zaterdag 28 oktober 2023

Kil of emotioneel?

 


   Een Facebookpost van Humo-recensent Joachim Stoop houdt mij nu al een week bezig. De post is een antwoord op een stuk van Maarten Boudry dat probeert een moreel verschil aan te tonen tussen de raid van Hamas en de bombardementen door Israël. Zelf ben ik het min of meer eens met Boudry, maar er is één alinea van Joachim – ik hoop dat ik Joachim mag zeggen – die mij half knock-out slaat. ‘Wat me het meest dwarszit is de totale kilte in het stuk. De toon is bureaucratisch, zakelijk, ontdaan van menselijkheid. Alsof hij zijn column eerst nog een halve dag in de vriezer stopte alvorens te publiceren. Ik verdenk hem ervan dat hij dit heel goed beseft: links progressieve denkers en mensen die oog hebben voor het Palestijnse leed kan je niet beter op de kast jagen dan je woorden zo te fileren dat er geen greintje emotie overblijft. Wie enigszins empathisch en met een hart naar het conflict kijkt, verstijft bij zijn woorden.’
     Die zakelijkheid, die vriezer, dat greintje emotie dat ontbreekt, dat gebrek aan hart en empathie, ben ik dat zelf niet een beetje? Als ik op FB reageer, probeer ik inderdaad altijd de emotie er buiten te laten, en dan merk ik wel eens dat ik sommigen daarmee ‘op de kast jaag.’ ’t Is niet mijn bedoeling, maar ’t is wel het resultaat. Als ik op mijn blog een eigen polemisch stuk plaats, doe ik het daarom enigszins anders dan in mijn FB-reacties. Ik probeer er wat emotie in te laten, een stukje venijn bijvoorbeeld, zodat mijn tegenstanders iets hebben om boos op te zijn als ze dat graag willen.
    Nu is de kwestie Israël-Palestina natuurlijk een erg emotioneel beladen onderwerp. Ze heeft met identiteit te maken: geschiedenis, nationaliteit, godsdienst, taal. Voor de mensen ter plaatse is dat evident, net als voor Joden en Palestijnen in de diaspora. Blijkbaar weegt ook de moslim-identiteit zwaar door. Ik schrik altijd van die betogingen in het verre Indonesië waarin men solidariteit betuigt met de Arabische geloofsgenoten.
      Bij de Vlamingen van mijn generatie zijn er die enkele weken of maanden in een Kibboetz hebben gewerkt. Die voelen zich verwant met de Israëli’s. Anderen, zoals mijn vrouw hebben een poos gewerkt in een Palestijns vluchtelingenkamp. Die voelen zich verwant met de Palestijnen. Ikzelf identificeer mij, geloof ik, eerder met de Joden. Ik beeld mijzelf in dat ik nu in Israël woon en dat mijn zoon (25) verplicht of vrijwillig naar het Gaza-front vertrekt. Het is niet meteen een gedachte die mij oorlogszuchtig maakt.
     Toch zal ik ook deze emotie proberen weg te houden uit het debat. Ook word ik niet boos als ik een tekening zie waarin de Hamas-raid met de Holocaust vergeleken wordt, of waarin, aan de andere kant, een hakenkruis in de Israëlische vlag wordt verwerkt* . En verder heb ik een zeker wantrouwen tegen tentoongespreide empathie. Het lijdt geen twijfel dat de ene mens empathischer is dan de andere. Alles brengt mij ertoe om te vermoeden dat Joachim zo’n empathische mens is. Maar er zijn er ook die zichzelf empathie aanpraten, of empathie voorwenden. En ten slotte is empathie vaak selectief, verwordt ze van medelijden tot verontwaardiging, woede en haat, en is ze beïnvloed door de politieke overtuiging die men toevallig aanhangt**. Zo voelen nogal wat mensen verontwaardiging als een Palestijnse stenengooier wordt doodgeschoten,  maar die voelen ze niet als een Amerikaanse Capitoolbestormer hetzelfde overkomt.
      Eigenlijk kan Joachim niet weten waarom de tekst van Boudry zo kil is. Eva Van Hoorne schreef in een reactie dat het wel eens met ‘Boudry’s persoonlijkheidsstructuur’ te maken kan hebben en met zijn opvatting dat mensen niets meer zijn dan hun rationeel brein. Dat is mogelijk. Maar het is ook mogelijk dat Boudry evenveel empathie voelt met het lijden van de Palestijnen als Joachim en Eva Van Hoorne, maar het vernederend vindt om zijn privé-gevoelens in een column openbaar te maken – andere privégevoelens wel te verstaan dan verontwaardiging om een drogreden. Ikzelf zou het ook vernederend vinden bij elk stukje dat ik schrijf over Palestina luid te moeten verkondigen dat mijn hart bloedt voor de slachtoffers aan beide kanten.
     ‘Nog één ding,’ schrijft Joachim, ‘de man is filosoof. In hem ontbreekt het fundament van wat filosofie uitdraagt: twijfel en dialoog. Socrates had Boudry meewarig aangekeken op de agora.’ En Joachim voegt eraan toe dat een échte filosoof altijd een open gesprek verkiest boven een in zichzelf opgesloten eigen gelijk.’
