Veel van mijn radicaal-rechtse FB-vrienden hebben op hun pagina de volledige open brief van Walter Zinzen, Johan Depoortere, Dirk Tieleman en Ng Sauw Tjhoi gedeeld, brief waarin ze de huidige VRT-berichtgeving over Oekraïne op de korrel nemen. Die openheid van geest bij mijn radicaal-rechtse vrienden kan ik alleen bewonderen want van huis uit zouden ze heel argwanend moeten staan tegen die MSM-journalisten, gepensioneerd of niet, waarvan er minstens drie radicaal-links zijn. Zelf heb ik die openheid veel minder. Als ik bij de tegenstrever toevallig een standpunt terugvind dat ik deel, begin ik de tekst te lezen en te herlezen, en ik kom slechts tot rust als ik gevonden heb dat die tegenstrever weliswaar mijn standpunt deelt maar dat doet voor heel verkeerde redenen.
In het geval van deze open brief deel ik het standpunt van de vier journalisten helemaal niet, en de verleiding is dan groot om een aantal goedkope polemische trucjes boven te halen. De vier journalisten – waarom is Polspoel er niet bij? – noemen zichzelf ‘oud-strijders van de nieuwsdiensten op de openbare oproep’ en ze zijn ‘verbijsterd’ over de eenzijdige berichtgeving van jonge snaken die nu op het scherm komen. Het meest voor de hand liggende trucje is om meteen een ‘tu quoque’ toe te passen. Hebben die journalisten zich niet zelf, in hun tijd, aan enige eenzijdigheid bezondigd? Daar moeten toch voorbeelden van te vinden zijn. De namenlijst biedt ook mogelijkheden om argumenten ‘ad personam’ te gebruiken. Ng Sauw Thoj stond geloof ik op de verkiezingslijst van de PVDA. Moeten we van zo iemand ‘lessen krijgen’ – zoals dat heet – in evenwichtige berichtgeving?
Ook met het what-about-argument zou ik iets kunnen beginnen. Depoortere heeft de mond vol van vrede, maar bij de slachting aangericht door Hamas op 7 oktober was hij een van de weinigen die daar openlijk sympathiek tegenover stond. Hij sprak van ‘Palestijnse strijders die Israël zijn binnengedrongen’. Je mocht dat niet afkeuren want dan had je ‘niets begrepen van het antikoloniale verzet.’ De mooiste zin vond ik deze: ‘Het is niet aan goed doorvoede witte intellectuelen om achter hun veilige computerscherm te dicteren hoe de strijd moet worden gevoerd.’*
Maar goed. Ik acht mij boven deze goedkope polemische trucs verheven, en zal mij beperken tot de inhoud van de tekst**. Dan moet ik vooreerst opmerken dat die inhoud vaak pietluttig is. Zo moet men volgens de vier oudstrijders niet spreken over het ‘defensiebudget’ maar over het ‘militair’ budget. Ach, ach. Als men aan de Poetin-versteher- en nu ook Trump-versteher – Tom Sauer ‘verwijt’ dat hij actief is binnen de vredesorganisatie Pax Christi, moet men ook Poetin-criticus Jonathan Holslag verwijten dat hij reserve-officier is.’ Alweer: ach, ach.
Ernstiger is de kritiek dat men een woord als ‘oorlogsdreiging’ niet ijdel mag gebruiken, want daarmee wordt de ‘oorlogshysterie’ aangewakkerd. Zelf vind ik dat het met de oorlogsdreiging voor landen als België, Nederland en Frankrijk, best meevalt. De gegarandeerde vrede van de laatste dertig jaar zijn we kwijt. We zijn teruggekeerd naar de toestand van de jaren 70-80, maar we moeten niet vergeten dat het toen ook goed is afgelopen. Wellicht loopt het nu ook goed af. Maar dat de oorlogsdreiging nu hoger ligt dan 15 jaar geleden, dat is gewoon waar, en het mag gezegd worden.
En is er vandaag echt sprake ‘oorlogshysterie’ op televisie, zoals er indertijd een covid-hysterie heerste, met een dagelijkse barometer over de bezetting van de ziekenhuizen? Professor Mattias Desmet – die toen ook zijn stem liet horen – spreekt nu zelfs van ‘oorlogseuforie’. Naar mijn smaak valt het nogal mee, maar ik begrijp dat sommige mensen vinden dat alleen al het uitspreken van het woord ‘oorlog’ het oorlogsgevaar dichterbij brengt. Of misschien is het nog anders. Sommige mensen reageren erg negatief op het voorstel om, na een vredesverdrag, Europese soldaten naar Oekraïne te sturen die een verdere Russische agressie kunnen ontraden. Dat zou voor hen de ‘oorlogsdreiging’ doen toenemen. Blijkbaar zien die mensen geen oorlogsdreiging vanuit Rusland maar wel oorlogsdreiging vanuit het Westen. Is dat ook de achterliggende redenering van de oudstrijders?
In elk geval, het startpunt van hun open brief is een logisch misbaksel.
‘We vragen ons af waar het evenwicht gebleven is in jullie berichtgeving tussen voorstanders van almaar meer bewapening voor België en Europa, en voorstanders van vreedzame, diplomatieke oplossingen.’
Maar er bestaat helemaal geen tegenstelling tussen aan de ene kant voorstander zijn van meer bewapening en aan de andere kant voorstander zijn van vreedzame, diplomatieke oplossingen. Je kunt best voorstander zijn van allebei. Zelf ben ik er een groot voorstander van om bewapening aan diplomatie te koppelen.
De Navo heeft indertijd diplomatiek geblunderd, beweren de oud-strijders. Dat is best mogelijk. Poetin van zijn kant heeft met zijn invasie in Oekraïne veel diplomatie aan flarden geschoten. Dat is niet alleen mogelijk; het is een zekerheid. Ik zie daar echter geen reden in om de diplomatie te laten vallen. Men moet altijd de diplomatie betrachten, al is het nog zo moeilijk. Maar men kan die diplomatie ook betrachten mét een sterke defensie achter de hand. Ik denk zelfs dat het met een tegenstrever als Poetin béter is als we het zo aanleggen. En zodra de kans zich voordoet moet die worden aangegrepen worden om aan beide kanten te ontwapenen. Eénzijdig ontwapenen daarentegen, in ruil voor diplomatieke garanties, dat zou ik niet doen. Oekraïne heeft dat gedaan toen het zijn kernwapens opgaf in ruil voor een Russische garantie om het land nooit aan te vallen. En zie nu.
*
Laat ik als intermezzo toegeven dat de oudstrijders ook een aantal redelijke opmerkingen maken, bijvoorbeeld als ze aandringen op veelstemmigheid in duidingsprogramma’s.
[Het gebrek aan evenwicht] blijkt vooral – maar niet uitsluitend – in de debatten die we in Terzake en De afspraak mogen aanschouwen. Voorstanders van herbewapening, meestal (gewezen) militairen, krijgen ongelimiteerd en zonder kritische vragen de gelegenheid hun mening ongezouten te verkondigen. Mensen met een andere mening worden hoogst zelden uitgenodigd.
Het beleid van de Europese landen was er een om Oekraïne wapens te leveren waarmee het zich kon verdedigen. De meerderheid van de opiniemakers vond dat terecht, en die meerderheid kwam bijvoorbeeld ook ruimschoots aan bod op de opiniepagina’s van De Standaard. En daarnaast waren er, zoals het hoort in een democratie, dissidenten, die heel wat minder vaak aan bod kwamen. We zagen hetzelfde gebeuren rond de Covid-maatregelen. Vinden de de oud-strijders nu dat die dissidenten even vaak aan bod moeten komen in praatprogramma’s als de gezagsgetrouwen? Dat is een onredelijke eis, ook al sta ik zelf ook vaak aan de kant van de dissidenten. Maar ik begrijp het wel. Als je vindt dat die dissidenten gelijk hebben, en de gezagsgetrouwen niet, dan is het normaal dat je de dissidenten graag wat meer op het scherm ziet verschijnen. En bij ontstentenis daarvan, dat je open brieven publiceert, of op de sociale media filmpjes deelt van Jeffrey Sachs.
