening-couranten, cheques, bankbiljetten, aandelen en coupons, telegrammen, auto’s, leningen met en zonder premies, mijnontginningen, gegalloneerde boodschappers en ’t graf van de onbekende soldaat. Dat alles kookt gezellig en wordt afgeschuimd door een paar directeurs die fluisterend en glimlachend de beurs belopen.’ En bij zon directeur moet ik dan denken aan Mr. Banks, de vader van Jane en Michael in Mary Poppins, een film die ik wél begreep.
      Een andere film over het onderwerp die ik een beetje begreep was Margin Call, over de bankencrisis van 2008. De grote baas van een fictieve investeringsbank (Jeremy Irons) heeft gehoord dat er iets niet pluis is. Op een spoedvergadering vraagt hij uitleg aan een van zijn wiz kids. ‘Please speak as you might to a young child or a golden retriever,’ zegt hij. Ik had meteen veel sympathie voor die grote baas: iemand die het ook niet wist maar die besefte dat een vreselijke ingewikkeld probleem uiteindelijk vaak leidt tot een keuze tussen twee of drie heel eenvoudige oplossingen, die dan door de wiz kids in detail moeten worden uitgewerkt. En dat de beste oplossing vaak ook de pijnlijkste is, die je vooral niet mag uitstellen. ‘There are three ways to make a living in this business … Be first, be smarter, or cheat. Well I don’t cheat, and though we have got some pretty smart people here, of the two remaining options, it sure is a lot easier to just be first.’
     Goed, als een bankdirecteur als Jeremy Irons niet veel van bankwezen en geld begrijpt, dan moet ik niet beschaamd zijn om toe te geven dat ik dat ook niet doe. Als ik op een rijtje zet wat ik er wél van begrepen heb, kom ik op het volgende uit.

