woensdag 21 juni 2023

Notities bij de asielkwestie


Al het leed van de wereld
We kunnen niet al het leed van de wereld dragen is een wijsheid die door links vaak wordt vergeten en door rechts vaak als excuus wordt gebruikt. (Clericks Bond zonder naam)

De Oegandese homoseksueel of de Afrikaanse klimaatvluchteling
In De Afspraak van 13 juni probeerde staatssecretaris De Moor ons duidelijk te maken wat we ons bij vluchtelingen moesten voorstellen. We moesten denken  een ‘Iraanse feministe en een Oegandese homoseksueel die de doodstraf riskeren.’ Die gevallen gaan naar de kern van mijn asielopvatting. Maar in de radicaal-linkse opvatting zouden we onze grenzen ook moeten openstellen voor bijvoorbeeld ‘klimaatvluchtelingen’. Aangezien links de klimaattoekomst nogal somber inschat, vraag ik mij af of ze al een ruw cijfer hebben van dat soort vluchtelingen in de toekomst. De verwachting is dat Afrika in 2050 ongeveer 2,5 miljard mensen zal tellen. Blijven we dan onder het miljard klimaatvluchtelingen? Onder de 500 miljoen?

‘Spontane’ instroom
In dezelfde uitzending leek De Moor akkoord te gaan met veel van wat Koopmans zei, maar ze vond wel dat er ‘altijd een spontane instroom zou blijven bestaan’. Dat is waar. Zo’n spontane instroom kan nooit helemaal worden gestopt noch door het Australische Model, noch door het Canadese Voorbeeld, noch door de Deense Aanpak, noch door de Oost-Berlijnse Methode. Maar dan spreken we van een illegale instroom onder de radar die vermoedelijk niet meer dan 1 of 2 procent van de huidige zal omvatten. 

Genereus asielbeleid
Links is voorstander van een ‘genereus’ asielbeleid, waarbij onze eigen egoïstische belangen moeten wijken voor grotere noden dan de onze. Zouden linkse mensen dan gemiddeld empathischer zijn dan rechtse mensen? Ik denk het wel. Betekent dat dat ze ook altruïstischer zijn? Dat kan. Maar rechtse mensen zijn misschien rationeler in hun altruïsme. In de autistische logica van het ‘effectieve altruïsme’ kunnen we alle geld dat nu in asielopvang wordt gestopt, desnoods vermeerderd met 20 procent, beter besteden aan malariabestrijding, of aan luxueuzere tenten voor ‘vluchtelingenopvang in eigen streek’. Het compromis voor asielbeleid zal ergens moeten liggen tussen autisme en empathie, meer dan tussen egoïsme en altruïsme. En als dat compromis er eenmaal is, dan pas kun je spreken van een ‘humanitaire plicht’, want dan heeft die een concrete inhoud, weet je waar die plicht begint en waar ze eindigt. 

Deugmaatschappij
De linkse ‘deugmens’ wil niet alleen zelf deugen, hij wil ook in een deugmaatschappij leven. Te leven in een maatschappij die iets tastbaars doet voor asielzoekers door ze huisvesting te verlenen enzovoort, dat vindt de linkse ‘deugmens’ een prettige gedachte. Ik begrijp dat. Ik vind het ook een prettige gedachte te leven in een maatschappij waar fatsoen, verdraagzaamheid en welwillendheid de norm zijn. Maar ik ben daar als rechtse ‘deugmens’ allemaal wat minder veeleisend in.

Islamboek
Ik heb het asielboek van Koopmans liever gelezen dan zijn islamboek. Het zijn nochtans twee boeken die allebei met vergelijkbare onderzoeksmethodes een centrum positie opzoeken. Zelf ben ik centrum waar het de islam betreft en rechts waar het asiel betreft.  Het islamboek bevestigde mij in opvattingen die ik al had, het asielboek daagde mij uit – wat een intensere ervaring oplevert. Ook biedt het asielboek geloofwaardige oplossingen. Voor de islamkwestie zal de tijd zijn werk moeten doen. 

Whishful thinking
Een van de leuke eigenschappen van Koopmans’ boek is dat je er weinig whishful thinking in aantreft. Ik heb dat graag: auteurs die onprettige waarheden onder ogen zien, moeilijke tegenargumenten niet verzwijgen of verdraaien, demagogie, emotie en sofismen schuwen, en hun eigen redenering volgen wherever the argument leads. Boeken waarin de auteur het zichzelf gemakkelijk maakt, lees ik hoogstens diagonaal.

Historische vergelijkingen
Vergelijkingen kunnen verhelderen en versluieren. Koopmans maakt, om onze ‘humanitaire verplichting’ te verduidelijken, een vergelijking tussen enerzijds de huidige oorlogsvluchtelingen en anderzijds de Joden uit de nazi-tijd die tevergeefs probeerden asiel te krijgen in de democratische buurlanden. Maar dat is een vergelijking die erg mank loopt, al was het maar omdat we nu weten wat er die Joden te wachten stond. Je zou de Syrische oorlogsvluchtelingen voor hetzelfde geld kunnen vergelijken met de miljoen Belgen die in WO I naar Nederland vluchtten, om een paar maanden later terug te keren. Ook die vergelijking loopt mank. 

Elk zijn deel
Voor veel mensen komt rechtvaardigheid grotendeels neer op ‘elk zijn deel doen’. Dat is een instinct dat mij in de meeste situaties vreemd is. In elk geval is de regel niet makkelijk toepasbaar in onze moderne, grootschalige wereld. Door de Syrische burgeroorlog waren er meer dan 13 miljoen vluchtelingen, de helft daarvan binnen Syrië zelf. Turkije met zijn 70 miljoen inwoners ving 3,6 miljoen Syriërs op, en Europa met zijn 580 miljoen inwoners ving er 2 miljoen op. Heeft Europa dan mathematisch ‘haar deel gedaan’? Zeker niet. Turkije had volgens de mathematische logica 0,6 miljoen Syriërs moeten opvangen en Europa de andere 5 miljoen. Wie een beetje nadenkt kan zelf wel drie of vier redenen bedenken waarom dat geen realistische verdeelsleutel is. Onze ‘solidaire plicht’ wordt in werkelijkheid bepaald door niet veel meer dan het compromis tussen rechts en links dat Koopmans aanprijst, waarbij rechts gerust meer zal willen doen dan een symbolisch gebaar, en links gerust minder zal willen doen dan wat het mathematische aandeel vereist.

Quota
In zijn wezen is het voorstel van Koopmans een kwestie van quota, af te spreken tussen pro-migratie links en anti-migratie rechts. Ik denk dat rechts de idee van quota makkelijker kan aanvaarden dan links. Quota, zal links redeneren, zijn cijfers, en vluchtelingen zijn mensen, geen cijfers. Bovendien zal links vrezen dat die quota, na het politieke gebakkelei, wel eens veel lager zouden kunnen liggen dan de huidige loterijcijfers.

Legale migratie en bootvluchtelingen 
In De Standaard stond vandaag een stuk van Ine Roox over het drama van de vluchtelingenboot die gezonken is in de Griekse wateren. Ze vertelt van haar goede vriend Charbel die uit Syrië gevlucht is, ook per boot, als deserteur uit het Syrische leger. Charbel is een modelimmigrant die goed Nederlands praat, nooit klaagt over racisme, wil werken, en geen strafblad heeft. Roox denkt dat veel Syriërs ongeveer zijn zoals Charbel. Ik denk dat ze gelijk heeft. Ook heeft ze gelijk als ze beweert dat schelden op mensensmokkelaars al te simplistisch is. Die smokkelaars spelen gewoon in op een behoefte.’
      Met één zinnetje echter kan ik echter niet akkoord gaan. ‘Op de vraag waarom mensen als Charbel in gammele bootjes naar Europa blijven stappen, is het antwoord eenvoudig: omdat er nauwelijk legale manieren zijn om naar Europa te komen.’ Het is de suggestie die in de zin vervat zit, die mij tegenstaat: dat er geen mensen meer in gammele bootjes zouden stappen als die legale manieren wel bestonden. Dat is niet zo, behalve als je de grenzen helemaal openzet, wat ongeveer niemand durft voorstellen. Zodra je de grenzen gedeeltelijk sluit –  en met tientallen miljoenen migratiekandidaten in Afrika is dat de enige mogelijkheid* –  heb je naast mensen die je toelaat, ook mensen aan wie je de toegang ontzegt. Die zullen in de bootjes blijven stappen, mét enkele procenten kans op verdrinkingsdood, en mét een grote kans om zich na de oversteek blijvend in Europa te vestigen, legaal of illegaal. Behalve ... zie het voorstel van Koopmans**.

Walter Zinzen
Ik zag laatst op de sociale media een beeld van Walter Zinzen voorbijflitsen die tekeer ging tegen het Westen, dat verantwoordelijk was voor de miserie in de arme landen, en dat daarna moeilijk deed als de bewoners van die arme landen naar hier kwamen om de miserie te ontvluchten. ‘Waarom doet men niets aan de oorzaken van de migratie?’ vroeg Zinzen. Goed, laten we even aannemen dat Zinzen een plan heeft om iets aan de miserie in Afrika te doen. Hoe lang zal het duren voor dat plan resultaten oplevert die voldoende zijn om de migratie naar het rijke Europa minder aantrekkelijk te maken. Zinzen en ik zullen het in elk geval niet meer meemaken***. 

Is 30.000 veel?
Ik las ergens dat 30.000 vluchtelingen per jaar opnemen voor een land als het onze toch geen onoverkomelijke probleem zou mogen zijn. Maar 30.000 is veel. Elk jaar een provinciestad als Menen erbij, dat wil zeggen: Menen na de fusie met Lauwe en Rekkem. Als we de gezinshereniging – de andere grote migratiebron uit niet-EU-landen – erbij tellen, hebben we elk jaar twéé steden als Groot-Menen erbij. Een ander ijkpunt is dit: vorig jaar werden in Vlaanderen 30.000 nieuwe woningen gebouwd. 

 

* Koopmans citeert het PEW-onderzoek dat aangeeft dat 75 procent van de Ghanezen en 74 procent van de Nigerianen naar het buitenland zou willen verhuizen als ze de middelen hadden en dat 40 procent zelfs concrete plannen heeft om dat de volgende vijf jaar te proberen. En hij besluit: ‘Aangezien er alleen al in Nigeria meer dan 200 miljoen mensen wonen, kan men zich een idee vormen van wat een opengrenzenbeleid zou betekenen.’ Het PEW-onderzoek vind je hier.

** De samenvatting van dat voorstel vind je in mijn stukje hier.

*** Zie ook mijn stukje hier, onder het kopje ‘Parabool’

1 opmerking:

  1. Uw bezorgdheid is meer dan terecht. Immigratie-problematiek is een heikel probleem aan het worden in Europa. Het tast de economische, culturele en politieke systemen aan. Een gedegen en breed gedragen Europees beleid ter zake is er niet. Terwijl vooral de geesten rond dit thema sterk polariseren. Dat is de schuld van progressief-linkse deugdpronkers. In hun discours zit steevast een beschuldiging aan het adres van het kapitalisme, het egoïsme, het nationalisme of het kolonialisme. Of allemaal tegelijk. Het gratuite gekwek van typen zoals Zinzen staat een pragmatische visie in de weg.

    BeantwoordenVerwijderen