zondag 26 mei 2024

Koopkracht, lonen, index

 Meer koopkracht
       Ik vond een verkiezingsfolder van de socialisten in de brievenbus, aangevreten door huisjesslakken. Ik kon nog net lezen: ‘Meer koopkracht door hogere lonen en lagere facturen’. Ik had die gedachte al eens bij Godfried Bomans gelezen toen die verslag deed van een verkiezingsmeeting. Ik citeer uit het hoofd. ‘De spreker had het over de lonen. Die konden hoger. Dan besprak hij de prijzen. Die moesten lager.’
     De kwestie is echter dat je een algemene verhoging van de koopkracht niet kunt decreteren*. Als mensen meer spullen moeten kunnen kopen, dan moeten er meer spullen gemaakt worden, hetzij door meer mensen aan het werk te krijgen, hetzij door mensen efficiënter te laten werken. Dat geldt ook voor een belastingverlaging die de koopkracht verhoogt. Dan moeten ambtenaren efficiënter werken, zodat er minder nodig zijn, en er meer vrij komen om spullen te maken. 

Hogere lonen
     Alle politici beloven hogere nettolonen, maar aangezien ze zelf niets produceren**, en geld bijdrukken geen zin heeft, kunnen ze alleen maar geld van anderen verschuiven: van de werkgever naar de werknemer, van de staat naar de burger, van de uitkeringstrekker naar de werkende ... En dan moeten we er nog van uitgaan dat die verschuivingen ‘werken, dat ze bijvoorbeeld geen neveneffecten hebben die groter zijn dan de verschuiving zelf.
     Journalist Frederik Abbeloos besprak in De Standaard  (4/5/23) partij per partij welke verschuivingen er aan de vooravond van de verkiezingen worden voorgesteld. ‘Opvallend daarbij,’ schrijft hij, ‘is dat geen enkele partij partij lagere belastingen op het loon wil verhalen op de loontrekkenden zelf via een hogere btw. Alle partijen wezen een regelrechte broekzak-vastzak operatie af.’ Maar waarom is dat zo? Wat is er mis met broekzak-vestzak? Waarom een prijsstijging door BTW afwijzen als die exact gecompenseerd zou worden door een stijging van het netto loon?
 
     Tja, die partijen hebben ook Kahneman gelezen en weten dat een winst in de broekzak niet opweegt tegen een verlies in de vestzak en dat een loonstijging minder plezier bezorgt dan een gelijkwaardige prijsstijging leed veroorzaakt. Ik zou het anders een aardig systeem vinden. Werken wordt beloond, consumeren wordt afgeremd, investeren wordt aangemoedigd – oppotten misschien ook.
     Wellicht is er nog een nadeel: ons indexsysteem. Met minder directe en meer indirecte belastingen blijft het netto-inkomen gelijk, maar stijgen de brutoprijzen, en daardoor wordt de spilindex sneller overschreden en moeten de brutolonen weer stijgen. Men zou dus eigenlijk de index moeten berekenen op de prijzen zonder BTW. Begin daar maar eens aan. 

     

 * In heel beperkte mate kun je koopkracht van het ene gezin per decreet overhevelen naar een ander gezin, zoals bijvoorbeeld door de prijzen voor poetshulp te verhogen. 

** Uiteraard wordt hier niet ontkend dat overheidsmaatregelen productiviteit kunnen bevorderen of tegenwerken. Dat geldt ook voor de neveneffecten van de verschuivingen die hier besproken worden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten