donderdag 20 april 2023

De dichter en de massamoordenaar


    Dat boek waarin dichter en ex-maoïst Charles Ducal de massamoordenaar Stalin min of meer goedpraat heb ik in een ruk uitgelezen. Ik ben, moet je weten, zelf ex-maoïst en ex-stalinist. Af en toe heb ik hard moeten lachen als ik een oude formulering of een oude redenering herkende. Ergens schrijft Ducal dat de revolutionairen onder Lenin ‘de massa’s organisatorisch aan zich te wisten te binden.’ Hoe mooi is dat!
      Maar het boek Koude oorlogsbuit is niet komisch bedoeld. Ducal heeft het geschreven in een eerlijke poging om met zijn verleden in het reine te komen. Hij heeft het aangevat als een onderzoek met een open einde. Ducal is een diepgelovig en levenslang tegenstander van het kapitalisme. Van zijn links-liberale vrienden op café krijgt hij te horen dat het kapitalisme, met al zijn gebreken, nog het minst slechte systeem is. Het enige alternatief dat ooit op grote schaal is uitgeprobeerd, zegt men hem, heeft geleid tot de moordpartijen van Lenin-Stalin-Mao.
    De zoektocht die Ducal heeft aangevat kon in die omstandigheden maar drie uitkomsten hebben. Bij de eerste uitkomst zou hij ontkennen dat er slechts twee alternatieven waren. Hij kon kiezen voor een ‘derde weg’. Maar die derde weg is degene die West-Europa al vijftig jaar bewandelt, en die voor een koppige, rebelse idealist als Ducal weinig aantrekkelijks heeft. De tweede uitkomst was dat hij zijn links-liberale vrienden gelijk gaf als ze zeiden dat het kapitalisme met al zijn gebreken het minst slechte systeem was. (Dat nooit!) De derde uitkomst bestond erin te erkennen dat de weg van Lenin-Stalin-Mao nog zó gek niet was. Had Ducal mij op café van zijn plan verteld, op dan had ik hem kunnen voorspellen dat hij bij díe uitkomst zou eindigen.
     Ik had hem ook een methode voor zijn studiewerk aan de hand kunnen doen. ‘Kijk,’ beste Charles, ‘had ik gezegd. Je begint met een aantal bronnen te verzamelen die erg anti-Stalin zijn. Een paar sensationele televisie-reportages waar de vooringenomenheid van afdruipt, een paar gedateerde werken van Robert Conquest (een vriend van Thatcher!), de redevoering van Chroetsjov die zelf een schurk was, een opportunistische resolutie van het Europees Parlement, een recente populaire bestseller over de Oekraïense Hongersnood (1932-1933), dat soort werk. Als je daarmee klaar bent, ga je op zoek naar enkele dissidente academici die ‘het dominante beeld bijstellen’. Die zijn er altijd. Hou je daarbij ver van marxist-leninisten, maoïsten en excentriekelingen. En let vooral op Nieuw Archiefmateriaal.’  – Welnu, ’t is ongeveer de methode die Ducal heeft gevolgd*.
       Met zijn dissidente academici in de aanslag behandelt Ducal achtereenvolgens de Grote Zuivering van 1936-1938, de Oekraïense Hongersnood (1932-1933), Stalins pact met Hitler om Polen te verdelen (1939), de Grote Vaderlandse Oorlog (1941-1945), de Koude Oorlog (1946-1991) en de Goelag-strafkampen (1930-1953). Op sommige van die onderwerpen kan Ducal makkelijk punten scoren. Het pact met Hitler wás een verdedigbaar stukje Realpolitik, Stalin hééft met zijn leger dat van Hitler verslagen, de Koude Oorlog kwám niet van één kant, een aantal Goelag-strafkampen verschílden nogal van de uitroeiingskampen van de nazi’s, en de Oekraïense Hongersnood wás niet alleen het gevolg van beleid maar ook van een misoogst waar Stalin noch zijn weermannen of -vrouwen schuld aan hadden. 
    Eigenaardig genoeg begint Ducal zijn onderzoek niet met de Oekraïense Hongersnood waar hij gemakkelijk enkele overdrijvingen kan aantonen, maar met de krankzinnige repressie van 1936-1938 waarbij in anderhalf jaar tijd tussen de 950.000 en de 1.200.000 mensen omkwamen. Ducal gebruikt liever het cijfer van de gedocumenteerde executies: 681.692 doden, een mooi staaltje van nauwkeurige boekhouding hoewel het wezenskenmerk van de hele zaak er volgens Ducal op neerkwam dat het daar in Sovjet-Unie, zoals zijn vrouw het formuleert, ‘een zootje’ was.
     Ik probeer zuinig te zijn met ad hominems, maar ik vind het om te beginnen raar dat Ducal er als schrijver en dichter niet even bij stilstaat dat bij zijn 681.692 doden – waar blijft het cijfer na de komma?  –  ook een aantal bekende schrijvers en dichters waren zoals Osip Mandelstam, Isaac Babel en Boris Pilnjak. Denkt hij liever niet aan het lot dat hemzelf had kunnen treffen als hij in die tijd en op die plaats had geleefd? Of redeneert hij als een maoïstische vriend van mij die ooit zei: ‘Osip Mandelstam is voor mij niet meer waard dan een van de drie miljoen Bengalen die omkwamen bij de door Churchill georganiseerde hongersnood van 1943.’ Dat is misschien een wat autistisch maar in de grond redelijk argument, en ik ga in zo’n geval niet meteen op zoek naar dissidente academische bronnen die de rol van Churchill nuanceren, relativeren en contextualiseren – zoals Ducal dat doet met Stalins rol in de Oekraïense hongersnood.
     Ducal zelf geeft een mogelijke verklaring van zijn stilzwijgen over de ongelukkige dichters. Hij ontkent immers helemaal niet de menselijke drama’s die tijdens de Grote Zuivering hebben plaatsgevonden. Hij vindt ze net als iedereen verschrikkelijk. Maar er is al zo veel over geschreven. Ook vindt hij dat die drama’s ons niet mogen beletten om tegelijk in de archieven op zoek te gaan naar de correcte cijfers (681.692!), en verder naar de precieze verantwoordelijkheden, de verzachtende omstandigheden en de mogelijke verklaringen.
     Hier komen we bij een verhaal dat ik min of meer ken van in mijn maoïstische jeugd. De verantwoordelijkheid voor de moordpartijen lag niet bij Stalin maar bij zijn naaste medewerker Jezjov; de bureaucratische bestuurskanalen waren ‘een zootje’; de uitvoerders van het beleid waren ‘ongeschoold’; er waren rivaliteiten binnen de partij; en ten slotte Stalin heeft dan wel een flink deel van zijn collega’s van de oude partijleiding vermoord, maar zij waren op hun beurt van plan om Stalin te vermoorden. Je vraagt je af of je hier met verzachtende dan wel met verzwarende omstandigheden te maken hebt. Stalin zou dus een slecht mensenkenner geweest zijn, een organisatorisch warhoofd en een zwak manager. Ik geloof dat niet, maar ’t is mogelijk. En misschien was hij inderdaad niet de enige moordenaar binnen de oude partijleiding, maar waren de collega’s die hij liet liquideren dat ook.  Het maakt er echter de zaak van het socialisme 1.0 zoals Ducal het noemt niet veel beter op als álle oude leiders moordenaars waren, en niet alleen Stalin.
     De traditionele verdediging van de Grote Zuivering, die ik ken van in mijn jeugd, gaat nog een stap verder. De Zuivering was, in die redenering, noodzakelijk om een grote samenzwering te ontmantelen van in sabotage gespecialiseerde ingenieurs, een buitenlandse oppositie geleid door Trotski, de oude partijleiding die zich door Stalin aan de kant geschoven voelde, een aantal ambitieuze generaals en … Hitler die in het geheim alle betrokkenen financierde en omkocht.  Het is het soort wilde beschuldigingen die je vandaag op gespecialiseerde internetsites kunt aantreffen, met dit verschil dat de toenmalige beschuldigden, voornamelijk de oude partijleiders, vooraleer doodgeschoten te worden, op openbare processen hun snode complot openhartig bekenden.
     De houding van Ducal tegenover die complottheorie is ambivalent. Hij doet er ironisch over, vindt ze aan de andere kant weer niet zó gek, haalt feitjes aan die er verenigbaar mee zijn, stelt lastige vragen aan hen die ze verwerpen, lacht de ene keer met de Amerikaanse ambassadeur Davies die ze geloofde, maar lijkt een andere keer Davies ernstig te nemen. Boven alles probeert hij aannemelijk te maken dat de theorie, zelfs als ze niet klopt, dan toch door Stalin zelf oprecht werd geloofd. Dat is al het halve werk, schijnt Ducal te denken.
     Bij het lezen van het boek, heeft de dichter mij af en toe op de zenuwen gewerkt. Hij bespreekt bijvoorbeeld het quota-systeem dat gehanteerd werd bij de Grote Zuivering: een aantal slachtoffers dat vastgelegd werd per provincie. Hij wijst erop dat die quota maximavastlegden en geen minima. Dat is in die context, vind ik, een erg bot onderscheid. Maar dan denk ik weer aan Ducals prachtige verhaal De meesterknecht dat ik las toen ikzelf een maoïstische student in Leuven was. De ironisch-nuchtere beschrijving van het maoïstische studentenmilieu zorgde bij mij voor een klein barstje in mijn wereldbeeld, een wereldbeeld waarin alles samenhing – het verspreiden van vlugschriften, het organiseren van stakingen en het verheerlijken van Stalin. Er zouden nog heel veel barstjes moeten volgen voor het hele wereldbeeld aan diggelen viel, maar het was toch íets. Ik blijf er Ducal dankbaar voor. 

