maandag 27 mei 2024

6 stellingen over het cultuurbudget

1. In een ideale maatschappij zijn subsidies voor kunstenaars overbodig. De kunstenaars worden onderhouden door het kunstminnend publiek. 

2. Uitzonderingen zijn bibliotheken en musea – die een onrechtstreekse subsidiëring inhouden van schrijvers en beeldende kunstenaars*.

3. Alle politieke partijen lijken op een verhoging van het cultuurbudget aan te sturen, Vlaams Belang zelfs op een verdubbeling. Dat is een heilloze weg.

4. Vlaams Belang lijkt ook iets te willen ondernemen tegen het overwicht van links en woke binnen de kunstenaarswereld. Ook dat is een heilloze weg. Je moet kunstenaars hun gang laten gaan. Wil een artiste peintre zijn haar zo lang dragen dat het over zijn kraag hangt, dan moet de burgerman of -vrouw dat verdragen.

5. Als de hedendaagse kunstenaar links is, moet rechts zich daarom niet druk maken. Veel van wat de linkse kunstenaar produceert is apolitiek. En als het wél politiek is, bereikt het alleen een selecte groep gelijkgezinden. Subsidies voor linkse artistieke projecten kunnen jeuk veroorzaken, maar eraan denken maakt de jeuk alleen erger. 

6. De belangrijkste cultuuroverdracht die de overheid moet sturen is die in het onderwijs. Hier is het tijd voor een Grote Restauratie. De eindtermen en leerplannen voor Nederlands moeten dringend het literatuuronderwijs en literatuurgeschiedenis in ere herstellen. Ook in de lessen Frans, Engels en Duits moet er opnieuw meer aandacht zijn voor literatuur. Het leerplan Geschiedenis moet de feitelijke kennis van het verleden en de Westerse canon centraal stellen. Er moeten lesuren worden voorzien voor de geschiedenis van de muziek en van de beeldende kunsten.

* Ik laat andere subsidies, zoals die voor het behoud van waardevol patrimonium, onbesproken. Ik zeg alleen iets over subsidies voor kunstenaars. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten