zondag 26 mei 2024

De 'kloof' tussen unief en burger


      
Uit een peiling van het studentenblad Veto blijkt dat het personeel van KU Leuven sinds de vorige verkiezingen met meer dan 10 procent opgeschoven is naar links. De collectieve score van Groen, Vooruit en PVDA loopt op tot 64 %. Voor het Europees Parlement alleen scoort Groen  44,7 % terwijl die partij bij de laatste HLN-peiling 6,6 % scoort bij de gemiddelde bevolking.
     Groenen denken nu wellicht dat hun partijprogramma wetenschappelijker in elkaar zit en daarom wetenschappers aantrekt. Dat zou mij verwonderen. Rechts denkt misschien dat de universitaire aula’s nu tribunes zijn voor groene en linkse propaganda. Ook dat zou mij verwonderen. Zelfs Marc van Ranst onthoudt zich in de aula van politieke uitspraken.
     Het ergste lijkt mij dat die cijfers een kloof laten zien tussen unief en burger, en dat die een weerspiegeling is van een algemene kloof tussen ‘intellectuelen’ en ‘gewone mensen’. En zo’n kloof is gevaarlijk. Het is altijd al een beetje vervelend wanneer iemand anders denkt dan jijzelf, en als het dan bovendien een intellectueel is - pseudo-intellectueel zegt men dan - is het dubbel vervelend. Als de meerderheid van de intellectuelen anders denkt dan de doorsnee burgers, ontstaat rancune. Voor je het weet krijg je dan een opstoot van anti-intellectualisme, want dat is altijd al latent aanwezig.
     Vanwaar komt die vijandigheid tegen intellectuelen? Het heeft met afgunst te maken, zei een vriendin mij laatst. Ik geloof dat ook, want intellectuelen worden gezien als een bevoorrechte groep, als mensen die goed rondkomen en die makkelijk praten hebben. Maar er is een diepere bron van vijandigheid: het gevoel dat die gestudeerde lui het niet alleen beter hebben maar zich ook beter voelen dan de rest. Zelfs een milde arrogantie van die kant kan zorgen voor diepe haatgevoelens.
     Met de opkomst van het rechtspopulisme hoor je bij links-liberale intellectuelen wel eens dat men moet ‘luisteren’ naar de ‘gewone mensen’, dat men ze 
ernstig moet nemen. Tom Naegels wordt woedend van dat soort zelfkastijding, en hij heeft gelijk want ten eerste komt er nooit iets van in huis, ten tweede is het een uiting van lafheid, en ten derde is die voorgewende bereidheid om te luisteren op zich al een uiting van arrogante neerbuigendheid.
     Mochten de intellectuelen massaal hun eigen ideeën en waarden aan een rigoureus intellectueel onderzoek onderwerpen, dan zou de linkse dominantie veel minder groot zijn. Sommigen zouden na onderzoek links blijven, en anderen zouden van mening veranderen. Maar dat zal niet zo snel gebeuren omdat gewoontes, trends, bubbels en echoputten meer invloed hebben dan cerebrale analyses.
     Eigenlijk moeten we in de eerste plaats hopen dat ‘links’ zelf verandert. Hedendaags links heeft meer dan hedendaags rechts de neiging om politiek en moraal te verbinden. 
Links is voor mensen met een hart* – rechts is voor egoïsten. Als die morele eigenwaan dan samenkomt met een intellectueel superioriteitsgevoel, krijg je een cocktail die bij velen weerzin opwekt.
      Het is de dubbele arrogantie die mensen boos maakt. De Wever etaleert op arrogante manier zijn intellectuele superioriteit, maar hij doet nooit alsof hij moreel veel beter is dan zijn vakgenoten. Dat deden politici als Dehaene en Tobback ook nooit. En Conner Rousseau gaat nog verder: die is in niets superieur. Intellectueel argumenteert hij op het niveau van Deborah-aan-de-kassa en moreel stelt hij zichzelf voor als een racist-zoals-iedereen-die-zijn-best-doet-om-zijn-leven-te-beteren.
     Als we het gevaarlijke anti-intellectualisme terug willen dringen, moeten we af van de linkse intellectueel die zich moreel superieur waant. Dat is geen onmogelijke opdracht want die arrogantie zit niet noodzakelijk in het karakter zelf van de linkse intellectueel maar in een foutieve overtuiging over de verhouding tussen politiek en moraal. Zo’n overtuiging is geloof ik makkelijker bij te sturen dan een persoonlijk karakter of temperament. Linksen, en zeker de intellectuelen onder hen, mogen gerust denken dat ze het beter weten, maar het zou voor iedereen comfortabel zijn als ze stoppen met te denken, in hun diepste binnenste, dat ze beter zijn
     De anti-arrogantie remedie is trouwens ook van toepassing voor het gevaarlijke anti-kapitalisme. Als we dát terug willen dringen, moeten we af van de hautaine ondernemer die zichzelf verheven acht boven de mensheid in het algemeen en het klootjesvolk in het bijzonder. Nederige en tegelijk vastberaden ondernemers zouden in belangrijke mate kunnen bijdragen tot een heropleving van het kapitalistische ideaal. Arrogantie is een van geringste en bij sommigen een van de begrijpelijkste ondeugden, maar de rancune die ze oproept is een van de schadelijkste.