 

* Bij zijn keuze van academici heeft Ducal zich wat laten gaan. Een productieve maoïst als professor Losurdo Domenico kon hij links niet laten liggen. Ook citeert hij uitvoerig uit een zestal boeken van de wat excentrieke professor Furr Grover. Het zij hem vergeven. Zo’n excentriekelingen maken ook wel eens punt. Bij de film Denial voelde ik wel enige sympathie voor de Holocaust-ontkenner, meer dan voor die Amerikaanse professor die van het proces een emo show wou maken.

2 opmerkingen:

  1. Een vergelijking met Ludo Martens’ Een andere kijk op Stalin was interessant geweest. Is Ducals boek ‘Een andere kijk op Stalin 2.0.’ ? (Flor)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De twee waren bevriend met elkaar geloof ik. Ducal heeft het boek van Martens niet in zijn literatuurlijst opgenomen. Zijn eigen toon is anders, maar de strekking is ongeveer gelijk. Hij gebruikt gedeeltelijk dezelfde bronnen als Martens, maar gedeeltelijk ook recentere bronnen.
    Ik heb het boek van Martens er even naast gelegd maar je zult begrijpen dat ik het niet herlezen heb. (Als ik sommige recensies van Ducals boek lees, vraag ik mij af of de recensenten dát boek wel gelezen hebben).

    BeantwoordenVerwijderen