woensdag 24 augustus 2022

Kan de islam veranderen?


     Sommige lezers van mijn vorige stukje vonden dat ik een ‘laf onderscheid’ maak tussen ‘islam’ en ‘islamisme’. Goed. Misschien moet ik mij maar eens bezinnen over mijn al te meegaand karakter of over mijn neiging om de wereld en de toekomst al te roze in te kleuren, vooral op dagen dat ik goedgemutst ben. Maar ’t is niet alleen een kwestie van inborst of humeur. Het onderwerp islam-islamisme bevat nu eenmaal genoeg brandstof om de gemoederen snel te verhitten.
     Dat geldt ook voor die andere, verwante vraag:  of er één of meerdere islams zijn.  Bestaat er zoiets als een Europese islam bijvoorbeeld? Of is er maar één islam die overal ter wereld dezelfde is? De heftige welles-nietesdiscussies daarover worden beïnvloed door het verschillend gewicht dat wordt toegekend aan de theorie of aan de praktijk. Voorstanders van de vele-islams stelling verwijzen naar de praktijk, dat wil zeggen naar de verschillende godsdienstbeleving en wetgeving in landen als Saoedi-Arabië, Indonesië, Iran en Tunesië. Voorstanders van de één-Islam stelling kijken vooral naar de theorie. Zij verwijzen naar de onveranderlijke bronteksten – Koran en Haddith – en naar de interpretatie ervan door de schriftgeleerden, een interpretatie die al meer dan tien eeuwen vastligt.
     Zo bekeken hebben de één-Islam mensen gelijk. Als je de islam beperkt tot zijn theorie, dan is hij al tien eeuwen één blok graniet. De meningsverschillen tussen de rechtscholen zijn triviaal, en de verschillen in de praktijk van landen als Saoedi-Arabië, Indonesië, Iran, Tunesië doen dan per definitie niet ter zake. Je kunt door nijverig te zoeken in de uitspraken en werken van schriftgeleerden misschien hier en daar een niet toegegeven intepretatieverschuiving vinden, bijvoorbeeld met betrekking tot het begrip ‘kalifaat’, maar heel ver zul je niet geraken, vrees ik.
    Het beste lijkt mij om de aandacht te verleggen naar een andere vraag: kan de islam in de toekomst veranderen? Ik wil hier graag het optimistische antwoord vertolken. Om met de praktijk te beginnen: ja, zo’n verandering is mogelijk. Ik moet niet diep gaan graven in de geschiedenis om zo’n verandering te vinden: de Iraanse revolutie in 1979 heb ik, bij wijze van spreken dan, zelf meegemaakt. Voor het eerst hoorde ik toen discussies over het moslimfundamentalisme. Mijn toenmalige buur in Schaarbeek, Lucas Catherine, kwam begin de jaren 80 wel eens op bezoek en vertelde ons dat wij niets te vrezen hadden. Het fundamentalisme was duidelijk over zijn hoogtepunt heen, zei hij. Mijn vrouw, mijn broer en ikzelf waren onder de indruk van zijn argumenten. Maar de werkelijkheid bleek omgekeerd: het fundamentalisme was pas begonnen aan zijn opmars, ook in Lucas Catherine zijn geliefde Palestina. 
     Ja, maar dat was een verandering ten kwade zult u zeggen. Zeker. Maar als een verandering ten kwade mogelijk is, dan moet dat ook gelden voor een verandering ten goede. Als moslimvrouwen op een gegeven ogenblik massaal hoofddoeken beginnen dragen, dan moet het ook mogelijk zijn dat ze op een bepaald ogenblik die hoofddoeken met een zucht van verlichting weer afdoen.
     Dan de theorie van de islam – de theologie – kan die evolueren? Hier heb ik geloof ik de geschiedenis van de islam niet aan mijn kant. De islamtheologie schijnt in meer dan tien eeuwen niet veel veranderd te zijn. Waarom zou ze in de toekomst dan wel kunnen veranderen? 
     Ik ben niet de enige die bij die vraag een slim manoeuvre uitvoert en overstap naar een vergelijking met het christendom en het katholicisme. Als kind zag ik in de kerk en op school posters van het Tweede Vaticaans Concilie. Paus Johannes XXIII wou dat de kerk een aggiornamento zou aanvatten: een aanpassing aan de moderne realiteit. Maar in werkelijkheid was dat aggiornamento begonnen sinds de Verlichting, enkele eeuwen geleden.  Er ontstond toen geleidelijk een nieuwe wetenschappelijke, technologische, economische, politieke en culturele samenhang waarin de hegemonie van de godsdienst werd bedreigd.  Rationalisme, scepticisme, verminderde geloofsijver en zelfs geloofsafval deden hun intrede.
     Dat alles had ook invloed op de katholieke theologen. Ze wilden niet bij de pakken blijven zitten. Sommigen gingen als reactie de onveranderlijkheid van het oude geloof vooropzetten, met brute dogmatiek of met een charmante redeneertrant die ze van de Verlichting zelf overnamen. Anderen wilden het oude geloof aanpassen aan de rationele omgeving. Zulke lieden onderwierpen de bijbel aan bronnenonderzoek, verlaagden de status van het Oude Testament, zochten naar het verschil tussen hoofdzaken en bijkomstigheden, tussen metafoor en boodschap, tussen religieuze kern en historische context. Het resultaat is dat de toonaangevende katholieke theologie van vandaag weinig gelijkenissen vertoont met die van driehonderd jaar geleden. Waarom zou de islam dezelfde evolutie niet kunnen doormaken?
    De pessimisten hebben hier veel antwoorden op.  De rationele ingesteldheid van de Verlichting is typisch voor de westerse mens; het christendom heeft, in tegenstelling tot de islam, altijd de kiemen van vernieuwing in zich gedragen; een islam waarin men de overgeleverde woorden en de daden van Mohamed niet als letterlijk te volgen ideaal opvat is een ondenkbare ketterij. Dat eerste antwoord – de rationele westerse mens – vind ik racistisch in de eigenlijke zin van het woord. Het tweede antwoord – de kiemen van vernieuwing – vind ik Hineinterpretierung: die kiemen zie je maar achteraf, als je ernaar op zoek bent. Het derde antwoord – ondenkbare ketterij – verwart verleden, heden en toekomst. Wat in het verleden ketterij was, kan in de toekomst orthodoxie worden. Elke katholieke theoloog van driehonderd jaar geleden zou in het huidige katholicisme alleen de meest volslagen ketterij zien.
     Hiermee heb ik de strijd tussen optimisten en pessimisten natuurlijk niet beslecht. Ja, een evolutie ten goede binnen de islam is mogelijk. En, impliciet, ja, zo’n evolutie is op lange termijn zelfs plausibel. Maar als die lange termijn bijvoorbeeld driehonderd jaar kan zijn**, dan blijft nog voldoende ruimte over voor wie tot zwartkijkerij is geneigd. Wat ook de voordelen van optimisme zijn, wij gaan er geen moral duty van maken. Congenitale pessimisten hebben ook recht op een fijn leven. 

* Het is mogelijk dat de secularisatie en theologische evolutie binnen de islam in de Europese landen sneller verloopt dan in andere landen. In dat geval zou er een ‘Europese islam’ kunnen bestaan. Maarten Boudry (2019) schrijft dat zoiets ‘afhankelijk blijft van de beleidskeuzes … vooral wat betreft migratie … Als de toestroom te groot wordt, kan dit het proces van secularisering zelfs te niet doen.’ (Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat). Vandaag zijn er in België ongeveer 7,6 procent moslims. Volgens een studie van het Pew Research Center gaan we naar 11 procent in 2050 bij een migratiestop, naar 15 procent bij een beperkte migratie en naar 18 procent bij sterke migratie. Het lijkt mij duidelijk dat de kansen op algemene integratie en theologische modernisering beter zijn met een moslimgroep van 11 procent dan met een van 18 procent.     

** De theologie biedt op een vraag naar de termijn meestal geen betrouwbaar antwoord. De sociologie helaas ook niet. Beide zijn sterk als het om een onbepaalde termijn gaat. Een sociologische voorspelling over de plaats en aard van de godsdienst in de onbepaalde toekomst vindt men onder andere in Steve Bruce (2011), Seculariszation. Bruce gebruikt plausibele causale verbanden.

2 opmerkingen:

  1. Aangaande het verschil tussen islam en islamisme, dat is praat voor de vaak. Je kan dat onderscheid maken als je wil, maar het brengt geen zoden aan de dijk. Zijn engelen vrouwelijk of mannelijk?
    Of islam meer TOLERANT of zelfs PRAGMATISCH kan worden zijn meer interessante vragen. GEMATIGD is niet de vraag (sorry voor de roepende hoofdletters, had liever onderlijnd, gaat niet). Mormonen zijn religieus gezien niet gematigd, ook niet pragmatisch voor hen zelf, maar wel tolerant tegenover anderen.

    Amada, uw vroegere sekte, was noch pragmatisch, noch tolerant, en ze waren radicaal. Een combinatie van de slechtste der eigenschappen als men een leefbare wereld wil hebben die stappen vooruit kan zetten, zonder foltering en killing fields.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ‘De rationele ingesteldheid van de Verlichting is typisch voor de westerse mens.’ ‘Dat eerste antwoord – de rationele westerse mens – vind ik racistisch in de eigenlijke zin van het woord.’

    Het christendom wordt stelselmatig als een geheel beschouwd, net zoals ‘Europa’ of ‘het Westen’. En: het christendom zou Europa, het Westen gemaakt hebben tot wat het is. Deze redenering gaat voorbij aan de cultuurkloof tussen Germaans en Latijns (en orthodox) Europa zoals die al pakweg 1600 jaar bestaat. De cultuurkloof tussen historisch protestants en katholiek valt op, en toch wordt die in het maatschappelijk debat stelselmatig genegeerd.
    De afvalligheid, de afscheuringen binnen het christendom zijn vooral een Germaanse zaak geweest, vandaag typisch voor de Angelsaksische wereld. Latijnen zijn minder consequent, schijnheiliger: ze aanvaarden formeel het gezag van Rome maar gedragen er zich niet naar.
    Op de lange termijn geloof ik boetseert een volk zijn eigen cultuur, godsdienst en niet omgekeerd.
    In grote lijnen is de rationele ingesteldheid van de Verlichting typisch voor de Germaanse, Angelsaksische cultuur. En niet typisch voor de Latijnse cultuur, noch in Europa noch in Amerika. Wat aan deze redenering racistisch is, mag je mij eens uitleggen.

    BeantwoordenVerwijderen