  1. Banken zijn nuttig: voor burgers die geld willen sparen of lenen, en voor bedrijven die willen investeren. De grap van Mark Twain dat banken gelijken op een kerel die je een paraplu aansmeert als het mooi weer is en die terugvraagt als het regent, is in elk geval niet van toepassing op mij en mijn vrouw. Wij hebben verschillende keren een paraplu, ik bedoel, geld geleend van een bank toen we het nodig hadden en we hebben het terugbetaald, met interest, op het moment en op een manier die ons goed uitkwam. 
  2. Van de drie monotheïstische godsdiensten had het jodendom het van bij het begin bij het rechte eind. Interest is een ‘rechtvaardig’ principe. Je belooft meer af te betalen dan wat je geleend hebt, omdat die auto of dat huis je meer waard is in het heden dan in de toekomst. Hoeveel meer? Dat zie je aan de reële intrestvoet die je bereid bent om te betalen. 
  3. Je leent geen geld van een bank, maar bij een bank*. Banken schuiven geld door van klanten naar klanten, en zorgen ervoor dat ze op dat doorschuiven een procentje verdienen. Aangezien het om heel veel geld gaat, kan dat procentje aardig oplopen.
  4. Mensen veranderen niet gemakkelijk van bank. Van supermarkt kun je elke week veranderen, nadat je de reclamefolders bestudeerd hebt. Bij een bank doe je zoiets niet. Dat maakt dat banken onder elkaar minder moeten concurreren om met aantrekkelijke voorwaarden klanten te lokken. Dat is wel zo comfortabel. 
  5. Banken zijn het bezit van aandeelhouders die bij winst een dividend uitgekeerd krijgen. De gemiddelde opbrengst van bankaandelen is niet groter dan dat van andere aandelen.
  6. Banken beheren dus heel veel geld, maar bezitten zelf relatief weinig eigen geld.
  7. In het proces van lenen en ontlenen, creëren de banken nieuw geld. Dat is op zich een ‘natuurlijk’ proces. Wie een schuldbekentenis in zijn bezit heeft, kan die schuldbekentenis als betaalmiddel gebruiken, dus als nieuw geld naast het bestaande geld.
  8. Nieuw geld creëren, of het nu gebeurt door banken of door de overheid, kan een land niet rechtstreeks rijker of armer maken, maar het kan wel andere positieve of negatieve gevolgen hebben. 
  9. Doordat banken meer geld beheren dan ze bezitten, en ook zelf ‘fictief’ geld creëren, is het bankwezen een kwetsbaar diertje.
  10. Ondanks die kwetsbaarheid, loopt het al een hele tijd mee.
  11. Een goede bank moet, zoals elk bedrijf, risico’s nemen. Een bank die geen enkel risico neemt, zal minder winst maken, minder dividend kunnen uitkeren, minder loon kunnen uitbetalen, minder interesten kunnen geven op spaarboekje, grotere interesten moeten vragen voor leningen.
  12. Als een bank risico’s neemt, kan dat, zoals bij andere risico’s, slecht aflopen. Maar de gevolgen van zo’n slechte afloop zijn bij banken veel groter, en worden door meer mensen ondervonden, dan bij om het even welk ander bedrijf.
  13. Ik kan niets verkeerds zien in geldspeculatie op zich. Speculatie gebeurt, net als handel, op vrijwillige basis tussen contractanten die er allebei voordeel uit hopen te halen. 
  14. Speculatie heeft een slechte naam om veel redenen. Sommige daarvan zijn terecht. Er bevinden zich onder de speculanten  bedriegers die misbruik maken van de complexiteit van het financiële systeem om mensen met minder inzicht op te lichten. Ook gebeurt speculatie soms in situaties van extreem machtsonevenwicht, hongersnood bijvoorbeeld. 
  15. De slechte naam van speculatie is echter ook aan vooroordelen toe te schrijven: men veroordeelt het systeem omdat men het niet begrijpt, of men vindt dat speculanten niets nuttigs ‘maken’. Dat gelijkt op het oude vooroordeel tegen handelaars als tussenpersonen - als middle men - die zich tussen de producent (liefst een boer) en de consument wringen. In de middeleeuwen zei men: homo mercator deo placere non potest. De handelaar is Gode niet welgevallig. Wat naar mijn smaak erg gelijkt op die andere intuïtieve opvatting: pecunia non parit pecuniam, geld jongt niet. 
     Iets vreselijk ingewikkels als de bankencrisis van 2008 kan overigens verrassend gemakkelijk worden uitgelegd aan een kind, aan een golden retriever, of aan iemand van mijn niveau. Arme Amerikanen  kochten vóór 2008 huizen op krediet, met een hypotheek. De banken wisten dat die mensen hun huizen misschien niet zouden kunnen afbetalen, maar ten eerste mochten ze van de staat de arme mensen niet discrimineren, en ten tweede rekenden ze erop dat die huizen ondertussen in waarde zouden zijn gestegen, zodat ze tegen het verlies verzekerd waren.
     De banken wisten echter ook dat die waardestijging van huizen niet gegarandeerd was, dat de waarde plots in elkaar kon stuiken, maar niemand wist
 wanneer dat kon of zou gebeuren. Ondertussen begonnen de banken, om risicos te spreiden, die leningen onder elkaar te verhandelen zodat niemand nog goed wist wie welke risico’s op welke termijn liep. En toen stuikte de waarde van de huizen in elkaar, om redenen die Karel van het Reve in 1980 al uitlegde aan de luisteraars van de Wereldomroep. Je kunt het stuk hier beluisteren


* De leuke formulering heb ik overgenomen van Joseph M. Asselbergh die wel eens iets schrijft op mijn FB-pagina. De mooiste formulering is misschien die van Jimmy Stewart die een met faillissement bedreigde kleine bankier speelt in Its a Wonderful Life: ‘As if I had the money back in a safe. The money’s not here. Your money’s in Joe’s house ... right next to yours. And in the Kennedy house, and Mrs. Macklin’s house and a hundred others. Why, you’re lending them the money to build, and then, they’re going to pay it bak to you as best as they can.

16 opmerkingen:

  1. Wat weinig mensen beseffen, is dat het geld dat banken uitlenen voor aankoop vastgoed niet van de spaarders komt maar uit de computer. Toktoktok, en het geld staat op je rekening, uit het niets. Ze hebben daarvoor toelating gekregen van de overheid, binnen bepaalde perken (fractioneel bankieren). Op die wijze wordt zelfs meer geld geschapen dan door centrale banken wordt bijgedrukt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik neem aan dat het eigenlijk een stap verder is in het proces waar ik in punt 7 iets zeg. En dat zeker punt 9 daarop van toepassing is: grotere kwetsbaarheid.

