vrijdag 29 augustus 2025

Israël: discussiëren en nuanceren


      Moraalfilosoof Patrick Loobuyck vindt het op zijn FB-pagina jammer dat het debat over Israël-Palestina steeds meer ‘verhit’ raakt. Hij schrijft:

 De verontwaardiging is vaak terecht, maar verkleint soms de ruimte voor legitiem meningsverschil. … Men belandt al snel buiten de morele kring en wordt niet meer gezien als een volwaardige gesprekspartner.  Deze dynamiek van affectieve polarisatie gebeurt aan beide kanten van het debat: zowel pro-Israël als pro-Palestina wordt nuance vaak afgestraft, mensen met andere opvattingen worden uitgesloten en is er alleen nog ruimte voor een zichzelf radicaliserend eenheidsdenken.… In een gezonde democratie moet er juist ruimte zijn voor fundamentele meningsverschillen, zonder respect voor elkaar als gelijke medeburger te verliezen. Over een gevoelig onderwerp als Israël-Palestina is dat geen gemakkelijke opdracht      

      De affectieve polarisatie waar Loobuyck over spreekt zal iedereen herkennen. Polarisatie kan van alles betekenen. Soms bedoelt men dat er extreme meningen worden verkondigd waardoor de mensen verdeeld raken. Maar Loobuyck bedoelt het tegenovergestelde: dat genuanceerde meningen worden uitgesloten en dat wie anders denkt hoogstens nog met scheldwoorden tegemoet wordt getreden.
     Op een andere FB-pagina vond ik een tekstje van Khalid Benhaddou dat een antwoord lijkt te zijn op dat van Loobuyck. Benhaddou schrijft onder andere: 

 Maar een genocide is geen onderwerp voor nuance. Het stelselmatig uithongeren van een volk, het bombarderen van ziekenhuizen, het doden van kinderen en journalisten, dat valt niet te reduceren tot een ‘debat’ of ‘meningsverschil’.

     Ik wil in de geest van een genuanceerd debat eerst aangeven waar ik het met Benhaddou eens ben. Zo schrijft hij: 

Een gezond en legitiem debat kan gaan over ‘is een tweestatenoplossing nog haalbaar of moet er naar alternatieven worden gekeken? Het kan gaan over veiligheid en hoe je garandeert dat burgers in zowel Israël als Palestina niet langer doelwit zijn van geweld. Het kan gaan over het recht op terugkeer van de Palestijnen en hoe je dat verzoent met de demografie en veiligheid van de regio. Het kan gaan over de rol van buurlanden. Blijven ze toeschouwer of nemen ze eindelijk verantwoordelijkheid voor vrede en stabiliteit?

     Hier geeft Benhaddou zelf aan dat er wél ruimte is voor een genuanceerd debat, en met name over de oplossingen voor het conflict. Ik ben het er mee eens, en meer zelfs, ik zou niets liever hebben dan dat de discussies over min of meer rechtvaardige en over min of meer realistische oplossingen gaan in plaats van over wie de enige grote schuldige is. Zelf zie ik meer in een tweestatenoplossing dan in het ‘recht op terugkeer’, maar inderdaad, laten we daarover discussiëren. En met nuances.
     Benhaddou schrijft verder dat gepolariseerde discussies veel minder erg zijn dan de honger, de bombardementen en de dode kinderen. Ook hier is het onmogelijk om niét met hem akkoord te gaan. Natuurlijk is dat menselijke leed in Gaza onvergelijkelijk veel erger dan een scheldwoord in een gepolariseerde Gaza-discussie. Ik vraag mij af of iemand daaraan kan twijfelen. Het is een goede reden om met enige schroom aan de discussie te beginnen. Alleen lijkt het mij geen reden om niets tegen de polarisatie te ondernemen, zeker als men tegen de bombardementen zelf niets kan ondernemen.
      Ten slotte heeft Benhaddou gelijk als hij beweert dat iedereen die een gesprek aangaat over ‘honderdduizenden kinderen die psychisch en fysiek gebroken worden’ het recht heeft om ‘morele veroordelingen’ uit te spreken. Dat houdt echter niet in dat men een morele veroordeling moet uitspreken tegen een gesprekspartner die bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid van het leed aan de twéé strijdende partijen toeschrijft in plaats van aan slechts één van die partijen.
     Benhaddou schrijft terecht dat niet elke mening dezelfde ‘morele zwaarte’ heeft. Maar het is een heikele zaak om de morele zwaarte van een mening vast te leggen voorafgaand aan de discussie. En Benhaddou gaat nog verder:

Meningen die genocide minimaliseren of reduceren tot een ‘complex conflict’ plaatsen zich buiten de sfeer van morele ernst. Het is niet verboden om onwetend te zijn, maar wie zich in tijden van collectieve vernietiging ostentatief onwetend verklaart, schaart zich in feite aan de kant van het stilzwijgen.

     Maar als men niet bereid is om de schuld van het conflict volledig bij één van de strijdende partijen te leggen, ontkom je niet aan de conclusie dat het inderdaad een ‘complex conflict’ is. En bij een oorlog die nog aan de gang is –  met de waarheid als eerste slachtoffer – zijn we allemaal in meerdere of mindere mate ‘onwetend.’ Ik ben het liever ‘ostentatief’ dan dat ik mij een kennis en een zekerheid aanmeet die ik niet heb.
     Benhaddou heeft zelf al de complexiteit aangegeven van de mogelijke oplossingen voor het oude conflict. Diezelfde complexiteit geldt voor de feitenkennis. Zo las ik ergens op FB dat ‘we ondertussen weten dat de 1200 doden van 7 oktober voor een belangrijk deel door Israëlisch vuur werden veroorzaakt, dat Israël een jaar voor de feiten alle details van de aanslag kende, dat de cijfers van de slachtoffers onderschat worden, en dat het in werkelijkheid over honderdduizenden doden gaat.’ Ik weet dat allemaal niet, ik betwijfel het zelfs, maar mocht ik het met zekerheid weten, dan dacht ik misschien anders over de oorlog. Anderzijds is mijn onwetendheid naast ostentatief ook relatief. Er is veel wat ik wel weet: de raid, de gijzelaars, de tienduizenden burgerslachtoffers, de belemmerde voedselbedeling ... Dat er oorlogsmisdaden plaatsvinden, lijkt mij waarschijnlijk. En dat er op de West Bank steeds meer kolonisten komen wonen, weet ik ook.
      Nog complexer dan de discussie over feiten is die over de intentie, motivatie en mentaliteit van de strijdende partijen. Voor sommigen is de enige motivatie van de Israëlische regering eerst het vermoorden van een zo groot mogelijk aantal Palestijnen en daarna het etnisch zuiveren van het hele gebied*. Voor anderen is Hamas alleen te begrijpen als een apocalyptische death cult die het hele Joodse volk wil uitroeien en daarvoor met graagte drie kwart van de eigen bevolking opoffert. Plaats je je volgens Benhaddou nu buiten de ‘sfeer van morele ernst’ als je een van die visies, of allebei, wilt nuanceren?
     Het haastig moraliseren bevordert in elk geval de helderheid van de discussie niet. Je ziet dat bijvoorbeeld in de open brief van Marc Desmet, die hoofd is van de jezuïeten in Vlaanderen en Nederland (DM 27/8). Desmet begrijpt niet waarom Bart De Wever de ‘erkenning van de Palestijnse staat die al tachtig jaar in verdrukking leeft niet bevordert.’ Maar dat is de vraag niet. Over de morele noodzaak om de Palestijnse staat te erkennen bestaat er binnen de regering geen meningsverschil. De discussie gaat over een politieke kwestie: op welke manier kan de erkenning van de Palestijnse staat het beste worden uitgespeeld om een staakt-het-vuren en een duurzame vrede te verkrijgen?
     Daarmee wil ik Benhaddous argument over de ‘morele zwaarte’ en de ‘morele sfeer’ niet zomaar van tafel vegen. Als er iemand zegt of schrijft dat alle Palestijnen of Joden moeten worden uitgeroeid, dan zal ik met zo iemand geen discussie aangaan. Een dergelijk iemand staat inderdaad buiten mijn morele sfeer. Als iemand echter beweert dat Hamas of het Israëlisch leger zich als beesten gedragen, dan zal ik de discussie niet weigeren, althans niet uit principe. En als iemand beweert dat de Palestijnen, gezien de onrechtvaardigheden in het verleden, recht hadden op hun raid van 7 oktober, of dat de Israëli’s gezien de raid van 7 oktober recht hebben op onbeperkte wraak, dan zal ik dat een immoreel standpunt vinden, zonder daarom a priori een moreel oordeel over die persoon te hebben.
     Ik ben een groot voorstander van Realpolitik, maar dat betekent niet dat ik morele overwegingen niet van tel acht. Dat is zeker zo voor de kwestie Israël-Palestina. Ik heb voor mijzelf een soort moreel minimum vastgelegd: vrijlating van de gijzelaars, onmiddellijk staakt-het-vuren, onbelemmerde toevoer van voedsel en geen militaire verovering van Gaza-Stad. Ik wil daarover geen discussie uitsluiten – ik ken sommige tegenargumenten – maar als ik aan de discussie deelneem zal dat zijn met het vaste voornemen om mij niét te laten overtuigen. Ook besef ik dat de partijen ter plekke, met skin in the game, daar anders over denken. Dat is dan hun zaak. Waar ik sta, en dat is niet in hun schoenen, kan ik mij niet voorstellen dat ik iets anders zou denken of voelen.
      Benhaddou schrijft terecht dat het debat rond Israël en Palestina niet kan worden vergeleken met een discussie over een ‘mobiliteitsplan of een belastingmaatregel.’ De morele component is inderdaad veel groter.
Maar dat lijkt mij geen reden om ‘nuances’ en een ‘redelijk gesprek**’ te verwerpen of om andersdenkenden al te snel uit te sluiten van de ‘morele sfeer’ waarbinnen het debat mag worden gevoerd.  


* Nog afgezien van de intenties geloof ik niet dat de oorlog zal uitlopen op de uitroeiïng of de algehele etnische zuivering van Gaza. Een onrechtvaardig scenario dat zich wel aandient is een aanpak vergelijkbaar met die op de West Bank, waarin tegenstanders een vorm van apartheid zien en voorstanders de beste veiligheidsgarantie voor Israël. 

** Benhaddou lijkt een redelijk gesprek uit te sluiten omdat er ook geen redelijkheid te vinden is in het uithongeren van een volk. Dat kan slechts in één betekenis waar zijn: dat je niet redelijk kunt discussiëren over de vraag of het verantwoord is een volk uit te hongeren. Maar die ene betekenis vat de discussie tussen Israël- en Palestina-vrienden heel eenzijdig zamen. Zo ken ik persoonlijk niemand die voorstander is van het uithongeren van ene volk.

 


Ik heb het Benhaddou uitvoerig geciteerd. Maar voor de zekerheid geef ik hier de volledige tekst. 

 

Het is opvallend hoeveel opiniemakers vandaag nog altijd spreken over ‘het debat rond Israël en Palestina’ alsof we discussiëren over een mobiliteitsplan of een belastingmaatregel. Alsof dit gewoon een botsing van meningen is waar nuance ontbreekt en polarisatie de boventoon voert. Alsof het vooral jammer is dat er geen redelijk gesprek meer mogelijk is.

Maar welke nuance is er bij het doelbewust bombarderen van ziekenhuizen? Welke redelijkheid vind je in het uithongeren van een volk? Welke balans weeg je af bij het doodschieten van mensen die wachten op meel en water?

Ik hoor vaak dat men moet ‘opletten voor polarisatie’, dat ‘iedereen recht heeft op een mening’, dat ‘we niet in morele veroordelingen mogen vervallen’. Maar hoe noem je het anders wanneer journalisten doelwit worden? Wanneer honderdduizenden kinderen psychisch en fysiek gebroken worden? Wanneer een samenleving systematisch wordt vernietigd?

Er bestaan geen ‘twee kanten’ bij een genocide. Dat meningen vrij zijn, betekent niet dat elke mening dezelfde morele zwaarte heeft. Meningen die genocide minimaliseren of reduceren tot een ‘complex conflict’ plaatsen zich buiten de sfeer van morele ernst. Het is niet verboden om onwetend te zijn, maar wie zich in tijden van collectieve vernietiging ostentatief onwetend verklaart, schaart zich in feite aan de kant van het stilzwijgen.