    Ja, het grote gelijk van Boudry … Ik zou ook niet graag twee boeken van Boudry na elkaar lezen. Het is altijd een vermoeiend karwei om het proza van rationalisten (Boudry, Mises) of pseudo-rationalisten (Stalin) te lezen. En het is inderdaad slim van Socrates, althans van Plato, om nederigheid, twijfel en dialoog te veinzen als stijlmiddel om op voorhand bedachte conclusies te slijten aan naïeve gesprekspartners. Maar dat is niet de ware betekenis van filosofische dialoog. Die ware betekenis houdt in dat de filosoof zijn mening en zijn argumenten zo helder mogelijk uiteenzet, zodat ze door iemand met een andere mening kunnen worden weerlegd. En dat is wat Boudry naar mijn aanvoelen in zijn tekst heeft gedaan.
     Joachim verwijt Boudry dat hij aan ‘kersenplukken’ doet. ‘Hij [Boudry] selecteert haarfijn elementen om zijn punt te maken … De spotlight schijnt zo fel op zijn eng afgebakende argumentatie dat je als kritische lezer constant op je hoede moet blijven over wat hij weglaat.’
    Hier worden twee zaken door elkaar gehaald. Aan de ene kant heb je een oneerlijke manier van discussiëren waarbij je zoals een advocaat overal elementen zoekt om een stelling te bewijzen, zonder te kijken naar de elementen die de stelling ondermijnen. Dat is het echte kersenplukken. Maar Boudry doet iets anders, en Joachim heeft dat ook gemerkt. Boudry doet, wat ik ook vaak doe: het isoleren van één thema uit het grote geheel. Het is een typische aanpak van de analytische filosofie, in tegenstelling tot die van de Hegeliaanse traditie. In dit geval plaatst Boudry de schijnwerper op de kwestie van de morele equivalentie van de Hamas-raid en de Israëlische bombardementen. In zijn argumentatie daarover zie ik geen kersenplukken.
     Maar wat dan met alles wat voorafgaat aan de Hamas-barbarij? vraagt Joachim zich af. De Israëlische bezetting, de pesterijen, de blokkade, de militaire terreur? Volgens hem is dat de ‘causaliteit’ die ook van tel is. ‘Alsof men ziedend wordt in een vacuüm, alsof men als terrorist wordt geboren.’ Daar kan niets  tegen in worden gebracht behalve dit: de causaliteit – die overigens complexer is dan wat Joachim aangeeft - heiligt de middelen niet, en heeft geen noodzakelijke plaats in de redenering, alhoewel ze die kan nuanceren.
    Natuurlijk is de Hamas-barbarij mee teweeggebracht door de Israëlische houding tegenover de Palestijnen. Net zoals de bombardementen mee zijn teweeggebracht door de Hamas-raid. Maar de Hamas-raid rechtvaardigt de Israëlische bombardementen niet. Die rechtvaardiging kan in de ogen van een niet-betrokken partij alleen liggen in de aanvaardbaarheid van het doel dat wordt nagestreefd: het uitschakelen van de militaire macht van Hamas. Ik kan met dat doel sympathiseren, zonder overigens op voorhand uit te sluiten dat daarbij even immorele daden worden gesteld als de Hamas-raid zelf – daden die door het doel niet worden geheiligd. Maar bombardementen waarbij burgerslachtoffers vallen zijn dat niet per definitie. Zoals ook niet bij voorbaat vast staat dat ze een oorlogsmisdaad zijn. Daar stond een interessant interview over in De Standaard met iemand van Human Rights Watch, Sari Bashi.
     Door te zeggen dat iemand een aanvaardbaar doel nastreeft, verwijs je naar zijn intenties. Dat is uiteraard wat Boudry doet. Joachim vindt dat magertjes. Ik citeer: ‘Zo schrijft hij [Boudry] dat het hem om intenties en niet om cijfers te doen is. Eén zinnetje waarmee hij verdoken maar fel stelling neemt in de eeuwenoude tweespalt tussen intentionalisme versus consequentialisme.’ Zelf vind ik dat dat ene zinnetje van Boudry genoeg is. Het komt er in deze context niet op aan om de juiste verhouding te bepalen tussen die twee stromingen in de moraal: het is voldoende om te erkennen dat intentie een rol speelt, en een grotere rol dan loutere cijfers. Of wil Joachim dat ontkennen? Dat zou mij verwonderen.
     Joachim vreest dat alles wat hij schrijft door Boudry zal worden afgedaan als ‘emo-talk van irrationele deugdmensen.’ Dat is mogelijk. Als ikzelf echter het woord deugdmens gebruik in de negatieve zin, dan heeft dat voor mij drie nadrukkelijk omschreven betekenissen: mensen die, zoals ik al eerder vermelde, empathie voorwenden, mensen die politiek met moraal verwarren, en mensen die deugdzaamheid betrachten in hun meningen liever dan in hun daden. De eerste twee kenmerken zie ik niet in de tekst van Joachim en voor ik het derde vernietigende oordeel uitspreek over iemand zou ik hem heel goed moeten kennen, of heel hard moeten haten.
     Bovendien vind ik dat emotie wel degelijk een plaats heeft in het oordeel dat we ons vormen over de Israël-Palestina zaak. Misschien is die niet geschikt om de equivalentie van het kwaad te ontdekken, maar ze kan minstens van dienst zijn om de equivalentie van het lijden te beseffen. Ik heb daar gisteren iets over geschreven. Maar de Frans-Algerijnse auteur Kamel Daoud doet het zoveel beter in zijn Brief aan een onbekende Israëlier.
 