      Verwijderen
  2. Beste Philippe, zoals je weet heb ik mijn ganse loopbaan in de Bank gewerkt. Ik heb enkel de binnenkant van het kantoor gezien . Ik durf er mijn handen niet direct voor in het vuur steken, maar ik heb een heel sterk vermoeden dat elke lening een kleine devaluatie van de munt tot gevolg heeft. Ik vermoed dat inderdaad bij het door de Bank ter beschikking stellen van een krediet, onder welke vorm dan ook, er nieuw geld wordt gecreëerd onder vorm van het debiteur stellen van een nieuw nummer....



    BeantwoordenVerwijderen
  3. Willem CEUPPENS, Dilbeek19 juli 2023 om 14:57

    Merkwaardig dat u het bankwezen en de functie van interest verbindt met een van de drie monotheïstische godsdiensten (punt 3)

    En toch weer niet zo merkwaardig, gezien een bekende (beruchte) opponent er de volgende opvatting op nahield:...

    [Tevens een element dat door de historici nogal verwaarloosd wordt en m.i. nochtans significant deel dient uit maken van de duiding van en bepaalde geschiedenis]

    "Voor mij was eenvoudig een ruilbewijs voor geleverde arbeid, en de waarde erva

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Willem CEUPPENS, Dilbeek19 juli 2023 om 15:44

      Vervolg van bovenstaande (sorry, blijkbaar op verkeerde toets gedrukt met irreversibel gevolg...)

      ... "Voor mij was geld eenvoudig een ruilbewijs voor geleverde arbeid, en de waarde ervan was volstrekt afhankelijk van de waarde van de arbeid die was verricht. Waar geld geen verleende diensten vertegenwoordigde, zo stelde ik, had het in het geheel geen waarde..."

      ["Für mich sei Geld nicht anderes als eine Anweisung für geleistete Arbeit. Es habe nur dann und nur soviel Wert, als hinter ihm eine Arbeitsleistung stecke. Wo es diese Leistung nicht repräsentiere, könne ich ihm auch keinen Wert zubilligen", A.H., zoals opgetekend door Heinrich Heim (stenoverslag) in "Monologe im Führerhauptquartier" am 16 (?) -19/05/1944, herausgegeben von Werner Jochman, Albrecht Knaus Verlag, Hamburg 1980 en verder in 1988]

      Destijds had ik uit De Standaard van 28/07/2018 een artikeltje geknipt van een zekere Ruben Mooijman dat onder de hoofding "De Balans. Nullen schrappen" bovenstaande opvatting nog beter expliciteert:

      "Het idee dat meer geld per definitie goed zou zijn voor een land, vloeit waarschijnlijk voort uit het foutieve denkbeeld dat geld op zichzelf een waarde heeft.

      Geld is niets meer dan een onderlinge afspraak, een manier om de economie beter te laten functioneren.

      De waarde zit niet in de briefjes of de munten, maar in de arbeid (!), de grondstoffen, de prestaties of de goederen die zij vertegenwoordigen...

      Het is niet omdat er meer briefjes of munten zijn, dat er ook meer arbeid, grondstoffen of goederen zijn..."

      [Dergelijke zienswijze is in een of andere vorm vermoedelijk ook reeds terug te vinden bij Karl Marx ?...]

      De perversie (van de intrinsieke waarde) begint dus zodra "geld" "geld" opbrengt...

      Verwijderen
  4. Willem CEUPPENS19 juli 2023 om 16:30

    Het artikel van Ruben Mooijman ("De Balans. Nullen schrappen", DS 28/07/2018) is nog terug te vinden (wel andere context):
    https://www.standaard.be/cnt/dmf20180727_03635909

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor de link. Ik zal het artikel van Mooijman zeker lezen. Dat 'geld' dat 'geld' opbrengt, een perversie is, was de katholieke leer in de middeleeuwen. "pecunia non pasrit – geld jongt niet".

      Verwijderen
  5. Willem CEUPPENS, Dilbeek20 juli 2023 om 04:41

    1/ Bedankt voor de reacties...

    "...Pecunia non parit pecuniam..."
    (voor alle volledigheid en... begrip)

    Trouwens én blijkbaar, niet alleen de katholieke kerk die daar op zeer merkwaardige wijze (althans in woorden, en wat de leer betreft) last mee heeft... er zijn vele voorbeelden waaruit kan blijken dat de praktijk anders was / is...