Een gezond en legitiem debat kan gaan over ‘is een tweestatenoplossing nog haalbaar of moet er naar alternatieven worden gekeken? Het kan gaan over veiligheid en hoe je garandeert dat burgers in zowel Israël als Palestina niet langer doelwit zijn van geweld. Het kan gaan over het recht op terugkeer van de Palestijnen en hoe je dat verzoent met de demografie en veiligheid van de regio. Het kan gaan over de rol van buurlanden. Blijven ze toeschouwer of nemen ze eindelijk verantwoordelijkheid voor vrede en stabiliteit?

Maar een genocide is geen onderwerp voor nuance. Het stelselmatig uithongeren van een volk, het bombarderen van ziekenhuizen, het doden van kinderen en journalisten, dat valt niet te reduceren tot een ‘debat’ of ‘meningsverschil’.

8 opmerkingen:

  1. " Ik ben een groot voorstander van Realpolitik"
    Waarover gaat het in de realiteit? Vuurkracht. En zolang Israël op dit gebied wint, geen tweestatenoplossing, de meerderheid van de Israëlis willen er niet van weten. Want een realpoliticus weet dat dit een existentieel gevaar voor de israëlische staat is. Zoals realpoliticus Dan Shueftan zegt: " we have a good life and from time to time we have to fight"...
    Al de rest is gezeur van linkse antizionisten....als ze Israël op de knieen willen krijgen, dat ze zich aanmelden bij Hamas, best geen lid zijn van lgbqetc....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Moet men dan propalestijn of antijood zijn om die oorlog te bekritiseren?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Pro-Palestijn óf anti-Jood? Zeker niet. Ik gebruik hier heel grove categorieën. Ik beschouw mij als een sympathisant van de Israëlische liberale democratie, maar ik ben tegen de oorlog, en zeker in het huidige stadium waarin disproportioneel leed wordt berokkend bij het nastreven van een onrealistisch doel (de 'uitschakeling van Hamas').

      Verwijderen
  3. Om de polarisatie een halt toe te roepen, is het eerst noodzakelijk het g-woord uit de discussie te halen. Het is een oorlog, een smerige oorlog, maar geen doelbewust uitroeien van een volk. Want indien men dat laatste gelooft en verkondigt, beschouwt men Netanyahu als een nieuwe Hitler, en voor Hitler is geen genade noch nuance van toepassing.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het g-woord weglaten: dat klopt, want anders krijg je een cirkelredenering. A) Israël pleegt genocide B) Over genocide kun je niet discussiëren C) Over Israël kun je niet discussiëren (dus ook niet over de vraag óf Israël genocide pleegt.

      Verwijderen
  4. Ik ontwaar in vele commentaren dat het IDF/Israël in dit conflict disproportioneel geweld gebruikt, en dat het beoogde doel - de definitieve vernietiging van Hamas - niet mogelijk is of zal zijn. Wat is dan het alternatief? Ze willen alle palestijen van hun erf, of is dat nog niet doorgedrongen tot ons besef. Als je een gezwel wil wegsnijden , stop je toch niet halverwege? Ook al heb je later te maken met uitzaaiingen. De fameuze '2-staten oplossing' is een onrealistische doelstelling, en eigenlijk niet aanvaardbaar voor de meeste Israëli. Ze hebben hun gegronde redenen, maar stuiten op naïef onbegrip. Vooral van de 'verlichte geesten' in het westen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er is een tijd geweest dat de meeste Israëli's wel openstonden voor een 2-statenoplossing. Die tijd kan terugkomen als de Palestijnen deradicaliseren. De definitieve vernietiging van Hamas? Volgens experts is het oude Hamas-leger al maanden geleden vernietigd, en zijn de huidige strijders voor het allergrootste deel gerekruteerd tijdens de oorlog.

      Verwijderen
  5. "Deradicaliseren" ?
    Het is gewoon islam hoor.

    BeantwoordenVerwijderen