zondag 22 oktober 2023

René de Ryck (1956-2023)


    Ik ben 21 jaar geworden – de toenmalige drempel van de volwassenheid – op 20 mei 1976. Ik deed toen mijn legerdienst in de Schoolcompagnie van het regiment Para-Commando, in Flawinne. Naast de fysieke en militaire training, moesten we dagelijks, zoals alle miliciens, verschillende inspecties ondergaan, en de strengste inspectie was die van ’s middags, in de gang voor de slaapzaal. We wachtten roerloos en in militaire houding op de sergeant die zou controleren of elk knoopje dicht was, elk kraagje goed lag, elk stukje koper opgeblonken was, elke schoen gepoetst was, elke veter gestrikt was, elke sok netjes over de bottine was geplooid, en nog zoveel meer. De sergeant zag alles.
     Dat was op 20 mei 1976 niet anders. Maar dit keer werd afgeweken van de routine. Juist toen de sergeant eraan kwam, stapte één kandidaat-para-commando kordaat uit de rij en zei met luide stem: ‘Voor onze vriend Philippe die vandaag 21 jaar wordt, hiep, hiep, hiep, hoera!’* En daarna deed hij weer een stap achteruit. De sergeant bleef staan, keek verbijsterd toe, en besliste toen om de inspectie uit te voeren alsof er niets was gebeurd. Die kandidaat-para-commando die zo kordaat uit de rij was gestapt, was René.
     René en ik waren, dat kun je wel zeggen, de twee clowns van het peloton, maar wel op een erg verschillende manier. Bij mij viel er vaak te lachen om mijn onhandigheid, mijn worsteling met het verschil links-rechts, en met mijn soms-wel-soms-niet succesvolle pogingen om die onhandigheid te compenseren met droge commentaar. René daarentegen nam zijn rol van clown op met grote waardigheid, zoals hij ook al zijn andere rollen met grote waardigheid op zich nam: die van gangmaker, die van rebel, die van filosoof. 
     Niemand van het peloton werd zo vaak gestraft als René. Hij heeft daar vaak om gevloekt, hij heeft er nooit over geklaagd. Zelfbeklag zat gewoon niet in hem. Als bij iedereen de moraal – letterlijk en figuurlijk zal ik maar zeggen – onder het vriespunt stond, bijvoorbeeld tijdens een lange, doorregende marsj in de bittere kou, dan hief René een soldatenlied aan om de moed er weer in te brengen en om aan het collectieve klappertanden een einde te maken. Meestal was dat ‘When Johnny goes marching home.’ Verder beging hij nooit de doodzonde van de soldaat, dat wil zeggen: hij panikeerde nooit. Alles zou wel goed komen, wist hij.
    René had over alles een mening: over het ‘adequate taalgebruik van Ward Ruyslinck’, over lekker eten, over vrouwen, over paarden. ‘Er is niks mooiers,’ zei hij op een toon die geen tegenspraak duldde, ‘dan ’s morgens door de velden te rijden op de rug van een goed paard.’ ‘En seks dan?’ vroeg een makker van het peloton. ‘Niks van,’ antwoordde René. ‘Een paard, dát moet je hebben.’ Hij sprak het uit als pièèd.
    Die liefde voor paarden heeft bij René een heel belangrijke plaats ingenomen in zijn leven. Toen ik later zijn Facebookpagina opzocht, vond ik vooral foto’s van paarden: paarden met René en paarden zonder René. We wisselden op FB al eens een reactie uit, of stuurden elkaar een boodschap op Messenger. Ook zagen we elkaar terug op de vijfjaarlijkse, en later jaarlijkse, bijeenkomsten van het peloton.
     Toen bleek nog duidelijker hoezeer René en ik van elkaar verschilden, op elk kenmerk dat je kon bedenken, hoe lang je de lijst ook maakte. René was niet graag naar school geweest, leerde van alles uit de praktijk, danste als de beste, kookte nog beter, verplaatste zich op een zware brommer, sprak over allerlei zaken met de zelfzekerheid van de autodidact, baatte als het moest drie restaurants tegelijk uit, en was wars van nostalgie maar vol dromen voor de toekomst**. Ik was wel graag naar school geweest, leerde niets uit de praktijk, kon niet dansen, enzovoort. En ook in opvattingen verschilden we. Zo geloofde René dat het 
World Economic Forum een totalitaire wereldstaat aan het voorbereiden was. Hij zou daar een boek over schrijven.
     Dat boek is er nooit gekomen. Iets meer dan vijf jaar geleden kreeg René een agressieve vorm van kanker. Ik vertelde de precieze naam van die kanker aan mijn zoon-de-dokter-in-spe en die keek bedenkelijk. René werd elk jaar wel eens opgenomen in het ziekenhuis, ten dode opgeschreven, waarna hij er weer bovenop kwam, weer met zijn brommer ging rondtoeren, en op de rug van een paard over hindernissen sprong. Als het enigszins kon, kwam hij naar de bijeenkomsten van het peloton, ondanks de pijn. René geloofde niet in pijnstillers.  ‘De morfine die ze me geven,’ zei hij lachend, ‘verkoop ik door op het internet.’
       De laatste keer dat René in het ziekenhuis werd opgenomen, kwam hij er niet bovenop. Hij overleed op 13 oktober. Op zijn rouwbrief stond: ‘Ik was wie ik was, ik deed wat ik kon, het is wat het is.’ Die leuze past bij wel meer mensen, maar bij René past ze zeker. En zijn volwassen dochter, vriendin, en moeder van zijn twee kleinkinderen, staat op de brief vermeld als ‘zijn dochterken’. Dat is René helemaal. Ik kan het woord niet lezen zonder zijn stem te horen.
     René is – na Jan, de kampioen-van-de-‘koordenpiste’ – de tweede man van het peloton die we verliezen. Erik en Jef hebben op de uitvaartplechtigheid een ontroerende getuigenis gebracht. Ze hebben zelfs de eerste twee regels van ‘When Johnny goes marching home’ gezongen. Je moet daar wat lef voor hebben, zo maar even beginnen te zingen daar vooraan, in die plechtige zaal. Ik heb niet veel mensen gekend die dat zouden durven. Ja, René, die zeker. Die zou desnoods het hele lied gezongen hebben. Sans gêne

 

* Ik ben niet helemaal zeker dat het om mijn verjaardag ging. Navraag bij mijn makkers leerde mij dat mijn geboortedatum ongeveer de enige is die valt binnen het tijdsschema van de gezamenlijke opleiding. Niemand anders herinnert zich overigens het incident.

** Men spreekt soms meewarig van ‘twaalf stielen en dertien ongelukken.’ Men vergeet hoe boeiend zo’n leven kan zijn

5 opmerkingen:

  1. Prachtig, Philippe.
    Daniël

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo’n mooi eerbetoon aan René…

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dank je Philippe. Zeer tekenend...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dat doet deugd te weten dat je zo verschillend kunt zijn en in de praktijk voor elkaar zo'n respect en intense band kunt ontwikkelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Carol, dochterken24 oktober 2023 om 23:14

    20 mei, dat is ook mijn verjaardag. Bedankt voor deze mooie woorden, ik heb gelachen, zie het helemaal voor me. Het mocht langer zijn, zijn leven, de verhalen. Maar we zijn heel dankbaar voor wie hij was en voor wat hij nalaat. Het was een rijkelijk gevuld leven. Tot in den draai mannen...

    BeantwoordenVerwijderen