Het Brugse gemeentebestuur heeft beslist om de vuilnisophaling anders te organiseren. GFT-afval moet in plastic containers worden verzameld, en het restafval wordt voortaan maar een keer om de twee weken opgehaald. Zoiets zorgt natuurlijk voor ontevredenheid. Verre van mij om goede inwoners van Brugge de les te lezen of om mij te moeien met het bestuur van Brugge, maar ik wil wel enkele persoonlijke ervaringen delen.
Jaren geleden besliste ons eigen gemeentebestuur om de vuilniszakken te vervangen door containers: één voor restafval en een voor GFT-afval. De blauwe zakken voor PMD bleven in gebruik. Ik was woedend. Hoe kan men nu zo’n eenvoudig systeem als plastic zakken, die je in een handig rolletje koopt, vervangen door die onhandige containers. Ondertussen kan ik die containers niet meer missen.
Als ik verder in de tijd terug ga, herinner ik mij de zware metalen vuilnisbakken van mijn kinderjaren. Onze buren hadden er één, maar omdat mijn ouders een bioscoop uitbaatten en de klanten hun frietzakken meenamen in de zaal en op de grond gooiden, hadden we bij wijze van gunst twee bakken. Voor een gewone week was dat voldoende, maar als we een topfilm draaiden, waren die twee vuilnisbakken niet genoeg. De milieudelicten die uit die toestand voortvloeiden en waar het hele gezin bij betrokken was, durf ik na al die jaren nog steeds niet uit de doeken doen.
En nu ik toch jeugdherinneringen aan het ophalen ben … In 1973 heeft in Kortrijk gedurende enkele maanden een actiegroep ‘Revolutionaire Oppositie’ bestaan. Het was een afscheuring van Amada, en ze wilden de revolutionaire politiek dichter bij de mensen brengen door in te spelen op hun directe noden. Bij mijn weten is de enige actie die ze ooit ondernamen het uitdelen van een pamflet tegen een nieuwe regeling voor de de vuilnisophaling. ‘Vuilnisbakpolitiek,’ schamperde de politiek verantwoordelijke van Amada.
Terug naar het heden en naar Brugge. Dankzij FB heb ik ook een en ander vernomen over de politieke oppositie tegen de nieuwe regeling. Oppositiepartij Groen vergelijkt de GFT-containers met de milieuboxen van weleer waarin we ons klein gevaarlijk afval hadden moeten verzamelen. Dat is een nauw verholen sneer aan het adres van de christendemocraten in het gemeentebestuur. De milieuboxen waren onpraktisch en de producent van de boxen had 50.000 euro geschonken aan de studiedienst van de de toenmalige CVP. Prominente CVP-leden werden veroordeeld voor corruptie.
Ook schijnt Groen te geloven dat een tweewekelijkse ophaling van restafval onvoldoende is. Waarop schepen Franky Demon antwoordt: ‘Wie goed sorteert heeft nauwelijks nog restafval.’ Dat laatste is waar. Elk gezin – gelukkig of ongelukkig – is anders, maar sinds we ook verpakkingsplastic in de PMD-zak mogen stoppen, duurt het soms twee maand voor de de restafvalcontainer vol is. Ik las ook een reactie dat het restafval nu twee weken zal blijven stinken in de Brugse huizen. Dat kan. Gelukkig is er in óns restafval niets dat stinkt. Het is vooral het GFT-afval dat stinkt, en in mindere mate het PMD.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten