dinsdag 4 juni 2024

Paternalisme in verkiezingsprogramma's


     In De Standaard van 3 juli staat een stuk ‘Vooruit viseert gekleurde moslims die laagopgeleid zijn’. Die kop staat terecht tussen aanhalingstekens* want het is een citaat van Fatma Arikoglu van Ella – Kenniscentrum Gender en Etniciteit. ‘Wij pleiten voor een intersectioneel perspectief,’ zegt Arikgoglu, waarmee ze de aanpak van haar organisatie verduidelijkt.
 
     Arikoglu vindt het prima dat Vooruit spreekt over de extreme genderongelijkheid, maar ze stoort zich aan ‘de veronderstelling dat die problemen [in gezinnen met migratie-achtergrond] groter zijn. Dat is populistisch en paternalistisch.’ Kijk, daarin verschil ik van Arikoglu. Mijn eerste vraag bij zo’n veronderstelling is niet of of ze paternalistisch is, maar of ze 
waar, onwaar of gedeeltelijk waar is. Anders begin je al snel veronderstellingen te maken over de reden van een veronderstelling. En dan blijf je bezig.
      Ergens anders zegt Arikoglu dan weer iets waar ik het helemaal eens mee ben. ‘Wat verwacht Vooruit eigenlijk? Dat de burgers de politie bellen als ze denken dat er genderongelijkheid is bij de buren met een migratie-achtergrond? En dat die buren dan vervolgens ‘aangepakt’ worden? Dat neigt naar staatsinmenging in de privésfeer.’ Goed gezegd! Natuurlijk! Uiteraard! 
      De hele kwestie zorgt voor een dilemma bij het opstellen van verkiezingsprogramma’s. Een partij kan een aantal terechte bekommernissen hebben aangaande de opkomst van woke, de kloof tussen volk en elite, muziek-verbiedende strekkingen binnen de Islam, sluierdragende moslima’s op straat, man-en-vrouw-ongelijkheid in migrantengezinnen. Wie een beetje nadenkt begrijpt dat dat zaken zijn van mentaliteit, die moeilijk ‘aangepakt’ kunnen worden met een of andere maatregel.
      Wanneer een partij over al die bekommernissen zwijgt, krijgt haar programma een grijze status-quo kleur. Wanneer ze er te veel van opneemt,
 wordt het een opruiend manifest of een preek. Maar het belangrijkste is dat ze weerstaat aan de verleiding om haar bekommernissen te vertalen in concrete voorstellen die onrealistisch of totalitair zijn, zoals de kliklijn van VB om linkse leraren te signaleren.
     Een mogelijke oplossing is dat een partij kan in haar programma voorstelt om een 
sensibiliseringscampagne te voeren. Sommige van die campagnes schijnen te werken. Maar op mij maken ze al te vaak een, jawel, paternalistische indruk. Zo kan ik Arigkoglu toch nog een heel klein beetje bijtreden.

* Vergelijk met de Standaard-kop van enkele dagen geleden Vooral voorstellen N-VA en Vlaams Belang bedreigen rechtstaat. Toen ontbraken de aanhalingstekens. Zie hier.

  

6 opmerkingen:

  1. Een heel verstandig man, Furst Otto von Bismarck, heeft naar verluidt gezegd: “Die Politik ist die Lehre vom Möglichen” en dat mag men nooit uit het oog verliezen. Politieke partijen gaan naar de kiezer met een resem idealen en belanden na de verkiezing in de realiteit. Zodoende moeten hun adepten zich meestal tevredenstellen met een dun afkooksel van het beloofde. Helaas pindakaas! Zoals de Master of Ceremonies in Caberet zong: “Life is disappointing!” We zullen ermee moeten leren leven. Groetjes, Marcus.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Eigenlijk zegt men in het Duits: "Otto, Furst von Bismarck". Sorry voor de vergetelheid. M.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. En dan is er nog iets verkeerd gegaan met de Umlaut. Niet mijn dag vandaag. M.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een andere uitspraak van Bismarck was, geloof ik: “Wetten zijn als worstjes. Hoe minder mensen weten hoe worsten en wetten worden gemaakt, des te beter slapen ze”.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik denk dat Octavianus in zijn tijd ook een fantastisch staatsman was, zoals Bismarck in de 19de, maar ik zou niet al zijn denkbeelden en maatregelen overhevelen naar vandaag.

    Wat het onderwerp zelf betreft, vind ik dat een politicus, of een partij, zeker denkbeelden mag, moét, uitdragen die niet noodzakelijk betekenen dat die denkbeelden juridisch of zelfs politiek zullen gehandhaafd worden. Het is wel een erg nauwe visie op politiek - de organisatie van onze samenleving - om te denken dat de mentaliteit alleen maar te beïnvloeden valt door politioneel ingrijpen. Misschien is dat een teken des tijds.

    Als ik Groen! stem, is dat in de eerste plaats vanuit een bekommernis om onze natuur en ons leefmilieu, niet omdat ik geloof dat alle specifieke maatregelen die groen voorstelt, afdwingbaar zijn of zelfs effectief. Het helpt wel als ze terugkomen op hun onwezenlijk kernenergie-standpunt. Als ik stop met Groen! te stemmen, is het omdat de partij zich steeds minder profileert als groen, wel als Rood en Mokka.

    Als Vooruit dus stelt dat genderongelijkheid een disproportioneel probleem is in migrantengezinnen, specifieker bij moslims, impliceert dat nog geen pogrom. Het toont aan de kieze - moslim en andere - dat men bij Vooruit niks afdoet aan de rechten van man en vrouw en dat religie of herkomst daar geen uitzondering op vormt. Het zou kunnen dat daar geen enkele actie aan vasthangt, maar je kan je toch vele scenario's indenken van reactie. Bijvoorbeeld, als een (moslim-)directeur in een gemeentelijke school de moeders geen hand wil geven of te woord staan, omwille van zijn geloof, mag hij zijn boeltje pakken.

    Dieter

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ga daar helemaal mee akkoord. De brede politiek moet zich niet beperken tot zaken die in maatregelen kunnen worden vertaald. Dat is de strekking van mijn stukje.
      Maar politiek moet ook niet samenvallen met partijpolitiek. Partijen mogen/moeten ook deelnemen aan het brede debat, maar met een zekere terughoudendheid. Ze moeten niet op elk thema willen springen.

      Verwijderen