    2/ Overigens zijn uw "15 bancaire stellingen" een knappe (en zoals steeds, goed gestructureerde) verzameling die voor dat monetaire onderwerp een zekere 'status quaestionis' uitmaakt waarop (met toetsing) kan en dient verder gebouwd...

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Daniël Vande Veire20 juli 2023 om 11:15

    Overigens was dat probleem van geld lenen tegen rente aanleiding om het vagevuur te introduceren. Omdat de woekeraar anders in de hel terecht kwam en er in tijden van kathedraalbouw veel geld nodig was, werd geld tegen rente lenen een zonde die kon worden afgekocht mits aflaten. Het alternatief was lenen bij joden (die hoe dan ook verdoemd waren, maar het was een beetje sneu dat die geld zouden binnenhalen bij de kathedraalbouw. Voor zover ik weet werd dat in 1215 beslist in het vierde concilie van Lateranen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die middeleeuwse theologie, ge geraakt daar niet aan uit. Want de woekeraars zitten, behalve in het vagevuur, ook in de zevende kring van de hel, samen met andere 'onnatuurlijken' zoals de homoseksuelen.

      Verwijderen
  7. Als critici hun duivels loslaten op "speculanten" gaat het meestal niet over personen die het "normale" beursspel spelen: je koopt iets, en je dankt dat de koers zal stijgen, en je hoopt op het goede moment te verkopen. Ze hebben het meestal over mensen die "shorten", of "à la baisse spelen". Die beloven een aandeel later te verkopen aan een bepaalde overeengekomen prijs. En ze hopen dat de prijs van dat aandeel zakt, zodat ze het goedkoper dan aan de overeengekomen prijs kunnen inkopen. Er is nog een verschil tussen covered shorten en naked shorten, maar dat is voor een andere keer. Dus een speculant maakt winst als een aandeel daalt. En dan komt de kritiek: hij profiteert van het leed van anderen (krokodillentranen aub). Zo vond de befaamde/beruchte George Soros dat het Pond Sterling te hoog stond, en ging er spectaculair short op. Hij riskeerde miljarden te verliezen, maar won miljarden, toen het Pond een duik nam. De markten hadden hun werk gedaan, en het Pond kwam op zijn reële waarde terecht. Dit zou vroeg of laat toch gebeurd zijn. Het maneuver van Soros had voor een noodzakelijke correctie gezorgd. Shorten is een noodzakelijke rem op een al te enthousiaste "bull market". Wat conservatieven all over the world Soros kwalijk namen, was niet zozeer dat hij miljarden had gewonnen, maar wat hij met zijn centen doet. Hij is een notoire "liberal", en dus de baarlijke duivel voor rechtse rakkers. Dat hij een jood is, en Auschwitz overleefde, deert hen niet, integendeel: kriitiek op Soros en de "globalistische elite" is dikwijls een code voor plat antisemitisme.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat is ook wat ik over 'soorten' denk, maar ik zou het nooit durven schrijven omdat ik er veel te weinig van af weet. En dat men in het geval van Soros op de man speelt, dat is voorspelbaar.

      Verwijderen
    2. Niet 'soorten' maar 'shorten' - ha die autocorrect!

      Verwijderen
  8. Leve de 'autocorrect"! Al mijn spelfaudten zijn de schuldt van autocorrect)

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Ik heb een gelijkaardig fundamenteel onbegrip, niet zozeer over geld - een middel - maar wel over waarde, of anders gezegd "weelde" (wealth) en nog meer in het bijzonder de groei van die weelde.

    Het komt me immers voor dat de meeste macro-economische bespiegelingen goed verborgen of amper verholen gevallen inhouden van de "broken window fallacy". Bijvoorbeeld: de verkoop van waakhonden/moto's/Bose-boenkdozen, om mijn grootste irritaties te nemen, en de verkoop van oordopjes/geluidsschermen/noise-cancelling-koptelefoons, worden beide aan het BNP gevoegd.

    Dieter

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, en als we elkaars gras afmaaien en elkaar betalen, vergroten we het BNP. Het beste is om het BNP te zien als een heel grove indicatie van de weelde. Uit het feit dat het BNP van Rusland ongeveer gelijk is aan dat van de Benelux zou ik niet al te veel belang hechten.

      Verwijderen