Er is nog een tweede opmerking van de oudstrijders waar iets inzit. Ze stellen dat de VRT meer aandacht moet besteden aan de historische achtergrond van het conflict. Dat is altijd een goed idee, zelfs als het niet de hoogste kijkcijfers garandeert. De oud-strijders geven zelf een aantal suggesties van wat in die historische duiding aan bod zou kunnen komen: het gaat om allerlei diplomatieke blunders en gebroken beloftes van de Navo die volgens hen onderbelicht blijven***. Ik vind ook dat die diplomatieke blunders en gebroken beloftes aan bod moeten komen in een historisch programma. Ik geloof tegelijkertijd dat ze vrij licht zullen wegen als je ze plaatst tegen de praktijken van Poetin in dezelfde periode.
*
Behalve die twee opmerkingen – ondervertegenwoordiging dissidenten, historische achtergrond – heeft de open brief niet veel te bieden. Bij één passage kreeg ik een visioen:
‘Zelden of nooit wordt de kernvraag gesteld: betekenen meer vliegtuigen, tanks, drones en raketten inderdaad ook meer veiligheid voor de burger? Veilighe2d van de burgers betekent ook dat Brusselaars de metro kunnen nemen zonder het risico te lopen doodgeschoten te worden door drugscriminelen. Verhogen meer F35-bommenwerpers dit soort veiligheid? En wat met de gevolgen van de klimaatcrisis, waarover geen enkele politicus zich nog zorgen schijnt te maken? Waarom stellen jullie die vragen nooit aan Theo Francken, de minister van Oorlog, die om de haverklap in jullie studio’s zit?’
Ik zie het voor mij. Walter Zinzen stopt Theo Francken een microfoon onder de neus en stelt de kernvraag. ‘Meneer de minister, verhogen de F35-bommenwerpers de veiligheid in de Brusselse metro?’ Francken zegt iets over de Nato-afspraken. Zinzen probeert opnieuw. ‘Meneer de minister, kunnen de F35-bommenwepers ingezet worden tegen drugscriminelen?’ Francken zegt iets over de Stealth-technologie en iets over de Baltische staten. Zinzen laat niet af. ‘Meneer de minister, als de F35-bommenwerpers niets bijdragen aan de veiligheid in de metro en aan de strijd tegen de drugscriminelen, kunnen ze dan misschien bijdragen aan de strijd tegen de klimaatopwarming?’ Francken is wanhopig en zegt iets in het Engels. – Eerlijk gezegd, ik ben blij dat de nieuwe generatie journalisten die stijl achter zich heeft gelaten.
Bijzonder demagogisch in de open brief is het gegoochel met cijfers.
‘Ons militaire budget bedraagt 7,9 miljard euro. Hoezo onderfinanciering?’
Alsof je uit dat blote cijfer kunt afleiden of dat budget ondergefinancierd is of niet! Wie kritiek wil geven op de 2/3 procentnorm van de Navo, kan echt wel betere argumenten vinden.
‘Tussen 2017 en 2024 verdubbelde ons militaire budget.’
Die verdubbeling in absolute cijfers lijkt spectaculairder dan ze is. In 2017 bereikte ons defensiebudget het absolute dieptepunt van 0,88 % van het BBP. In 2024 is het 1,17 %. Dat is nog lang geen verdubbeling. Ook is een vergelijking op korte periodes altijd gevaarlijk. In een vorig stukje vergeleek ik het defensiebudget van 1976, het jaar van mijn legerdienst, met dat van 2024. Dat gaf een heel ander beeld****.
