N-VA en de doorrekening
‘Op de N-VA na,’ schrijft Abbeloos in De Standaard, ‘laten alle partijen de begroting flink ontsporen, zo leert de doorrekening van het planbureau.’*
Aangezien ik van plan ben bij de volgende verkiezingen op N-VA te stemmen, verheug ik mij over dat nieuws. Tegelijk vraag ik mij af: zou ik dan niet op N-VA stemmen, als haar programma de begroting wel liet ontsporen?
Ach nee, ik zou waarschijnlijk toch dezelfde stem uitbrengen. Reagan liet de begroting ontsporen en toch zou ik de Reaganomics een goed hart toegedragen hebben, had ik in die tijd ongeveer gedacht als ik nu denk.
Wat mij overigens aan N-VA nog beter bevalt, is dat de partij geen miraculeuze stijging van de inkomens belooft. Dat heeft ze gemeen met Open-Vld. De Vlaamse belofte-partijen bij uitstek blijken Vlaams Belang en Groen te zijn.
De 10 procent rijksten
In de doorrekening van de partijprogramma’s rekent men in decielen. Zo heb je het eerste deciel – de 10 procent laagste inkomens – en het hoogste deciel – de 10 procent hoogste inkomens –, en alle decielen daartussen. Dat hoogste deciel heeft mij altijd geïnteresseerd als graadmeter van de ongelijkheid. Ik heb daar al verschillende keren cijfers van gegeven die elkaar tegenspreken – maar die wel in dezelfde richting gaan (zie hier en hier).
Om het voor mijzelf overzichtelijk te houden zal ik een onderscheid maken tussen de 10 procent grootverdieners (inkomen) en de 10 procent rijksten (vermogens). De 10 procent Belgische grootverdieners ontvangen ongeveer 30 procent van alle inkomen en betalen ongeveer 50 procent van alle personenbelasting**.
De 10 procent rijksten bezitten 55 procent van de vermogens. Daar worden, in tegenstelling tot wat men soms denkt ook allerlei belastingen op betaald. Mochten de huizen en appartementen volgend jaar in waarde dalen of stijgen, dan zou de vermogensverdeling er op papier weer anders uit zien.
* Ik wil aan die doorrekening niet te veel belang hechten, anders maakte ik mij nu vrolijk over het begrotingstekort van CD&V (de Partij van het Slecht Bestuur) en het tewerkstellingseffect van PVDA (de Partij Van De Werkloosheid). Maar die doorrekeningen houden nooit rekening met alles, en bovendien is er een verschil tussen verkiezingsprogramma’s en beleid. Maar dat de MR zo budgettair onverantwoordelijk zou zijn had ik niet verwacht.
** De precieze cijfers, die ik niet kan onthouden, zijn respectievelijk 31,16 % en 47,00 %. Zie de tabel hieronder.
Citaat: "De Vlaamse belofte-partijen bij uitstek blijken Vlaams Belang en Groen ..."
BeantwoordenVerwijderenVoov VB is dat maar ten dele waar. Het Planbureau houdt enkel rekening met Belgisch beleid, en beleid dat uitvoerbaar is op Belgisch niveau in de huidige context. Bijvb het stoppen van migratie hoort daar niet bij. Of het stoppen van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië hoort daar ook niet bij. Voornamelijk voor VB is de planning veel meer toespitst op grotere politieke aanpassingen en zelfstandig bestuur in Vlaanderen, en dat valt buiten België. Groen is wel een belgicistische partij en past volledig in het kader van de berekeningen van het Planbureau.
Er valt inderdaad iets voor te zeggen dat de berekeningen van het Planbureau 'beperkt' zijn tot tradionele Belgische scenario's. Dat is gelijkaardig aan de stemtest v.d. VRT, loop je buiten de Belgische krijtlijnen, dan werkt die test niet meer (zie uitleg v.d. politicoloog S. Walgrave die dat vlakaf toegeeft, en z'n model zo bewust heeft gemaakt - daar loopt trouwens een rechtszaak rond).