zaterdag 22 februari 2020

Hollywood-propaganda


     Een leerling had mij aangeraden om de film Vice te bekijken. Ik had eerst nog wat moeilijk gedaan. Zou het geen typische Hollywood-propaganda zijn? Ex-vice-president Cheney als de grote slechterik, want Republikeins en rechts? Nee, zei de leerling, ’t is een erg goede film.
     Maar voor mij startte de film slecht. Vooral bij de eerste seconden heb ik mij geërgerd. Er was een vertelstem die uitlegde waarom gewone mensen zich niet voor politieke kwesties interesseren: ze hebben er de tijd niet voor; ze moeten altijd maar langer werken voor altijd maar minder loon. Ik heb daar een en ander over gelezen, en dat is niet waar: ze werken korter en het loon stijgt.
     Of de rest van de film evenveel onwaarheid bevat, weet ik niet. Cheney wordt verantwoordelijk gesteld voor zowat alles wat misloopt in de wereld: oorlog, leugen, corruptie, sportvisserij, Fox News, milieuvervuiling, vastgoedcrisis, islamistische terreur, bestrijding van islamistische terreur, en nog veel meer. ’t Is wat veel voor één man, vind ik, 
maar ik ben niet goed op de hoogte van de Amerikaanse politiek.
     Volgens de film heeft Cheney een juridische interpretatie van de grondwet ingevoerd, de Unitary Executive Theory, waardoor een president onbeperkt, zonder ‘checks and balances’, kan doen wat hij wil. De Verenigde Staten zouden door Cheney nu een tirannie geworden zijn. De film illustreert dat door de camera in te laten zoemen op het fronton van het Amerikaanse hooggerechtshof, waarin de spreuk gebeiteld is: ‘Where law ends, tyranny begins’. Als dat waar is,  hadden zowel G.W. Bush als Obama als Trump zonder moeite alle maatregelen kunnen doorvoeren die ze wilden. Maar zo schijnt het niet te zijn gegaan.
     Soms wordt in de film iets voorgesteld als heel slecht, wat ik zelf als heel goed ervaar. De film is zo gemonteerd dat het lijkt of Cheney een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van conservatieve en libertarische denktanks. Je ziet de gebouwen en de publicaties in beeld verschijnen van Cato Institute, American Heritage en American Enterprise Institute. Die gebouwen kunnen mij gestolen worden, maar die publicaties zijn vaak erg interessant en je kunt ze gratis downloaden. Ze worden gesubsidieerd, zegt de film, door de rijke broers Charles en David Koch. Dat vind ik sympathiek van die broers. Waarom zou alle geld naar de linkse denktanks moeten gaan?
     De film deed mij af en toe aan ‘Death of Stalin’ denken, met veel flauwe en surrealistische mopjes. Ik hou daar wel van. Er is een moment van pillow talk waarin Cheney en zijn vrouw hun gesprek voeren in jambische pentameters. Dat is mooi meegenomen, al is scenarioschrijver en regisseur Adam McKay geen Shakespeare. Die laatste brengt, lijkt mij, wel wat meer sympathie op voor Macbeth en zijn Lady, of stelt hun motieven in elk geval genuanceerder voor. McKay ziet bij Cheney alleen ambitie. Zouden die bestaan, de politici die alleen uit ambitie handelen?
     Er wordt van Cheney verteld dat hij de meest extreme beleidsdaden kon voorstellen als praktijken van gezond verstand. Dat lijkt mij een aardige eigenschap om te hebben. Als fictief voorbeeld zie je in de film een ernstige Cheney die op rustige toon bepleit dat de regeringsleden in de tuin van het Witte Huis een collectieve masturbatie-oefening zouden uitvoeren voor de camera’s.  Er komen veel details bij kijken. Je voelt dat er overtuigingskracht uitgaat van de stem, de houding en de mimiek van Cheney, en dat wát hij vertelt daar min of meer los van staat.
     Cheney wordt voortreffelijk vertolkt door Christian Bale. Hij loopt, praat en maakt gebaren, zegt men, precies zoals Cheney dat deed. In de film kijkt hij altijd somber, terwijl de echte Cheney op de televisie wel eens lacht, maar zo’n film mag gerust een eigen accent leggen. Rumsfeld en G.W. Bush zijn niet veel meer dan karikaturen. De vrouw die Condoleeza Rice speelt lijkt sprekend op haar voorbeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten