zaterdag 5 november 2022

Nog meer schelden op politiek links (3)*


Het nadeel van politieke scheldwoorden is dat ze ordinair zijn, mensen kwetsen, berusten op veralgemeningen en als cliché tekenen van sleet vertonen.. De scribent van stand gebruikt liever woorden van eigen vinding zoals ‘lifestylebijdrage-links’ of ‘rechtse schedelmeterij’. Het voordeel van sleetse clichés is dan weer dat ze prikkelen tot commentaartjes. 

Saloncommunist. Ook ‘Gauche caviar’ in francofone gebieden en ‘grachtengordel-links’ in Nederland. Het woord verklaart zichzelf. Gisteren vroeg mijn vader (99) mij wat ‘woke’ eigenlijk betekende. Na enig nadenken zei ik dat het een moderne vorm van saloncommunisme was. ‘Veel Hollywoodmensen zeker?’ vroeg mijn vader. ‘Zoals in mijn tijd Lucille Ball en Edward G. Robinson, en Katherine Hepburn, die van een rijke familie was.’ ‘Ja,’ zei ik, ‘Hollywood en de Amerikaanse universiteiten.’
De samenstelling met ‘salon’ kan eventueel aangepast worden om ze tegen rechts te gebruiken. Rechtsliberalen en conservatieven eisen natuurlijk volledig rechtmatig hun plaats op in de salons. De salons zijn nu eenmaal van hen. Rechtspopulisten daarentegen kun je wel verwijten dat ze ‘salofähig’ zijn. Die rechtspopulisten, wordt gesuggereerd, horen thuis op straat, zijn niet op hun plaats in het salon, maar ze zijn er geïnfiltreerd om invloed te winnen. Ze zijn, zoals het heet, 
fascisten in maatpak, al dragen ze meestal confectiepakken zoals iedereen.

Antifa. Scheldnaam, ook geuzennaam, voor antifascistische actievoerders. Er is weinig continuïteit tussen enerzijds de antifascisten van voor en tijdens de oorlog, waarvan er velen in de gevangenis terecht kwamen of gedood werden, en anderzijds de antifascistische comités die vanaf de jaren 70 werden opgericht door soixant-huitards – tiens, nog een scheldwoord – die het fascisme alleen kennen van horen zeggen en die aan het begrip hun eigen, brede, invulling geven. De acties van dergelijke comités bestaan uit ‘tegenbetogingen’ waarbij een bepaald segment van die betoging zich baldadig gedraagt. Het woord ‘antifa’ slaat vooral op hen.  Het is geen organisatie, zoals Trump schijnt te denken, of een idee, zoals Biden schijnt te denken, maar het refereert aan het gedrag van een stelletje heethoofden met maskers, hoodies, stokken en zwarte vlaggen. Een aantal van die heethoofden worden later leraar, provinciegouverneur of diplomaat.

SJW. Social Justice Warrior. Ironische omschrijving van iemand die van de sociale strijd zijn levenstaak maakt. Wat de conservatief of rechts-liberaal een fact of life lijkt, wordt in de ogen van de warrior een te bekampen onrecht. In de film The Duke geeft Jim Broadbent een bijzonder sympathieke invulling van het type. De social justice warrior zal zichzelf liever een ‘activist’ noemen. Die laatste term wordt soms smalend door tegenstanders overgenomen, wat het tegenovergestelde is van wat gebeurt met geuzennamen.

Omgekeerde racist. Geen scheldwoord dat lekker bekt. Ik hoorde het verwijt voor het eerst, lang geleden, van een heel rechtse Amerikaan. ‘Of course there are a lot of racists in America,’ zei hij, ‘and they are all black.’ Het verwijt van omgekeerd racism verwijst dus naar racism van zwarten tegenover blanken (of Aziaten). Het bestaan van omgekeerd racisme wordt soms ontkend. Ik hoorde ooit een zwart meisje op te televisie wanhopig argumenteren dat zwarten wel konden discrimineren, maar niet racistisch konden zijn. Dat vond ik raar. Moest dat niet omgekeerd zijn: dat zwarten wel racistisch konden zijn, maar vaak in een maatschappelijke positie verkeerden waarin ze geen macht hadden om blanken te discrimineren? Ik vrees dat het meisje zich meer liet leiden door de gevoelswaarde van de woorden dan door de eigenlijke betekenis ervan.
Facebook heeft enige tijd geleden beslist om milder te zijn voor anti-blanke uitvallen dan voor anti-zwarte uitvallen. De reden was geloof ik dat minderheidsgroepen het zo moeilijk genoeg hadden**.

En dan zijn er nog enkele vaak voorkomende collocaties met ‘links’.

Dom links. Wordt vaak gebruikt door iemand die in het politieke centrum staat. Het woord suggereert dat er naast een dom links ook een verstandig links bestaat. Misschien is dat zo. Zeker is dat er er naast domme linkse mensen ook heel verstandige linkse mensen bestaan. Wie dát ontkent is … euh … niet erg slim. 
Regressief links. Wordt gebruikt door linkse oud-strijders die met lede ogen toezien hoe woke ten strijde trekt tegen de oude idealen van secularisme, vrije meningsuiting en kleurenblinde beoordeling van mensen. 
Identitair links. Wordt gebruikt door dezelfde linkse oudstrijders van hierboven. Oorspronkelijk werd ‘identitair’ als zelfbeschrijving gebruikt door radicaalrechtse bewegingen die de autochtone identiteit exclusief en absoluut opvatten. Nu blijkt een deel van links zich zeer verzoenend op te stellen tegen bewegingen die de allochtone identiteiten exclusief en absoluut opvatten.  
Linkse kerk. Het woord is in omloop gebracht door Pim Fortuyn. Het verwijst naar de dominantie van de politiek correcte en woke ideeën binnen een zekere elite. Of men die dominantie voor een feit dan wel een hersenspinsel houdt, hangt af van de eigen plaats die men op het politieke spectrum inneemt*. (zie in mijn vorige stukje onder ‘elite’ en journaille’).

 

* Zie ook mijn stukjes hier en hier.

**Zie over die Facebookbeslissing mijn stukje hier.

** Zie mijn stukje hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten