maandag 9 juli 2018

Niet meedoen met de mode

     Waar ik niet erg gevoelig voor ben, is ‘pushen’. Als iemand mij wil overtuigen dat ik een of ander boek, of een of andere film moet zien, dan word ik een beetje nieuwsgierig. ‘Misschien is het wel iets voor mij,’ denk ik dan, ‘of misschien ook niet.’ Ik voel mij niet ‘gepusht’ om dat boek te lezen of die film te zien, maar ik voel mij evenmin ‘gepusht’ om dat boek of die film te mijden. Dat een vriend, een onbekende of een alom tegenwoordige  modetrend iets naar voren schuiven, maakt voor mij weinig verschil. Ik beschouw het als informatie.
     Veel mensen zijn daarin anders. Als iets van alle kanten wordt aangeprezen, voelen ze zich verplicht om aan de dwang die daarvan uitgaat toe te geven, of omgekeerd – wat toch een beetje hetzelfde is –, om eraan te weerstaan. Dat laatste had je zelfs bij Karel van het Reve. ‘t Was een van zijn kleine kantjes waar hij graag de aandacht op trok. ‘Hoe langer Gödel, Escher, Bach op de bestsellerlijst staat, schrijft Karel, hoe vaster mijn voornemen om dat boek niet te lezen.’ Hij vond het kopen van zo’n boek meer ‘een ritueel voor de betere standen’ en wou zich niet laten ‘pushen’ om aan dat ritueel mee te doen.
     Ik heb dat allemaal niet, of slechts in geringe mate. Toegegeven, dat boek van Lize Spit waarvan in het Nederlands alleen al 180 000 exemplaren zijn verkocht, zal ik niet zo snel meenemen naar bad, maar Gödel, Esscher, Bach, dat is een andere zaak. Mijn vrouw kocht het voor mij toen het geweldig in de mode was. Dat is heel lang geleden. Thuiscomputers waren nog een nieuwigheid en de auteur, Hofstadter, vermeldde in de inleiding welk type tekstverwerker hij had gebruikt. Maar dat ik het boek toen niet gelezen heb, had niets met mijn verzet tegen een heersende mode te maken. Het was heel dik en bevatte logische symbolen, dát was de redden.
     Hofstadter, beweert ergens dat slechts één op tien van degenen die het boek gekocht hebben, er ook aan begonnen is, en dat van degenen die eraan begonnen zijn, er slechts één op tien het uitgelezen heeft, en dat van degenen die het uitgelezen hebben, er slechts één op tien het begrepen heeft. Het is mijn betrachting om ooit tot die voorlaatste groep te behoren.

1 opmerking:

  1. Ik reageer zoals Karel van het Reve. Een boek dat succes heeft, of dat veel reclame oogst, lees ik niet. Dat was al het geval met Gödel-Escher-Bach, ook al omdat ik die middelste een saaie, oninteressante artiest vind.

    BeantwoordenVerwijderen