Voorspelling over de Arizona-onderhandelingen
Zullen de regeringsonderhandelingen eindigen met een coalitie of met een mislukking. Ik heb een bepaalde voorspelling in het achterhoofd, maar ik wacht tot na het verstrijken van de deadline om die kenbaar te maken. Mijn voorspelling rust namelijk op enkele hypotheses over het tactische spel dat De Wever en Rousseau spelen. En ik wil dat spel niet beïnvloeden.
Magda Michielsen en het feminisme
Ik weet wel dat Marc Reynebeau haar ooit omschreef als een ‘gepensioneerde die vergeten is hoe dat precies werkt, die wetenschap,’ maar ik ben voor de zekerheid toch gaan luisteren toen Magda Michielsens in Mechelen haar nieuwe boek voorstelde: Even verlicht – Zes vrouwelijke filosofen en hun impact op de wereld. Ik heb het boek daarna ook in één ruk uitgelezen.
Michielsens vertelde op de voorstelling, en het staat ook in haar boek, dat vijf van de zes voorgestelde vrouwen zich niet als feministe presenteren: Rosa Luxemburg, Ayn Rand, Hannah Arendt, Susan Neiman en Martha Nussbaum. Badinter doet dat wel, maar de laatste tijd vooral om zich af te zetten tegen het onnozele feminisme van de woke-beweging.
Ik moet dat aan mijn feministische vriendin Maria vertellen, dacht ik. Maar mijn tweede gedachte was, zoals altijd: wat is dat feminisme nu eigenlijk? De opvatting dat vrouwen dezelfde rechten moeten hebben als mannen? Ja, dat vind ik ook. Dat álle verschillen tussen mannen en vrouwen zijn opgedrongen door een patriarchale cultuur? Dat betwijfel ik. Dat de relaties tussen mannen en vrouwen vooral een kwestie zijn van machtsverhoudingen? Ik hoop van niet. Dat elk maatschappelijk verschijnsel vooral moet worden getoetst aan de gendergelijkheid? Maar is dat geen erg eentonige bezigheid? Ten slotte: dat mannen en vrouwen evenveel taken moeten opnemen in het huishouden? Dan zal ik toch eerst even nadenken hoe dat takenpakket in zijn geheel kan worden beperkt.
Petra De Sutter als rector
Boudewijn Bouckaert reageerde scherp de kandidaatssteling van Petra De Sutter voor het rectorschap van de UGent. ‘Oeioei, dan wordt de universiteit niet alleen 'Judenrein', zoals nu al het geval is, maar wordt het Rectoraat gewoon overgedragen aan Hamas. De Petrhamas University.’ Een lezer reageerde: ‘Niet teveel overdrijven, hé.’ Daarop antwoordde Bouckaert: ‘Natuurlijk overdrijf ik. Dat ligt in de aard van FB-posten.’ En daarna zet hij op zakelijker toon uit waarom hij die kandidatuur een slechte zaak vindt.
Ik ga daar niet mee akkoord, dat ‘overdrijven in de aard van FB-posten’ ligt. Je kunt ook kort en zakelijk reageren, zoals bijvoorbeeld Paul Cordy deed: ‘Sowieso is het al een slecht idee dat een oud-minister die functie opneemt omwille van het veel te sterke politieke karakter van zo’n figuur (ik vond dat zelfs bij Torfs terwijl die als senator nog zijn eigen vrolijke zelve was). Dat dat dan nog iemand moet zijn die ideologisch het voortouw neemt in de cultuuroorlog is helemaal een ramp. De hele universiteit daarmee een expliciet partijpolitiek etiket geven daar bewijs je de instelling geen dienst mee.’
Nu moet ik toegevegen: Cordy schreef dat als reactie op de oorspronkelijke overdrijving van Bouckaert. Er waren in totaal 92 reacties. Dus ja, de overdrijving heeft ‘gewerkt’. Zelf blijf ik voorstander van zakelijke FB-posts die ook tegenstanders aan het nadenken kunnen zetten, of écht humoristische posts, die de medestanders aan het lachen kunnen maken. Dan mag het ironisch, sarcastisch, cynisch en ook wel eens platvloers zijn.
Nazigroet
Op x.com ziet L.C. een correlatie tussen ‘mensen die graag deportaties willen’ en ‘mensen die overtuigd zijn dat Musk geen nazigroet deed.’ Het omgekeerde is ook waar. Er is een correlatie tussen ‘mensen die geen deportaties willen’ en ‘mensen die overtuigd zijn dat Musk wél een nazigroet deed.’ Die correlaties zijn een feit. Ik kan er mij echter moeilijk bij neerleggen. Ik hoop dat er op die correlaties zoveel mogelijk uitzonderingen zijn.
Aanslag op Pim Fortuyn
Rechts zag de aanslag op Pim Fortuyn als een gevolg van de heftige beschuldigingen van linkse mensen tegen de ‘fascistische’ politicus. Politicus en programmamaker Marcel van Dam bijvoorbeeld had Fortuyn een ‘buitengewoon minderwaardig mens’ genoemd en vergeleek hem met Adolf Eichmann. Het was heel redelijk van rechts om te veronderstellen dat dergelijke demonisering een rol speelde bij de aanslag. Het was echter een smet op het rechts blazoen dat er ook een juridische aanklacht tegen Van Dam werd ingediend. Van Dam had het volste recht om zijn tegenstander voor ‘nazi’ of wat dan ook uit te maken. Gelukkig heeft de rechtbank ook zo geoordeeld in deze zaak van ‘haatspraak’.
Bij wijze van spreken
Ik hou van de uitdrukking ‘bij wijze van spreken.’ Ik gebruik en misbruik ze zelf wel eens. Een van de mooiste vind ik in het onderschrift bij een Peter van Straaten-tekening. De vrouw begeleidt haar minnaar naar de voordeur en zegt: ‘En de groeten aan je vrouw, bij wijze van spreken.’
Bloemetjes en bijtjes
Een zachte manier om kinderen enkele harde waarheden over geslachtelijke voortplanting bij te brengen zou er naar het schijnt uit te bestaan om eerst over de bloemetjes en bijtjes te vertellen. Het is ooit anders geweest. Hoe de bloemen het ‘deden’ werd indertijd door Linnaeus uit de doeken gedaan. In zijn uitleg kwamen er mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen – meeldraden en stampers – voor. De verontwaardiging was groot. Alsof God in zijn natuur dergelijke ontucht zou toelaten. Een Peterburgse botanist, vertelt Egon Friedell, schreef dat zo’n onkuise theorie nooit aan jonge leerlingen mocht worden onderwezen.
Deepseek
Wie de prachtfilm Social Network (2010) heeft gezien, herinnert zich misschien de openingsscène. Student Mark (Zuckerberg) heeft een afspraakje met een andere studente, zekere Erica.
- Mark: Did you know there are more people with genius IQ’s living in China than there are people of any kind living in the United States?
- Erica: That can’t be true.
- Mark: It is true.
- Erica: What would account for that?
- Mark: ‘Well first of all, a lot of people live in China.’
Haas, jager, veld
Wie de prachtfilm Trial at Nuremberg (1961) heeft gezien, herinnert zich misschien de scène waarin Montgommery Clift in de getuigenbank zit. Ik ben geen grote fan van Clift, maar hier is hij briljant. Hij speelt de rol van een zwakbegaafde die door de nazi’s werd gesteriliseerd in het kader van hun eugenetica beleid. Hij kan zich goed en genuanceerd uitdrukken, krijgt de lachers op zijn hand, vertelt over zijn vader die communist was, en geeft bij alles blijk van een verfijnd gevoelsleven.
De advocaat die de nazi-rechters verdedigt is Maximian Shell. Ik ben geen grote fan van Shell, maar hier is hij briljant. Hij vertelt welke test de nazi’s gebruikten om zwakbegaafdheid van iemand vast te stellen. Zo iemand moest een eenvoudige opdracht uitvoeren. ‘Vorm een zin met de woorden haas, jager en veld.’
Eigenlijk is die opdracht niet zó eenvoudig. Ze verreist dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘taal’ en ‘metataal.’ Het eerste deel van de zin is taal, en het tweede deel van de zin – haas, jager en veld – zijn ‘metataal’. ’t Is wat we leerden bij professor Debrock. ‘Tout le monde comprendra la phrase ‘Jean est un petit garçon’, mais pas tout le monde comprendra la phrase ‘Jean est le sujet de la phrase.’
Je zag in de film de wanhoop van het zwakbegaafde personage dat tegen zijn grens aanbotste. Het is ongeveer de wanhoop die ik voel als ik de voetnoot probeer te begrijpen in Nozicks Anarchy, State and Utopia, p. 239. Nozick legt het verschil uit tussen envious, jealous, begrudging, spiteful en competitive. Ik begrijp het verschil tussen die woorden, maar ik kan de uitleg van Nozick nooit in zijn geheel overzien. Nozicks taal is eenvoudig, maar hij gebruikt voor mij een dimensie te veel. Zoals die metataal voor het personage van Clift een dimensie te veel is.
Maria Theresia en de verboden boeken
Op de lagere school leerden we over de wijze Keizerin Maria Theresia (1717-1780) die vanuit Oostenrijk ons land met milde hand bestuurde. Ze werd daarbij geholpen door de goede Karel van Lotharingen die als landvoogd optrad. Nu was Maria Theresia wel mild maar niet gek, en ze verbood alle boeken die een bedreiging konden vormen voor de katholieke godsdienst of de keizerlijke macht. Helaas werden die boeken – juist omdat ze verboden waren – nog aantrekkelijker dan ze zo al waren. Toen liet Maria Theresia zien hoe wijs ze wel was. Ze verbood het publiceren van de lijst van verboden boeken. Het was gedaan met gratis reclame.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten