woensdag 23 juli 2025

Reynebeau, Conscience, Claus


Conscience of Claus
     Marc Reynebeau (DS  4/7) betreurt het dat de De leeuw van Vlaanderen in de Vlaamse canon gebleven is en Het verdriet van België niet. Hij begrijpt het politiek-historisch belang van Consciences boek, maar literair heeft het volgens Reynebeau weinig verdienste. ‘Zowel in zijn gezwollen, vaak stuntelige taal als in zijn auctoriële stijl* is dat een vrij gedateerde, vandaag amper leesbare roman.’
      Ik zou dat ‘amper leesbare’ willen nuanceren. Ik heb De leeuw twee keer gelezen, één keer als kind en één keer als volwassene, en het boek telkens best leesbaar gevonden. Het eerste deel van Het verdriet daarentegen, dat zich afspeelt op de kostschool waar ik mijn kinderjaren doorbracht – en waar ik veel Conscience gelezen heb – dát eerste deel dus vond ik erg taai. Gelukkig heb ik doorgebeten, want het tweede deel, met de al wat ouder Louis Seynaeve, was boeiender.
     Mijn leerlingen in het zesde jaar liet ik een verhaal lezen van Claus (Martha, Martha) en een van Conscience (Blinde Roza). De meesten vonden Conscience véél leesbaarder. Het is waar dat de ‘verteller’ in Blinde Roza ‘auctorieel’ is en dat hij zich richt tot de ‘beminde lezer’. Het is de stijl van een verteller aan de haard. Ik zou niet weten wat daar mis mee is. Bovendien heeft het verhaal een postmodern kantje als aan het slot twee mogelijke vertellers een strootje trekken om uit te maken wie het verhaal uit de doeken zal doen, en of dat in de romantische of realistische stijl zal gebeuren. 


* Er is trouwens een verband tussen de ‘gezwollen’ toon en de ‘auctoriële’ stijl. Conscience werkte en schreef bij wijze in een tijd dat Flaubert de de style indirect libre  nog niet had uitgevonden. Als oefening moesten mijn leerlingen de pathetische directe rede herschrijven in de moderne Flaubertiaanse stijl. Vergelijk

 

Hij riep in vertwijfeling uit: “O, God, zij ook? Mijn arme Rosa dood! Altijd, altijd, dit onverbiddelijk woord: dood! dood! Niemand op aarde zal mij dus herkennen? Geen enkel oog met vriendschap mij aanzien!” 

 met

Hij bleef vertwijfeld achter. O God, zij ook? Zijn arme Rosa dood! Altijd, altijd dat onverbiddelijke woord: dood. Dood. Niemand op aarde zou hem dus herkennen? Geen enkel oog hem met vriendschap aanzien. 

Het verschil valt nog meer op tijdens het voorlezen. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten