woensdag 30 juli 2025

De ellende in Gaza


Radicalisering inzake Gaza.
    Vandaag heeft De Standaard (30/7) drie volledige bladzijden over de oorlog in Gaza én een heftig hoofdartikel. Ik moet bij al die pro-Palestijnse berichtgeving oppassen dat ik niet radicaliseer in de andere richting. Twee maanden geleden las ik pro-Israëlische opiniestukken van Leon de Winter met opgetrokken wenkbrauwen. De laatste tijd denk ik steeds meer: durfde ik maar zoiets schrijven.
       Het is vooral de berichtgeving rond de hongersnood en de voedselbedeling die mijn argwaan wekt. Ik lees altijd over hoe Israël haar eigen voedselbedeling door schietpartijen saboteert en nooit iets over sabotage door Hamas. Toevallig valt mijn scrollend oog op een interview in Le Journal du Dimanche met Georges Bensoussan. Dat interesseert mij, want ik heb zojuist zijn Que Sais-je boekje gelezen over Les origines du conflit Israélo-Arabe (1870-1950). Ik voel mij niet verplicht om Bensoussan zijn analyse over de huidige oorlog te volgen. Maar dan lees ik:

Comment ne pas penser que le Hamas exulte aujourd’hui, alors qu’il … continue à terroriser sa population en la mitraillant autour des points de ravitaillement humanitaire, faisant en sorte d’imputer à l’État juif le bilan de ses victimes ? Cette inversion de réalité est un chef-d’œuvre du genre.

     Dat zou wel eens waar kunnen zijn, denk ik dan, hoewel Al-Jazeera-journalisten, UNO-vertegenwoordigers, NGO-mensen en Quatarese academici daarover zwijgen.
      Bij die schietpartijen bij voedselbedelingen kun je veel vragen stellen. Een ervan is cui prodest: wie heeft er belang bij*? Het Israëlisch leger heeft er alle belang bij dat de voedselbedelingen ordelijk verlopen, vooral ook omdat het die bedelingen naar het schijnt heel cynisch inzet om de bevolking naar bepaalde locaties te laten verhuizen. Dat het leger bij de ordehandhaving soms schiet op de massa is geloofwaardig, maar het is zeker ook geloofwaardig dat Hamas er alles aan doet om de voedselbedeling te laten mislukken, ten eerste om propaganda-redenen en ten tweede om zo zelf de bedeling in handen te krijgen. 

* De cui prodest-vraag is  heel vaak het startpunt van onwaarschijnlijke samenzweringstheorieën. Ik heb ze denk ik tot nu toe in geen enkel stukje gebruikt. Dat betekent niet dat het geen legitieme vraag is. Ook denk ik dat het antwoord in dit geval - dat Hamas de voedselbedeling saboteert - minstens plausibel is. Ik kan niet verder gaan dan plausibiliteit. Uiteraard zijn er allerlei bronnen die dat met 'feiten staven', maar propaganda is tijdens oorlog zo intens dat ik die bronnen op zich zomaar niet geloof.

Foto’s en beelden
    De NRC plaatste eergisteren een opiniestuk van Dave Schut over 26 excuses ‘die men zichzelf voorhoudt om zich niet bezig te hoeven houden met Gaza.’ Sommige van die excuses zijn nogal zwak, en sommige weerleggingen van Schut zijn dat evengoed, maar in het algemeen was ik getroffen door de eerlijke toon van het stuk. Ik citeer excuus 16, en het antwoord van Schut. 

Excuus. Ik lees alleen artikelen, beelden wil ik niet zien. Daar kun je trauma’s van krijgen. Antwoord. Trauma is een groot woord, maar hier zit een kern van waarheid in. Beelden kunnen een verwoestende werking hebben op je psyche. Toch is het ook waar dat je door die beelden te vermijden het leed op afstand houdt.     

     Touché. Er is echter een ander bezwaar tegen beelden. Je kunt er niet over argumenteren. Neem nu dat beeld van de uitgemergelde Mohammed Zakariya Ayyoub al‑Matouq dat verscheen in de New York Times en in andere grote media. Die jongen bleek achteraf niet alleen uitgemergeld door honger, maar ook door een genetische afwijking (cerebrale parese). Maar kun je dat als argument gebruiken? Het lijden van die jongen en die moeder blijft je achtervolgen, of het nu komt door honger of door iets anders. En iedereen weet dat er ook zonder verkeerd geïnterpreteerde foto’s wel degelijk hongersnood móet zijn in Gaza. Er is altijd hongersnood bij oorlog. Dat weet ik van mijn ouders en grootouders. Alleen lijkt het of de propaganda-afdeling van Hamas beslist heeft om dáár voor een poos de exclusieve aandacht op te richten.

Menselijk schild
     Een van de zwakste antwoorden geeft Schut op excuus 14. 

Excuus Hamas gebruikt Palestijnse burgers als menselijk schild. Antwoord. Hoe werkt dat precies, qua uithongeren? Vaak is dit niet veel meer dan herkauwde Israëlische propaganda. Maar wanneer het gebeurt, geldt zeker in het geval van kinderen wat de Amerikaanse comedian Bill Burr hierover zegt: „Well, you gotta work around that.”    

     Ik kan mij moeilijk voorstellen dat Schut hier helemaal tevreden is over zijn eigen antwoord.

Propaganda
     Je ontkomt niet aan de indruk dat Hamas de militaire oorlog verliest en de propaganda-oorlog wint. Daar zijn verschillende redenen voor. Het medelijden met de Palestijnse slachtoffers die minstens numeriek veel talrijker zijn dan de Joodse slachtoffers van de Hamas-raid. De UNO, met zijn anti-Westerse ontwikkelingslanden. De anti-westerse mentaliteit bij onze eigen intelligentsia. De verwevenheid van de NGO’s met Hamas-gelieerde organsaties, al was het maar door het gebruik van plaatselijke ‘fixers’. Het kwantitatieve overwicht van de ‘Palestijnse versie’ in de historiografie van het conflict. Ik herinner mij hoe ik in de jaren 70 onder de indruk was van die dikke delen van de Journal of Palestine Studies

Antisemitisme
     Tegenstanders van Israël, ook al zijn het zelf Joden, worden gemakkelijk van antisemitisme beschuldigd. Ik zal dat zelf niet snel doen omdat zoiets een intentieproces inhoudt en omdat ik mij mijn pro-Palestijnse jeugd herinner. Antisemitisme lag toen heel ver van mijn leefwereld. Ik heb pas later gemerkt dat er ook in mijn directe omgeving wel eens mensen waren die door een milde, apolitieke vorm van antisemitisme besmet waren.
      Waarom staan veel doorsnee Vlamingen, ook zij die zich niet tot de islam hebben bekeerd, zo vijandig tegenover Israël? De belangrijkste reden is niet antisemitisme maar het gevoel van medelijden met de Palestijnse bevolking. De overgrote meerderheid van de doden valt aan Palestijnse kant. Wij zien bijna dagelijks beelden van lijken, van gewonde burgers, van jammerende moeders, van haveloze vluchtelingen, van kapotgebombardeerde appartementsblokken. ‘Het is niet om aan te zien,’ zei Bart De Wever.
     En de directe oorzaak van dat alles bestaat uit Israëlische kogels, Israëlische tanks, Israëlische bommen. Dan is voor veel mensen de keuze gemaakt. De Israëli’s zijn de schuldigen, de Palestijnen zijn de slachtoffers. Een genuanceerde redenering waarbij de strategie van Hamas evenzeer schuld heeft aan de burgerslachtoffers is per definitie heel wat ingewikkelder. 

Twee oplossingen
     Er zijn twee eenvoudige oplossingen om de miserie onmiddellijk te beëindigen. Het Israëlische leger stopt de oorlog om Hamas uit te roeien en trekt zich onvoorwaardelijk terug uit Gaza. Of: Hamas laat de overblijvende gijzelaars vrij en legt de wapens neer. De roep om ‘druk op Israël’ gaat ervan uit dat het eerste scenario rechtvaardiger – of realistischer – is dan het tweede.

De slechterik en het slachtoffer
     Een vraag die in het debat altijd maar terugkeert is waarom de Palestina-mensen zich niet even veel zorgen maken over de veel talrijker oorlogslachtoffers in Soedan. De belangrijkste reden is dat mensen zich vooral zorgen maken over humanitaire rampen waar men zowel een slachtoffer als een slechterik kan aanwijzen*.
      Ik heb ooit aan mijn leerlingen een aantal krantenartikels laten lezen over eenzelfde fait divers: een man had zijn baby achtergelaten in de auto, en die was door een rat gebeten. Uit de vergelijking bleek duidelijk dat de populaire kranten de feiten van elkaar overschreven, en er allerlei details bij verzonnen. Eén krant schreef dat de man zijn auto had verlaten om een pakje sigaretten te gaan kopen. Dat was pas een slechterik: niet alleen zijn baby achterlaten, maar ook nog een verslaafde roker, die zijn sigaretten belangrijker vond dan zijn kind!
     En in Gaza hébben de Palestina-mensen een slechterik. De Israël-mensen natuurlijk ook, maar dat is een ander verhaal.

* Een vriendin suggereerde een andere reden. Misschien stellen we bewust of onbewust hogere morele eisen aan een land dat we als Westers percipiëren. 

Boudry vs De Decker
     Enkele weken geleden probeerde Knack (17/7) een gesprek op gang te brengen tussen de pro-Palestijnse Jean-Marie De Decker en de pro-Israëlische Maarten Boudry. Dat was een prachtig initiatief. Tijdens een dramatisch wending in het gesprek vertelt Dedecker over zijn bezoek aan Gaza in 2002 – dus 23 jaar geleden, en drie jaar voordat de Israëlische troepen zich uit het gebied terugtrokken. 

Dedecker: Het is in Gaza dat ik de gruwel heb gezien. Toen ik er was, lagen er achttien lijken in het mortuarium. Afgeschoten door snipers. Er lag een vrouw met een kind in haar buik tussen. Boudry: Heb je daar bewijzen van? Dedecker: Ik heb dat met mijn eigen ogen gezien.

      Het was een botte reactie van Boudry om van Dedecker bewijzen te eisen. In een discussie met collega-filosoof Stijn Bruers verdedigt Boudry zich door te verwijzen naar de onbetrouwbaarheid van ons geheugen. Misschien herinnert Dedecker zich alles verkeerd, denkt Boudry.
 
     Ik heb een ander probleem met de bewering van Dedecker. Hij heeft in 2002 ongetwijfeld een mortuarium bezocht en heeft daar ongetwijfeld Palestijnse lijken gezien, en hoogstwaarschijnlijk ook dat van een zwangere vrouw. Maar hij heeft niet ‘met eigen ogen’ gezien dat die lijken in het vizier werden genomen door snipers. Hij heeft niets gezien van de omstandigheden waarbij die mensen zijn neergeschoten. Het heeft alleen de uitleg gehoord van de lijkschouwer.
      Het is niet uitgesloten dat een aantal van die mensen in het mortuarium het slachtoffer waren van een Israëlische sniper die voor zijn plezier Palestijnen neerschoot, maar dat is niet wat Jean-Marie Dedecker ‘met eigen ogen’ heeft gezien. Het is wat hij gelooft, terecht of ten onrechte, en het is dat geloof dat hem zo emotioneel maakt.
      En daar komt nog iets bij. We weten allemaal, pro-Palestijnen, pro-Israëli’s en neutralen, dat er onder de huidige tienduizenden burgerslachtoffers met mathematische zekerheid ook zwangere vrouwen bij zijn. Die dode vrouw die Dedecker in 2002 heeft gezien, vertegenwoordigt de slachtoffers van nu. We worden daar emotioneel van. Maar we worden vooral emotioneel als we die slachtoffers kunnen toeschrijven aan boosaardige intenties, bijvoorbeeld van een sniper.
     Het dubbelgesprek van Knack met Dedecker en Boudry is niet goed gelukt omdat De Decker na een half uur boos weg liep. Zelfs linksliberale intellectuelen hadden plots begrip voor Dedecker: ‘Je kunt niet discussiëren,’ las ik ergens, ‘met iemand die zich vastgereden heeft in de echokamers van de Israëlische hasbara. Uitzichtloos.’
      Het is waar dat discussiëren moeilijk wordt als Boudry’s koppigheid in het spel is. Discussiëren is ook moeilijk als de partijen elkaar van echokamerdenken beschuldigen. En het is nog moeilijker als terechte emoties elke vorm van rationeel afwegen gaan uitsluiten.

8 opmerkingen:

  1. "Neem nu dat beeld van de uitgemergelde Mohammed Zakariya Ayyoub al‑Matouq dat verscheen in de New York Times en in andere grote media. Die jongen bleek achteraf niet uitgemergeld door honger, maar door een genetische afwijking".
    Gek dat de pedanterikken van Knack of de standaard dit soort propaganda niet factchecken. Een aantal fotoos lijken mij ook verdacht veel op de beelden die we indertijd kregen uit Bangladesh.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die jongen is wel degelijk uitgemergeld door honger, weliswaar meer kwetsbaar door zijn onderliggende aandoening. Zoals bij covid de ouderen ook een hogere sterftekans hadden.

      Verwijderen
    2. Piers Moegan had daarover een gloeiende discussie met een israëlische ambassadeur. En je weet, Morgan doe je niet gemakkelijk zwijgen, maar hij zweeg toen de ambassadeur hem paraeerde met de woorden: "why his brother on the foto looks so welfed?".

      Verwijderen
  2. Heerlijk en moedig stuk!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik durrf zelfs zeggen: het beste van wat ik totnutoe hoorde of las...

      Verwijderen
  3. Die vriendin had ook kunnen suggereerde dat we hogere morele eisen stellen aan een land dan aan een terreurgroep.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 'Aan een land dan aan terreurgroep' ... ook waar.

      Verwijderen