* Ik kan mij wel ergeren aan sommige woordkeuzes. ‘Hamas-strijders’, ‘genocide’, ‘ethnische zuivering’, allemaal woorden die Joachim overigens niet gebruikt. Een cartoon van Lectr vergelijkt de 233 gijzelaars van Hamas met de 2,4 miljoen Gazanen die Israël ‘gegijzeld’ houdt. 

**Zelf weende ik bitter toen de Engelse mijnwerkers de staking van 1984-1985 ‘verloren’, terwijl ik vandaag niet zie – met alle begrip – waarom de Engelse mijnen gesubsidieerd open moesten blijven en – ik lees De Standaard – de CO2-uitstoot hoog moesten houden.

*** Mijn stukje van gisteren staat hier. De brief van Kamel Daoud neem ik hier over, in een vertaling die ik vond op de FB-pagina van Geraard Goossens.

Brief aan een onbekende Israëliër
Le Point 23/10 

Geachte heer,
     ik heb al een week met maar één oog gekeken naar het nieuws over de oorlog die uit uw land komt. Ik vermijd het nieuws waarin u gedood wordt en waarin u moordt. Waarom?Omdat de beelden ondraaglijk en onmenselijk zijn. En omdat ik egoïstisch en al te menselijk ben, val ik terug op mezelf en de mijnen. Ik denk aan hun heil. Ik weiger de wanhoop van de slachtoffers te zien, zonder dat ik er iets aan kan doen.
     Toen ik een kind was, werden in mijn Algerijnse dorp de lijken van Palestijnse kinderen tentoongesteld door volwassen Palestijnen, als was het een omgekeerde buit. Lichamen vermengd met ijzer en bloed. Hun geschreeuw bereikte ons allemaal.
      In Algerije was de oorlog gedaan, maar het land leek er niet echt te willen uitkomen. Het wilde er zich liever achter verbergen om te ontsnappen aan het heden. Want de oorlog en de kolonisatie bleef na zoveel tijd het enige verhaal dat leven en dood waard was geweest. De oorlog in Palestina werd dan ook tot onze eigen oorlog verklaard: op school, op televisie, door de doortrapte leiders van het moment. Dit gaf mij vaak een ongemakkelijk gevoel en ik vermeed ook toen al te kijken naar de beelden Om welke redenen? Die van hulpeloosheid, van frustratie, van woede zonder uitlaatklep. Het was omdat ik geen held kon zijn, zoals van mij werd verlangd, dat ik de ogen sloot, zodat ik het niet hoefde te weten of de lijken me 's nachts niet zouden kunnen komen bezoeken.
     Toch kwamen de gruwelijke taferelen desondanks voorbij en cultiveerden beetje bij beetje mijn toekomstige onmenselijkheid. En omdat ik werd opgevoed om de Jood, de Israëliër, niet te kennen, omdat u de tegenstander van God was, van Palestina, van de rechtvaardigheid, van de profeet, van bijna alles, kreeg ik een hekel aan u en droomde ik van uw verdwijning. Dit was het enige dat mij de waarde van mijn leven zou teruggeven. Dat was wat men mij leerde. Wat zou je willen, meneer! De joden waren al een heel tijdje uit Algerije verdreven en de leegte van het afwezige is het ideale bed van fantasieën. U was verantwoordelijk voor alles: u had de profeet verraden, de Algerijnse revolutie, de oorlog, ons land, de mensheid ... enz. Nu de Franse kolonisator was vertrokken, hadden we een vijand nodig die de veronderstelde wrok van God zou mengen met die van een valse broeder en dus zongen we over de dood van de Jood. Palestina belichaamde een gestolen land waarvan u de dief was en de geschiedenis van heel de wereld werd op die manier heel eenvoudig. Opdat onze interne barbarij er beter mee gediend zou zijn.
    Maar na verloop van tijd wordt een mens rustiger. Als jonge man begreep ik geleidelijk aan dat Jood de naam was die in ons land gegeven werd aan de verrader, aan de dissident, aan de vrije man, aan alles wat we niet leuk vonden in de wereld en in onszelf. Palestina? Het leek een beetje op het land waar je leeft, in een droom, als je de wereld niet accepteert. Ik begreep beetje bij beetje dat wat onze “solidariteit” met Palestina verklaarde ons onvermogen was om onze machteloosheid te erkennen en onze realiteit. Niets is gemakkelijker om aan de werkelijkheid te ontsnappen dan om, in denkbeeldige modus, voor Palestina te vechten. Ik droomde er nog steeds van om Palestina vrij te zien, maar ik kwam langzamerhand tot de conclusie dat dit ook een excuus was, een ontsnapping, een voorwendsel, in naam van een heilige tekst.
     In feite interesseert de Palestijn ons alleen als hij dood, gewond of begraven is. Levend, interesseert hij ons veel minder. Met zijn gedroomde en verhoopte land konden wij het uitstel in onze eigen landen handhaven. Zijn oorlog heeft in ons niet het verlangen gewekt om hem echt te bevrijden, maar enkel het verlangen om u te vermoorden. De Jood stelt ons vrij van denken, bouwen en werken en maakt dat we onze daden en onze verantwoordelijkheden niet in vraag moeten stellen. De Jood deresponsabiliseert de Arabier. De ‘Palestijnse zaak’ roept de islamist in ieder van ons wakker, zelfs in de best opgeleiden, de meest getalenteerden. Ze schaadt de luciditeit, veroorzaakt hysterie en versluiert, op de rug van de Palestijn, onze eigen realiteit. Ze verhindert dat iemand de wereld ziet, moedigt integendeel ieder aan de wereld te verlaten. Dit is de situatie waarin we ons bevinden door deze oorlog zonder eind.
    Geachte heer,
    het kostte mij veel tijd om mensen als u te ontmoeten, om te proberen uw geschiedenis te begrijpen. Ik moet concluderen, maar misschien heb ik het mis, dat we in ons land uw wil om te leven na eeuwen van uitroeiingspogingen, niet begrijpen. We begrijpen niets van uw eeuwenoude lijden of van het overweldigende gewicht van de uiteindelijk hervonden grond. Wij begrijpen niet dat u zich in uw oorlog wilt verdedigen tegen de 
absolute dood, de definitieve verdwijning van uw dierbaren, van de doden, de levenden en de ongeborenen. Wij herinneren ons enkel de plundering van land, verovering, overgave, door een vervloekt volk, terwijl jullie mensen zijn die eindelijk wakker waren geworden. Wij hebben in u alleen maar een kolonisator gezien en de laatste jaren ook een verondersteld uitverkoren volk dat echter de wet van de god die aan onze kant staat, weigert. ‘God heeft hen allemaal vervloekt,’ herhaalde een gelovige islamiet me onlangs. En ik vroeg mij af: hoe kan iemand met de naam “de Rechtvaardige” degenen vervloeken die nog niet geboren zijn? Hoe kan hij oordelen over wat nog niet ter wereld is gekomen? Waarom zou je een pasgeboren kind vervloeken? In naam van welke goddelijke gerechtigheid is dat aanvaardbaar? In de werkelijkheid zijn wij het die verdoemd zijn.
    Op dit moment heb ik dus moeite om de beelden van burgers die worden gedood in Gaza te bekijken. Dat is niet omdat ik u wil vermoorden, of u iets kwalijk moet nemen of met u wil vechten. Dat is alleen omdat ik worstel om een stem en een weg te vinden. Want ik begrijp eindelijk, na tientallen jaren, uw wil, meneer, om na drie millennia, op een plek te leven, vrij van segregatie. Ik begrijp beetje bij beetje - ook door al het lawaai en de conditionering die ik heb ondergaan in mijn jeugd - uw recht, uw verlangen naar leven. Ik zou dus nooit meer willen dat mijn stem of mijn aarzeling toegevoegd wordt aan degenen die zich voorstellen dat u vermoorden of u criminaliseren maakt dat ze aan de kant van God staan of aan die van gekoloniseerden.
     Maar ik kan deze oorlog ook niet accepteren, waar hij ook vandaan komt en waar hij ook heen beweert te gaan. Ik weiger dat islamisten zichzelf het “goddelijke” of het “verzets”-recht kunnen verlenen door u en uw kinderen te doden en ik begrijp dat u terugvecht om te overleven.
     Maar ik kan me de pijn en het geschreeuw niet voorstellen van degenen die klem zitten tussen uw woede, uw verlangen naar wraak, uw behoefte aan veiligheid en de terreurgroepen die het voorwendsel van een onafhankelijkheidsoorlog gebruiken om hun kalifaat uit te breiden.
     Ik overtuig mezelf ervan dat ik in uw plaats hetzelfde zou gedaan hebben, maar ik zeg ook tegen mezelf dat een oorlog dit niet had kunnen voorkomen, maar enkel een volgende voedt. Ik kan uw wens om de levens van de uwen te redden verklaren, maar ik blijft ervan overtuigd dat elke oorlog onrechtvaardig is, zelfs als hij gerechtvaardigd is.
     Ik wil mijn stem niet toevoegen aan degenen in mijn land die hun mislukkingen verdoezelen door de haat tegen u te cultiveren. Of mijn stilte toevoegen aan degenen die in de oorlog die u voert redenen ontdekken voor hun haat en voor hun weigering het leven te accepteren, degenen die lijken van Palestijnen verslinden om hun onthoofde wrok mee aan te wakkeren. En ik wil niets van mijn geroep toevoegen aan degenen die schreeuwen dat we Palestina moeten bevrijden door de Joden te doden, maar die daarmee alleen hun machteloosheid in hun eigen land verdoezelen, hun mislukkingen in het heden, hun haat tegen alles en iedereen.
     Maar ik weiger ook bombardementen te vergoelijken, noch te geloven dat dit de enige weg is. Jouw geschiedenis van lijden kan die dwalingen niet toestaan en ook het lijden van anderen is niet geschikt voor uitwissing.    Zoals na elke oorlog zie ik verliezers en winnaars. De eersten zijn de doden, overal. Maar ook de mensen die in mijn land haat proberen te genezen, die strijden tegen judeofobie, voor vrijheid, voor menselijkheid en haar complexiteit. De verliezers zijn de stemmen van de rede en vandaag de dag is bij ons iedereen een 'jood' die herinnert aan vrijheid, universaliteit, menselijkheid of het recht op verschillen. De verliezers zijn ook de Palestijnen die gedwongen worden om de wapens op te nemen, die als menselijk schild opgesteld staan en beroofd zijn van hun eigendommen of levens. Onder hen, de bouwers van een mogelijke vrede.
     En de winnaars blijven, mij mij thuis, en ook in het jouwe, de radicalen, degenen die zich goden wanen in plaats van God, de gekken van de belijdenis, de moordenaars van alle verschil, deingenieurs van de kalifaten in de zogenaamde ‘Arabische’ landen, de wapenverkopers en de advocaten van een uitroeiïngsoorlog. Dit conflict kost levens en kost ons onze vrijheden, onze recht om te denken zoals we willen, het recht op vrijheid van meningsuiting in onze landen. Het kost ons onze zwakke droom om ooit democratieën en gelukkige landen op te bouwen.
    Deze eindeloze oorlog heeft mijn wereld beschadigd en mij het ergste onthuld: mijn wereld verschijnt vaak als een aaseter, waarin ze ervan houden de doden te verslinden. En van alle doden zijn de Palestijnen, voor deze donkere en dodelijke eetlust, de beste. Wij verwelkomen de Palestijnen niet in ons huis, wij geven hen geen onderwijs, we delen onze rijkdom en onze goederen niet met hen. We houden niet van hen zolang ze leven, maar wel als ze dood zijn. Want dan worden ze het bewijs tegen u, het bewijs van uw misdaad, een alibi dat ons vrijstelt van het liefhebben van anderen, van het verdragen van rouw en empathie voor de overledenen van anderen, van de rest van de mensheid, van de levenden. En u bent de noodzakelijke vijand geworden, het belangrijkste excuus, de figuur die ons vrijstelt van het meten van onszelf aan onze realiteit. Hoe meer Palestina krimpt in grondgebied, hoe meer, in onze landen, de kalifaten, de emiraten, de middeleeuwse Islamitische koninkrijken zich uitbreiden.
     Natuurlijk kost deze oorlog ons veel minder dan u, of uw vijand die uw buurman is. Maar de oorlog berooft ons van onze landen en biedt ze aan onze vijanden aan, aan de wapens van wrok en haat, aan het project van kalifaten en van totalitarisme.
     Moge uw land zich daarom bevrijden van de angst om een huis en een land te verliezen dat zo lang beloofd is. Moge Palestina ook bevrijd worden van de denkbeeldige bevrijders van Palestina en van degenen die wat overblijft van Palestina wegnemen. En mogen we elkaar op een dag ontmoeten om het ontbrekende deel van ons te vullen met verhalen en geschiedenissen en zo de haters en de muren tussen ons verslaan.
     Moge de wereld op een dag erkennen dat jullie zich enkel schuldig maken aan te veel hoop en de Palestijnen aan teveel wanhoop. En wij, tussen jullie twee in, mogen we even begrijpen dat we van u, de Jood, de Israëliër, een vijand hebben gemaakt, zodat het lijkt alsof we niets anders meer te doen hebben in deze wereld dan zijn einde te bespoedigen. Jullie leren kennen en onder ons degenen herkennen die deze “heilige” barbaarsheid weigeren, duurt lang. En het enigmatisch pad naar verwantschap, naar zichzelf, wordt door velen onder ons en onder jullie, geweigerd. Het zou de kans kunnen zijn voor een mysterieus onderzoek naar onze schaduwen en onze angsten.De kans om kritisch naar onze zwakheden te kijken en naar onze catalogus van excuses om dat niet te doen. En misschien kunnen we door u te leren kennen de Palestijnen helpen leven en hen helpen om de wereld te bewonen. En dan kan deze bevrijde Palestijn ons helpen genezen van het verlangen om te sterven, om zijn doden te imiteren en om ons onszelf waardig te achten. Om eindelijk voor onze eigen landen te zorgen. En om te ontdekken dat er nog een ander stuk van de mensheid bestaat en dat dit geen goddeloos stuk is, of deel van een samenzwering of een bedreiging.
    Dit hoopte ik u te vertellen, beste meneer.
    Vriendelijke groeten,
     Kamel Daoud

16 opmerkingen:

  1. Heb tot aan de brief gelezen, dus enkel commentaar over het gelezene.
    Het is kersenplukken enkel over de Hamas-raid en de Gaza-bombardementen te spreken, en proberen te argumenteren of het ene erger is dan het andere etc. Dat is van hetzelfde niveau als kinderen die ruzie maken en zeggen 'hij begon'. Zo werkt dat niet (er is meestal niet zoiets als een éénduidig begin - het is meestal een escalatie vanuit het kleine, als je ooit het begin kan terug vinden).
    Zo kom je nergens. Het klopt dat de Gaza bombardementen chronologisch na de raid komen, en de bombardementen zullen meer rancune teweeg brengen, waarna een aanslag komt, en uit vergelding gevolgd door een tegenmaatregel etc.

    Het is ontgoochelend dat er zijn die in deze kinderlijke val trappen.
    Zoals het er nu voor staat is de taak van buitenstaanders proberen verdere escalatie te beperken. Dat doe je niet door voorgaande discussie. U kan daar natuurlijk een andere mening over hebben, en morele justificatie proberen te vinden om Gaza met de grond gelijk te maken, om zo Hamas te vernietigen. Of Hamas dan is uitgeschakeld kan zijn, maar de rancune zal niet uitgeschakeld zijn, die zal verveelvoudigd zijn...
    Is er een uitweg? Misschien niet. Maar de bovengaande discussie is beneden alle peil.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik wou eigenlijk vooral schrijven over de emotionaliteit van het debat. Zijdelings gaat het inderdaad over de vraag of je elke vorm van geweld kunt gelijkstellen, alhoewel je het leed dat eruit volgt hoe dan ook gelijk kan worden gesteld. Maar ik geef graag toe dat dat een vraag is die weinig bijdraagt tot de oplossing van het probleem. Ik zou in de verste verte niet weten waar die oplossing ligt, behalve dan dat ik voorstander ben van een tweestatenoplossing, waarvan ik niet eens weet of ze mogelijk is. De hele problematiek herleiden tot de Hamas-raid en de huidige bombardementen zou inderdaad kersenplukken, of erger zijn. Ik heb een meer algemene kijk aangenomen in drie vorige stukjes, die ik schreef lang voor de huidige escalatie. https://philippeclerick.blogspot.com/2021/05/israel-en-palestina-partij-kiezen.html
      https://philippeclerick.blogspot.com/2021/05/ik-ben-opgegroeid-als-een-pro.html
      https://philippeclerick.blogspot.com/2021/05/israel-palestina-10-principes.html

      Verwijderen
    2. Misschien is mijn posting hierboven meer gericht op Boudry... weliswaar uitgaande van uw berichtgeving. Als Boudry het zo geschreven heeft, dan heeft hij een ondermaatse appreciatie van dit hele gebeuren.

      Verwijderen
    3. Ik heb nu het stuk van Bourdy gelezen. Wat hij schrijft geldt bijna voor alle terrorist organisaties. Zo was dat ook in N-Ierland: de Britse regering had het leger in de hand, de IRA viel terug op allerlei aanslagen. Het is niet anders - het klopt wat Boudry over Hamas versus Israel schrijft. Dat klopt overal in conflict zones tussen staat en vrije milities.
      Dat is niet de essentie van dit gebeuren, tenminste niet voor buitenstaanders. Ik weet niet wat Boudry probeert te bereiken, dat maakt hij wijselijk niet expliciet, maar als hij wil argumenteren dat Israel alles kan doen om Hamas weg te vegen, dan gaat dit eeuwig blijven duren, tot dat alle Palestijnen weg zijn (vermoord of verdreven) Dan nog zal Israel niet in vrede leven. Misschien is vrede in die regio niet mogelijk, ....
      Boudry is geen Vermeersch.

      Verwijderen
    4. De vergelijking Hamas-IRA gaat zeker gedeeltelijk op. Uiteindelijk was het IRA een deel van de oplossing. Kan Hamas een deel van de oplossing zijn? Kan Hamas een tweestatenoplossing aanvaarden? Kan er een Groot Palestina komen met een gelijkwaardige plaats voor Joden en Palestijnen? Een eengemaakt Ierland met een gelijkwaardige plaats voor protestanten is in de ogen van buitenstaanders eigenlijk altijd een mogelijkheid geweest, hoe ongewenst ook voor de plaatselijke protestanten. We zitten hier natuurlijk op het niveau van speculatie.
      Of Israël alles mag doen om de oorlog te winnen. Uiteraard niet. Er moeten redelijke pogingen gedaan worden om het aantal burgerslachtoffers te beperken, wetende dat het aantal burgerslachtoffers hoe dan ook hoog zal zijn. Is een oorlog om Hamas weg te vegen een mogelijke basis om vrede te krijgen in de regio? Daar heb ik geen idee van. Boudry wellicht ook niet.

      Verwijderen
  2. Indrukwekkende brief van de schrijver Kamel Daoud. Helaas en voorspelbaar werd hij al beschuldigd van islamofobie. Des te dapperder is zijn houding.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ach, wat zou u verwachten? De kleinste niet-positieve commentaar op Israel, en je wordt beschuldigd van anti-semitisme. En de kleinste bemerking over Islam en je wordt weggezet als islamofoob.
      David Ben-Gurion zei in zijn tijd (1953) het volgende (terug te vinden op Wikipedia met volledige bronvermelding en nooit tegengesproken). De huidige gruwel was allemaal verwacht, de sterkste wint:

      "Why should the Arabs make peace? If I was an Arab leader I would never make terms with Israel. That is natural: we have taken their country. Sure, God promised it to us, but what does that matter to them? Our God is not theirs. We come from Israel, it's true, but two thousand years ago, and what is that to them? There has been anti-Semitism the Nazis, Hitler, Auschwitz, but was that their fault? They only see one thing: we have come here and stolen their country. Why should they accept that?"


      Verwijderen
    2. Ben-Gurion redeneert hier als een zuivere nationalist. Met zuiver nationalisme is er inderdaad geen oplossing. Alhoewel de tweestatenoplossing met een flinke dosis nationalisme rekening houdt.

      Verwijderen
    3. Nationalisme. De mens is in hoge mate een territoriaal dier, net zoals de meeste andere dieren. In de ontwikkeling van het leven op aarde is dat de rode draad waaraan het leven vasthangt. Je kan daar filosofisch over doen, maar dat verandert niet de kern. De mens heeft capaciteiten om nationalisme te overstijgen - als het 'm goed uitkomt. In het Israel-Palestina conflict draait het zich om territorium. De verhaaltjes errond zijn decoratie, Dichtung für die Bühne.

      Verwijderen

    4. Homo homini lupus. Niet waar zeggen sommigen.Vooral in onze christelijke wereld wordt de mens geacht beter te zijn dan die wolf en verlichte humanisten vinden ook “dat je een ander niet mag aandoen wat je zelf niet zou willen ondergaan” of woorden van die strekking. Bovendien gaat men er tegenwoordig van uit dat je de mens ten goede kan veranderen.
      Wie echter een klein beetje afweet van de menselijke geschiedenis ziet zeer goed in dat het tegenovergestelde waar is. Blader gewoon eens door een historische atlas en je ziet dat al vele duizenden jaren rijken ontstaan door het onderwerpen en eventueel verjagen of uitmoorden van andere volkeren. Diezelfde rijken vergaan dan op hun beurt doordat anderen hun plaats innemen, wat wederom gepaard gaat met moord, doodslag en plunderingen.

