woensdag 6 januari 2021

Waarom schrijven virologen geen columns?


         Vandaag las ik een interview (hier) met immunoloog Hans-Willem Snoek, van de universiteit van Columbia, zoals de studenten van Karel van het Reve die instelling noemden. Snoeck beweert dat

  1. een derde besmettingsgolf dreigt,
  2. terugkerende reizigers geen bijzonder groot gevaar vormen,
  3. de heropening van de scholen dat wel doet,
  4. men in de zorgcentra het personeel eerst moet vaccineren en dan pas de bewoners,
  5. vaccinatie niet alleen de ziekte tegenhoudt maar hoogstwaarschijnlijk ook de virusverspreiding afremt; dat wetenschappelijk bewijs voor dat laatste nog ontbreekt, betekent niet dat het onwaarschijnlijk is,
  6. men beter meerdere vaccinatiestrategieën had voorbereid, zodat men in het licht van veranderende omstandigheden of buitenlandse ervaringen kon overschakelen van de ene op de andere,
  7. er een verschil bestaat tussen de afgewogen beslissing om de scholen open te houden en de bewering dat de scholen geen probleem vormen,
  8. de experten die het beleid adviseren in hun communicatie niet alleen wetenschappelijke overwegingen laten meespelen.

Van bewering (1) - (4) heb ik geen idee of ze waar zijn. Dat kan ik, die niets van geneeskunde afweet, onmogelijk beoordelen. En de argumentatie die Snoeck geeft is summier. Standpunten en argumenten (5) - (8) daarentegen kan ik wel degelijk min of meer toetsen aan het gezond verstand en de logica. Van al díe beweringen geloof ik inderdaad dat ze waar zijn.  En dan zegt Snoeck nog iets anders dat ik tot mijn verbazing niet vaak hoor en lees.

(9)    ‘Het komt wél op een week,’ zegt hij. ‘Zeker omdat het nu écht de moeite waard is: er is licht aan het einde van de tunnel. De doden die tijdens de eerste golf niet zijn gevallen, vielen in november alsnog. Maar de doden die we nu voorkomen, vermijden we écht.’

Als de vaccins doen wat ze beloven, is dat een correcte redenering (zie ook hier). De verschillende golven maatregelen die we tot nu toe hebben gekend, deden niets meer dan de epidemie spreiden in de tijd. Ik kom weinig buiten, behalve om boodschappen te doen, maar mijn vrouw werkt meestal buitenshuis en neemt de trein, en mijn zoon doet stage in verschillende ziekenhuizen. Het was tot nu toe een kwestie van tijd wanneer ik een besmetting zou oplopen. Hoe voorzichtiger ik was, hoe langer ik die misschien kon uitstellen, maar vroeg of laat moest ik eraan geloven, en hopen dat ik er zoals de meesten van mijn leeftijd – 65 – zonder grote kleerscheuren door zou komen en daarna immuun zou zijn. Was al die voorzichtigheid dan wel de moeite, vroeg ik mij soms af. Zou wat meer epicurische ataraxie of moslimse insjallah niet beter zijn?
     Maar nu denk ik: nog enkele maanden, en ik kan mijn ouders weer bezoeken zonder dat ik hun leven gevaar breng. Ik kan weer op pianoles, of afspreken met oud-collega
s in het café voor de school, dat alles met een risico dat niet veel groter is dan dat ik bij het rijden naar die bestemmingen verongeluk. En véél maanden moet ik niet wachten. Als (5) juist is, zie ik niet in waarom de versoepeling niet al kan beginnen terwijl de vaccinatie nog loopt, ook vóór de fameuze groepsimmuniteit is bereikt.
     Vandaag zien we virologen die in televisie- en kranteninterviews ongeveer dagelijks dezelfde dingen herhalen. Ze spreken in soundbites die ons moeten alarmeren, geruststellen of tot een bepaald gedrag moeten aanzetten. Wie wil, kan daarnaast het internet afzoeken op wetenschappelijke artikels over de varianten van het virus en andere technische kwesties. 
     Als onverbeterlijke middlebrow*, zou ik graag iets hebben tussen die twee uitersten. Als die virologen nu eens hun soundbite-interviews beperkten, en een wekelijkse column schreven over dingen zoals (1) tot (9). Zo moeilijk is dat niet. Ze mogen daarbij gerust wat metaforen gebruiken. Zolang ze maar elke week iets anders schrijven, een ander deelprobleem behandelen en in gewone mensentaal iets zeggen over het hoe, het waarom en het waarom niet. En daarbij een logica hanteren die een leek kan beoordelen. Misschien kunnen ze zelfs in debat gaan met elkaar. Of zou dat verwarring zaaien?

  

* Volgens Oxford Languages: ‘having only a moderate degree of intellectual application.’ 

3 opmerkingen:

  1. Vooral dat heb ik onthouden: "Vandaag zien we virologen die in televisie- en kranteninterviews ongeveer dagelijks dezelfde dingen herhalen. Ze spreken in soundbites die ons moeten alarmeren, geruststellen of tot een bepaald gedrag moeten aanzetten."
    Inderdaad, tot vervelens toe. Altijd datzelfde riedeltje. En tot overmaat van ramp vraagt men dan ook nog eens aan de kindjes in de klas wat zij van heel de situatie vinden. En aan hun mama. En aan de juffrouw. En aan de schooldirecteur.
    Ik kijk niet meer naar het dagelijkse televisienieuws.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Diegenen die iets te zeggen hebben durven nu al amper te prevelen laat staan dat ze hun mond wagenwijd zouden opendoen en diegenen die dagdagelijks op het scherm hun eigen ego zitten of staan te kussen hebben het spreken al lang verleerd laat staan dat ze er ook nog bij zouden nadenken.

    JLeu

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Counting the Cost of COVID-19 on the Global Tourism Industry, 436 blz doorgedreven wetenschappelijke studie over de gevolgen van covid-19 voor een sector die 10% van de werkgelegenheid in de wereld vertegenwoordigt. Geschreven door godbetert drie negers. Ziet ge het de 'wilde zalmen' al doen?

    JLeu

    BeantwoordenVerwijderen