dinsdag 14 december 2021

Politieke bochten


    Laatst zag ik Raoul Hedebouw, de zoon van Hubert ‘Berten’ Hedebouw*, op televisie. Die jongen heeft het tot voorzitter van de PVDA gebracht. Hem werd onder andere gevraagd of hij akkoord ging met de coronaversoepelingen die Jambon had voorgesteld voor de cultuursector. ‘Ha ha ha,’ antwoordde Raoul, ‘de vraag is, ha ha ha, welke Jambon dat heeft voorgesteld, die van vandaag, die van een week geleden, of die van, ha ha ha, morgen.’ Ik ben niet ongevoelig voor de impliciete boodschap van zo’n optreden. ‘Wij, communisten, zijn geen zuurpruimen meer zoals in de tijd van Kris Merckx. Bij ons wordt lol getapt.’ Dat kan best waar zijn. Maar toch stoorde het mij dat hij geen antwoord gaf op de vraag over versoepelingen in de cultuursector. Raoul leek wel een échte politicus.
     Je kunt Raoul niet kwalijk nemen dat hij een politieke vijand het verwijt van bochtenwerk maakt. Hij volgt daarin de journalistiek die ook graag over bochten spreekt: ‘de bocht van CD&V’, de ‘bocht van Vandenbroucke’, de ‘bocht van vul-maar-in’. Dat klinkt lekker dramatisch. Misschien gaat er wel één uit de bocht, denkt de lezer dan, zou dat niet spannend zijn? Het lijkt formule 1 wel en we weten allemaal hoe opwindend dat kan zijn, vooral als er een jongen in meedoet die in Hasselt geboren is.
     Zelf heb ik weinig bezwaar tegen een mooie scherpe bocht af en toe, vooral niet als die bocht mij goed uitkomt. Als morgen Tinne Van der Straeten plots vindt dat de kerncentrales open moeten blijven, zal ik goedkeurend knikken, bocht of geen bocht, net zoals ik nu zuur kijk als Lachaert plots vindt dat de kerncentrales toch toe moeten. Ik neem hem dan niet kwalijk dat hij een bocht neemt, maar dat hij juist die bocht neemt.
     De bocht van Jambon van enkele weken geleden – men sprak ook van een jojo-manoeuver – heb ik maar half gevolgd. Het had iets met het coronabeleid te maken. Jambon had geloof ik liever dat men massa-evenementen beperkte dan dat men de scholen sloot. Ik geef hem geen ongelijk. Maar nu we over coronabeleid spreken: wat is dat ooit anders geweest dan bocht op bocht op bocht? Verstrengen-versoepelen-verstrengen-versoepelen. Je kon het vergelijken met wat men in de economie een anticyclisch beleid noemt.
     Ik heb daar niet veel moeite mee. Het is beter dan alleen maar verstrengen-verstrengen of alleen maar versoepelen-versoepelen. Men heeft het heel even anders geprobeerd. Toen de regering iets meer dan een maand geleden haar ‘bescheiden maatregelenpakket’ voorstelde, leek het of men van de bochten af wilde. De Croo kwam op televisie een geheel nieuwe boodschap verkondigen: geen strenge of soepele maatregelen, maar maatregelen die men lang vol zou kunnen houden.’ ‘Verdorie,’ dacht ik, ‘men gaat hier warempel de Zweedse filosofie overnemen.’
     Maar het heeft niet lang geduurd. De maatregelen die men lang vol had willen houden heeft men niet lang … euh … volgehouden. Na twee weken was alweer een bocht genomen. De stijgende cijfers op intensieve zorgen, daar kon je nu eenmaal niet in een bocht omheen.

* Zie ook een van mijn oudste stukjes hier.

1 opmerking:

  1. Hedebouw is een demagoog te ver. Een communistische Van Rossem.

    De Vlaamse onderstroom heeft (gedeeltelijk) veranderingen ondergaan, van behoudend naar ecologisch, modernistisch. Maar de ondertoon blijft praktisch, pragmatisch, no-nonsense, niet ideologisch.
    Het communisme is iets heel anders en zal altijd beperkt blijven, niettegenstaande een harde kern.

    Wallonië is een heel ander geval. De ondertoon daar is links-activistisch, de beuk erin.

    BeantwoordenVerwijderen