donderdag 15 juni 2023

Van Grieken en de politie, en enkele kortjes


Van Grieken en de politie
     Het vechtpartijtje van dinsdag tussen politie en Vlaams Belang-leden op het Nieuws heb ik met enthousiaste belangstelling maar tegelijk met volstrekte onpartijdigheid gadegeslagen. Ik ben in mijn tijd meermaals bij dat soort incidenten betrokken geweest. Een klap, een duw, een trap, een lichte hersenschudding, en af en toe een paar uur in de cel om af te koelen, dat hoorde bij het leven van de militant. Ik kon daar moeilijk verontwaardigd over zijn, want de politie werkte nu eenmaal voor de klassenvijand, daar was niets aan te doen.
      Als ik zulke incidenten vandaag bekijk, dan gaat mijn sympathie in de eerste plaats uit naar degenen die proberen de vechtenden uit elkaar te houden. In het vechtpartijtje van dinsdag was één van de agenten de rust zelve. Hij praatte rustig op Van Grieken in terwijl hij met één arm een heethoofdige collega tegenhield, zodanig zelfs die dat die laatste de fameuze slag in het gezicht van de VB-voorziter slechts kon toebrengen óver de schouder van de verzoenende agent heen. Die vredestichter verdient, vind ik, een lintje of minstens een eervolle vermelding.
     Ook de pathetische woorden manu militari die Van Grieken in het interview achteraf gebruikte, riep herinneringen bij mij op. Ik was ooit aanwezig op een ‘comité-vergadering’ die een manifestatie moest voorbereiden ten gunste van de pacifistische zaak. De manifestatie was gericht tegen de aankoop van F-16’s, of tegen de installatie van Pershing II-raketten, of misschien waren het wel kruisraketten, dat weet ik niet meer precies. Hoe het ook zij, ik zat daar als vertegenwoordiger van Amada, de voorloper van de huidige PVDA, en dat was niet naar de zin van de andere comité-leden. Ik was daar, kort en goed, ‘niet welkom’. Wilden ze mij dan manu militari uit de vergadering verwijderen, vroeg ik uitdagend. Ik zag de pijn op het gezicht van Pax Christi-voorzitter Jo Hanssens. Hij zuchtte. Nee, manu militari, daar deden ze niet aan. Misschien kon ik blijven in mijn persoonlijke naam.
     Eigenlijk is wat dinsdag op de Zorg-betoging gebeurde min of meer vergelijkbaar. Ook daar waren de Vlaams Belang-leden ‘niet welkom’. Jeremy Vaneeckhout (Groen) en Conner Rousseau (Vooruit) mochten gerust meelopen, ook al zitten hun partijen in een van de regeringen waartegen werd betoogd. Ze mochten achteraf een selfie op de sociale media plaatsen. Vlaams Belang mocht dat niet, en om dat te beletten werd de hulp van de politie ingeroepen*.
      Is dat eerlijk? Heeft de vakbond niet de plicht om alle politieke steun voor hun eisen te aanvaarden, ook al komt die van extreemlinks – Raoul Hedebouw mocht wel meelopen –, of van extreemrechts? De uitvluchten die de vakbond gebruikte waren in elk geval niet erg overtuigend. Olivier Remy (ACV) noemde het Vlaams Belang-optreden een provocatie. ‘Door het feit van hier te zijn, onaangekondigd, als partij die pleit tegen euh mensen uitsluit, die pleit voor besparingen, die tegen het sociaal overleg is, dat is een provocatie op zich.’ Ik weet niet of de ACV-man de standpunten van Vlaams Belang allemaal correct weergeeft – ik vermoed van niet, want waarom wil die partij anders meebetogen – maar de juiste interpretatie van het Vlaams Belang-programma is in elk geval geen kwestie die de politie moet oplossen.
    Anders zit dat met die tweede reden die de ACV-man aanhaalde, als zou de politie nodig zijn geweest ‘om de veiligheid van de betoging te garanderen.’ Dat is onzin. De Vlaams Belangers kwamen om méé te betogen, niet om tégen te betogen. Er was geen enkele kans dat Van Grieken en zijn groepje zouden beginnen vechten tegen de vakbondsmensen. Misschien bestond de kans dat, omgekeerd, de vakbondsmensen zouden beginnen vechten tegen de Vlaams Belangers. Dat is iets anders. Dan had de vakbondsleiding eigenlijk de politie moeten vragen om haar eigen achterban in bedwang te houden, een beetje zoals de cafévechter roept: ‘Hou mij tegen of ik bega een ongeluk.’
      Maar bij die betoging zou het niet erg praktisch geweest zijn. Het was, als men kans op geweld wilde vermijden, voor de politie gemakkelijker om twintig Vlaams Belangers te isoleren dan tienduizend vakbondsmensen. Erg eerlijk is dat niet. Maar het is ook niet óneerlijk. De openbare weg is van iedereen maar een manifestatie op de openbare weg is toch een beetje het eigendom van de organisatoren, vind ik. En als die dan Vlaams Belang niet lusten is dat hun zaak.
     De opdringerige werkwijze van Vlaams Belang kan ik overigens moeilijk au sérieux nemen. Ik ken die werkwijze te goed van mijn eigen extreemlinks verleden. De hierboven genoemde pacifisten die mij uit hun comité-vergadering wilden bannen, wisten waarom ze dat deden. Mijn partij gebruikte alle middelen om bij grote betogingen van andere organisaties propaganda te maken voor zichzelf: eigen bordjes meedragen, eigen vlugschriften uitdelen aan de manifestanten en aan het publiek, een spandoek ontrollen op een plaats waar de betoging voorbij moet komen, lastig doen als de politie vraagt om op te hoepelen. Wat kunnen de organisatoren daartegen beginnen? Ofwel gooien ze hun eigen ordediensten, om het zo maar eens te zeggen, ‘in de strijd’, ofwel roepen ze de politie erbij.
     Van Grieken voelde zich bij de relletjes duidelijk in zijn element. Hij was nu eens verbijsterd (‘Hoe kan dat nu?’), dan weer opstandig (‘Blijf eraf, blijf van onze spandoek af!), nu eens verontwaardigd (‘ons manu militari oppakken’), dan weer compromisbereid (‘Ik wou ook zonder affiches meelopen’). Ik vond het allemaal kinderachtig. Van Grieken is 37. Rond die tijd had ik de raad van Paulus opgevolgd en het kinderlijke achter mij gelaten. Een van de kenmerken van volwassenheid is ‘to know when you’re not welcome’.
     Maar ik zie zulke onschuldige vechtpartijtjes nog altijd graag op televisie.

Cormac McCarthy (1933-2023)
     ‘Van Cormac McCarthy heb ik alle films gezien**.’ De zin zou pikanter zijn als de auteur alleen romans had geschreven, zoals Dickens, want ook van die van die heb ik veel films gezien. Maar McCarthy heeft ook scenario’s geschreven, waardoor de bewering aan kolder inboet. Bovendien is ze fout. The Sunset Limited heb ik niet gezien. 10 jaar geleden werd die film mij aangeraden door een leerling die hem ‘de mooiste film die hij ooit gezien had’ noemde. Ik heb hem ondertussen nog niet op Streamz, Amazon of Prime zien verschijnen. Een andere leerling raadde mij lang geleden Spirited Away aan. Op die film heb ik 20 jaar moeten wachten. 

Vergeten

      Anderhalve maand geleden zag ik de film Margot at the Wedding. De titel herinner ik mij omdat hij mij deed denken aan Pauline à la plage. Ik heb uit nieuwsgierigheid de eerste twintig minuten opnieuw bekeken om te zien hoeveel ik mij ervan herinnerde. Weinig, weinig. Nicole Kidman gaat op bezoek bij haar zus. Op een bepaald moment klimt ze in een boom, geraakt er niet meer uit, en men moet er de brandweer bij halen om haar met een hoogtewerker weer op de begane grond te krijgen. Niets herinner ik mij van die toch vrij ongewone scène. Binnenkort heb ik geen Streamz, Amazon of Prime meer nodig. Dan kan ik eindeloos, zonder het te beseffen, naar dezelfde film kijken.

 

Jordan Christus

     De film Air gaat over het contract dat Nike, spreek uit ‘naikie’, afsluit met Michael Jordan. De basketbalspeler wordt altijd van de rug gefilmd. Dat deed men met Jezus ook in Hollywoodfilms van de jaren 50 en 60. Wordt Jordan hier dan met Jezus vergeleken? Dat kan haast niet de reden zijn. In She Said wordt de acteur die Harvey Weinstein speelt ook altijd van de rug gefilmd. En Weinstein was zeker geen Jezus Christus. 
     Het is overigens eigenaardig dat Air zo spannend is, want de plot draait om de vraag hoe groot het marktaandeel van Nike moet zijn tegenover Adidas, spreek uit ‘uhdieduhs’, en of de miljoenenwinsten van Nike nu exclusief naar de aandeelhouders moeten gaan dan wel gedeeltelijk naar een talentvolle atleet. Wat maakt dat eigenlijk uit, zelfs voor iemand die in die schoenen geïnteresseerd is – als aficionado, winkelier, of arbeidster in een Aziatische sweatshop? Maar zo werkt ons brein niet. Leve Jordan en Nike, en weg met de aandeelhouders en met Adidas, spreek uit ‘uhdieduhs’.


* De vakbondsman zegt dus zelf dat het de organisatoren waren die een beroep hebben gedaan op de politie. Vlaams Belang speculeert over een bevel van burgemeester Close. Het ene sluit het andere niet uit. Ook zegt Vlaams Belang-woordvoerder Alexander Van Hoecke dat Vlaams Belang er ‘bewust voor koos om niet mee te stappen in dit soort betogingen, omdat we die niet willen “kapen” … Wij betuigen enkel vanaf de zijlijn, als toeschouwers, onze steun.’ Maar ik heb toch zelf gehoord op de televisie hoe Van Grieken tot twee keer toe zei dat hij wou meelopen, hetzij met, hetzij zonder affiches. Ik zou nu kunnen zeggen dat Van Grieken maar meteen discreet, zonder affiche, flyer, vlag of spandoek, in de betoging had moeten meelopen, zoals Rousseau, Vaneeckhout en Hedebouw dat deden, maar eerlijk gezegd: ik denk dat de vakbonden dat evenmin zouden hebben geduld.

** Zie bijvoorbeeld hier

4 opmerkingen:

  1. Een van de redenen die de vakbondsman opgaf waarom hij vond dat het Vlaams Belang niet mee mocht betogen, was omdat het Vlaams Belang mensen zou uitsluiten (VTM-Nieuws van 19:00u). Maar wie sluit hier eigenlijk wie uit? Is discriminatie op grond van politieke overtuiging dan niet langer verboden in ons land?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Klopt. Letterlijk zei Olivier Remy: 'Door het feit van hier te zijn, onaangekondigd, als partij die pleit tegen euh mensen uitsluit ...' Ik vermoed dat hij eerst wou zeggen: 'als partij die pleit tegen immigratie ...'

      Verwijderen