      Tegenwoordig wordt er blijkbaar van ons verwacht dat we partij kiezen in allerlei conflicten van het verleden en het heden en dat we ons daarbij persoonlijk betrokken voelen, of tenminste doen alsof. In dit conflict tussen Joden en Palestijnen moeten we nu ook zoeken naar “de goede en de slechte” en de schuldigen aanwijzen. Welke wreedheden zijn het meest verantwoord, die van Hamas of die van Israël?

      Ik ben zo vrij om daar niet aan mee te doen. Bij al die verhalen over leed, wanhoop en verdriet mogen we nooit vergetend dat de conflicten van vandaag wortelen in een ver verleden waaraan we niets kunnen veranderen. De diaspora van de Joden hield rechtstreeks verband met het imperialisme van Rome, de Jodenvervolging in Europa was grotendeels te wijten aan de onverdraagzaamheid van de Christenen, Protestanten inbegrepen, de Islam vestigde zich in Palestina tijdens een gigantische veroveringstocht tot in Spanje toe.

      Je kan alleen maar besluiten: homo homini lupus. Maar wij doen daar natuurlijk niet aan mee, we zijn menslievend, kiezen voor tolerantie, vrede, liefde en begrip voor de anderen. Tot wanneer de nood aan de man komt en ons bezit, ons leven en onze kinderen bedreigd worden, want dan zijn we bereid om de andere te lijf te gaan en zelf wolf te worden. Dat we dit -voorlopig misschien- kunnen vermijden is een groot geluk.







      Verwijderen
    5. Dank voor uw uitgebreide posting die mijn vorige posting over territorialiteit complementeert.
      Het gedrag van de mens kan mettertijd 'veranderen', of beter gezegd: de omstandigheden veranderen waardoor het voor de mens beter uitkomt zich anders op te stellen (een extreem voorbeeld is de communistische ideologie, waar totale controle, onderdrukking en eliminatie, het gedrag v.d. mens blijvend zou moeten veranderen - misvatting, maar dat is een ander verhaal). Na 2 WO'en kort na elkaar is de drang om gebied te veroveren in Europa min of meer naar de achtergrond geduwd, met uitzondering van enkele conflictgebieden (Rusland, Balkan). Wij zijn blijkbaar in een ander modus gekomen. In de VS is er ook geen drang dat de 50 staten in oorlog met elkaar gaan.
      Doch bijvb Israel/Palestina en Rusland, en vele andere delen van de wereld zijn nog steeds in een territorium modus. Ook in de futuristische toekomst schuilen er nieuwe conflicten, bijvb wanneer gaat er conflict komen over de bezetting van de maan?

      Verwijderen
  3. Is kersenplukker hier de vertaling van cherry picker? Klopt volgens mij niet. Cherry picking is volgens mij de kersen uit de cake peuteren en de rest laten liggen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, het zou eigenlijk 'kersenpeuteraar' of 'kersenpulker' moeten zijn. Ik heb de term overgenomen van Joachim Stoop.

      Verwijderen
    2. Bij nader inzien kan kersenplukken ook verwijzen naar de gewoonte om eerst de mooie kersten te plukken (of te eten): de goed gevormde, rijpe, waar vogels niet in hebben gepikt. https://philippeclerick.blogspot.com/2015/11/kersen.html

      Verwijderen
  4. De ontwikkelingen in het Midden-Oosten van pakweg de voorbije 70 jaar, en de gebeurtenissen van de voorbije weken, die nog steeds onder verdere ontwikkeling zijn, tonen dat de manier waarop Israel zich heeft gevestigd een eeuwigdurende vloek over zich heeft afgeroepen.
    Kon het beter? Niet te zeggen, maar de manier waarop dit gebeurd is leidt tot permanente onvrede. De Joodse staat is weliswaar gevestigd in Canaan maar zal voor eeuwig omgeven zijn door vijandschap. Ook wanneer er vredesafspraken worden ingegaan met de grote Arabische landen, zal er terroristische activiteit blijven bestaan.
    Misschien is het dat waard voor Israel... het beloofde land terug in handen te hebben, met de stress van permanent extreem op hoede moeten te zijn. Af en toe bloedvergieten, en een reputatie te krijgen van zelf veel bloed aan handen te hebben. Er bestaat bovendien het gevaar dat er wereldwijd anti-Israelische gevoelens ontstaan, waar na WOII het anti-semitisme aan het verdwijnen was... Misschien was er geen andere weg. Misschien wel.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Zeer straffe brief. Verdient ruime verspreiding. Uiteindelijk kan immers enkel een oplossing bereikt worden wanneer men elkaars noden en gevoeligheden leert respecteren. Dat veronderstelt ook introspectie. Iets wat tot dit moment bij beide partijen afwezig is.

    BeantwoordenVerwijderen