Het absolute dieptepunt van het gegoochel met cijfers komt eraan als de oudstrijders de geringe Belgische defensie-uitgave willen relativeren.
‘Waarom nemen jullie klakkeloos de bewering over dat België de slechtste NAVO-leerling van de klas is …? Vergeten wordt dat België wat deze uitgaven betreft in absolute cijfers op de veertiende plaats komt in de rangorde van de 31 NAVO-landen, dat is halverwege het peloton en niet aan de staart.’
België is de slechtste leerlingen van de Navo-klas omdat het 1,2 % van het BBP besteedt aan defensie – pardon – militaire uitgaven. Dat is het inderdaad ongeveer de slechtste rapport van de klas. Hoe kinderachtig is het niet om dat BBP-procent te vervangen door een absoluut cijfer? Natúúrlijk geeft België meer uit dan Luxemburg en Montenegro, landen met 0,6 miljoen inwoners. De enige manier om fatsoenlijk te vergelijken is om de defensie-uitgaven te vergelijken met het BBP van het land, volgens het aloude solidariteitsbeginsel dat ‘de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.’ En dan komt bijvoorbeeld Spanje ook slecht uit de vergelijking, al geeft het in absolute cijfers 21 miljard uit aan defensie, bijna drie keer zoveel als België. Maar het percentage van het BBP is ongeveer even laag en schommelt rond 1,2 %.
De oud-strijders lijken te pleiten voor meer nuchterheid en objectiviteit in de journalistiek.
‘Een basisprincipe van de journalistiek is dat je een verhaal moet checken en dubbelchecken en het langs alle kanten belichten. Pas dan kan je de waarheid achterhalen.’
Als je de open brief leest, krijg je de indruk dat hun ideaal veeleer dat is van de ‘geëngageerde’ en ‘verontwaardigde’ journalistiek. Een journalistiek die militairen slechts aan het woord laat om te illustreren hoe verkeerd hun standpunten zijn. Een journalistiek die zichzelf enkel ‘kritisch’ noemt als het verhaal voldoende anti-Westers is. Een journalistiek die de ene keer voor ‘rechtvaardige’ oplossingen pleit (in Palestina), en de andere keer voor ‘realistische’ oplossingen (in Oekraïne). De lezer die de open brief gelezen heeft, mag zelf oordelen of ik hier een ongeoorloofd intentieproces voer.
Consensus en dissidentie
Over Oekraïne en defensie lijkt er in grote lijnen een consensus te bestaan tussen gezag, pers en publieke opinie. Vooral radicaal-rechts, radicaal-links en Gwendolyn Rutten plaatsen zich daarbuiten en laten dissidente geluiden horen. Zo’n consensus is niet in steen gebeiteld. In de VS zaten bij het begin van de Vietnam-oorlog het gezag, de pers en de publieke opinie ook op dezelfde lijn. Daarna keerde de pers zich tegen het gezag. ‘I lost Walter Conkrite,’ zei Johnson. En nog later keerde ook de publieke opinie zich tegen het gezag.
In een democratie kun je zoiets niet echt sturen. Vandaag is in Europa zowel het gezag, de pers als de publieke opinie erg kritisch voor Trump en voor Poetin. Ik vind het normaal dat die ‘consensus’ weerspiegeld wordt in opiniestukken, duidingsprogramma’s en analyses. Alleen mag de berichtgeving wat nauwkeuriger en wat feitelijker. Af en toe een dissident geluid zou geen kwaad kunnen, maar ik lig er niet op te wachten.
Leren schieten op school
Ik heb het zelf niet gezien maar er op De afspraak is een militair instructeur opgevoerd die schietoefeningen op school een goed idee vond. Wie dat ‘oorlogshysterie’ wil noemen, zal ik niet tegenspreken. Uit de film If (1968) heb ik onthouden dat zulke militaire oefeningen vroeger gangbaar waren in Engelse public schools. De eindscène van de film laat zien waarom je met die schietoefeningen op school voorzichtig moet zijn.
Onuitgesproken stellingen tegen versterkte defensie
In het defensiedebat zie je aan beide kanten overdrijvingen, drogredenen en onuitgesproken stellingen opduiken. Die stellingen kunnen van morele of speculatieve aard zijn. Ik probeer hier een lijstje op te stellen van mogelijke basisstellingen van de anti-defensiemensen.
Moreel
- Wij zijn niet verantwoordelijk voor wat zich in de buurlanden van Rusland (Oekraïne, Baltische staten, Moldavië, vroegere Oostbloklanden).
- Het is beter om voor Rusland te capituleren dan om een oorlog, en erger nog, een kernoorlog te voeren. Capitulatie is, vergeleken met een oorlog, het minste kwaad. Deze morele stelling kan met speculatieve redenen aangevuld, bijvoorbeeld over het aantal slachtoffers dat een oorlog met zich mee zou kunnen brengen. Experts kunnen hiervan een plausibele grooteorde voorspellen
Speculatie over feiten
- Rusland heeft niet de wil om Europese landen aan te vallen
- Rusland heeft niet de mogelijkheden om Europese landen aan te vallen of te veroveren of te bezetten en zal die ook niet hebben binnen afzienbare toekomst
- Hoe meer toegevingen de Russen krijgen, hoe minder agressief ze zich zullen opstellen
- Hoe zwakker de Europese defensie, hoe minder Rusland zich bedreigd zal voelen, en hoe minder agressief het land zich zal opstellen
- Europa is minstens even agressief tegen Rusland*****
- Diplomatie zal betere kansen op vrede creëren dan een sterke defensie.
Over de morele redenen kan men moeilijk discussiëren omdat mensen verschillende waarden hebben. Over de speculatieve redenen kan men moeilijk discussiëren omdat het ingewikkelde kwesties betreft en omdat er gradaties meespelen. Veel stellingen zijn niet helemáál juist of helemáál fout. Zelf denk ik dat de vijf eerste stellingen ‘veeleer fout’ zijn. Bij de zesde stelling is het eenvoudigste antwoord – zie ook hierboven – dat een sterke defensie en een handige diplomatie elkaar niet moeten uitsluiten.
Zijn er onder mijn lezers anti-defensiemensen die vinden dat ik een basisstelling over het hoofd heb gezien? Welke? De meeste argumenten die ik tegenkom zijn ondersteunende redenen om een van de basisstellingen aan te hangen.
Het doel van een leger
De rol van een leger is om 1) aan te vallen; 2) te verdedigen; 3) af te schrikken zodat aanval en verdediging niet nodig zijn. Dat is in het algemeen gesproken. Vandaag interesseert ons echter de rol die een Europees leger zou kunnen spelen. Wat zijn de waarschijnlijkste scenario’s? Welke rol maakt het meeste kans om realiteit te worden. Ik schat: 1) aanval: 0 %, 2) verdediging 30 %, 3) afschrikking 70 %.
* Johan Depoortere over de Hamas-raid, zie mijn stukje hier. En kijk eens hoe voorbeeldig ik zwijg over de lovende woorden die Dirk Tieleman indertijd over had voor de Ayatollah Khomeini.
** De aandachtige lezer betrapt mij hier, en in de vorige voetnoot, op een ander trucje: de praeteritio
*** Over de Navo-expansie waar de oudstrijders over schrijven. De historicus en districtsburgemeester Paul Cordy plaatst dagelijks een leerrijk en onderhoudend stukje geschiedenis op zijn FB-pagina. Gisteren had hij het over de uitbreiding van de Navo met Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Slovakije, Roemenië en Bulgarije. Dat was toen juist 21 jaar geleden. Zie hier.
**** Over de evolutie van het Belgische defensiebudget, zie mijn stukje hier. Ik ga daarin ook in op de kwestie van de ‘veiligheid in de Brusselse metro.’
***** De stelling van het agressieve Europa had heel misschien enige geloofwaardigheid toen West-Europa nog een hecht blok vormde met de VS.