‘Links is voor mensen met een hart’ ... mocht dat waar zijn, dan zouden er aan de universiteit dus véél meer mensen met een hart zijn dan ergens anders in de samenleving, en zou hun aantal sinds de laatste verkiezingen met 5 procentpunt gestegen zijn. 

 

2 opmerkingen:

  1. De reden van het overmatig Groen! stemmende universiteitspersoneel moet niet zo ver gezocht worden. Een combinatie van 2 dingen:
    1/ de universiteit is een bubbel. Binnen die bubbel die noch rijk noch arm is, is een wereld van groene idealen aantrekkelijk. Het is al vaak aangetoond dat een verhoging van de levensstandaard tot meer aandacht leidt voor millieu. Om maar iets te zeggen, neem de Amerikaanse staten, daar waar je de hoogtechnologie en research hebt, heb je ook hogere millieu-eisen (bijvb Californië; de Research Triangle in North Carolina; New England met o.a. Boston). De groenen in België hebben dat vaak niet begrepen, zij zouden economische ontwikkeling moeten aanzwengelen om hun groene agenda te realiseren.

    2/ universiteitspersoneel is vaak weliswaar gespecialiseerd in academische disciplines, maar ze zijn daarom niet algemeen slim. Bijvb je kan wel een bekwaam virus-laboratorium leider zijn, maar dat is geen indicatie van algemeen inzicht en verstand. Net zoals je een bekend zanger, schrijver of kunstenaar kan zijn, dat geeft geen bijzondere kennis of inzicht in andere gebieden. Het probleem is dat academisch personeel zichzelf nogal eens overschat (zie vorig punt bubbel).

    Het goede is dat academisch geschoolden die wel breder bekwaam zijn en zich niet laten inkapselen in dat bubbel-denken vaak wel enorm goed voor de dag kunnen komen. Academisch geschoold zijn op zichzelf is meestal een voordeel.
    Ik zou voorbeelden kunnen geven bij elke categorie, maar waarschijnlijk kan de lezer hiet zelf gemakkelijk voorbeelden van vinden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In uw stukje over Bruno Vanobbergen gaf u uw visie op wat er zou moeten gebeuren in het onderwijs. Ik ben het daar zeer grondig mee eens, maar tegelijkertijd zou ik eraan willen toevoegen dat uw remediëring nooit zal toegepast worden in de totaliteit van het onderwijs. Daarvoor is er te veel veranderd sinds de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Inzet, ernst, discipline en autoriteit zijn achterhaalde begrippen geworden tijdens de afgelopen halve eeuw. Een van de oorzaken daarvan behandelt u in dit stukje van zondag 26 mei. De academisch wereld, die in grote mate het onderwijs aanstuurt en vormgeeft, is zeer links geworden en het verwondert me niet dat de Groenen daar veel succes hebben. Deze mentaliteit vindt haar oorsprong in de late jaren zestig toen er een merkwaardige “blend” ontstond tussen antiautoritaire tendensen, diverse vormen van socialisme en de alomtegenwoordige hippiemode. Dat botste aanvankelijk geweldig met de overheden van die tijd, maar langzamerhand ruimden die het veld en de nieuwe generatie kon de lakens uitdelen. De oude deugden werden opgeofferd aan de nieuwe idealen: inclusie, gelijkheid en welbevinden.
    Bovendien zijn we allemaal gemakzuchtig geworden in deze wereld vol elektronische gadgets waarop we te allen tijde en voor alles beroep kunnen doen. Als je over de onderwijsproblematiek spreekt en aanhaalt dat lees- en schrijfvaardigheid, kennis van vreemde talen en wiskunde zo achteruitgaat dan krijg je het antwoord: “Is dat tegenwoordig nog wel echt nodig? Er zijn toch apps en computers…” Kortom: heel wat mensen zien blijkbaar het belang niet meer in van de remediering die u voorstelt.
    Ik vind dit een tragische evolutie. In het Verre Oosten – Singapore, China, Japan, Vietnam- schijnt men wel begrepen hebben dat de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen uiterst belangrijk zijn. Hier zijn er natuurlijk ook mensen die deze evolutie veroordelen en ik kan me goed voorstellen dat er ernstig wordt nagedacht over privé-onderwijsinrichtingen waar men de Old School principes in ere herstelt. Maar dat zal niet voor iedereen weggelegd zijn en de kloof tussen elite en burger zal nog dieper worden dan ze al is.
    Groetjes, Marcus

    BeantwoordenVerwijderen